W1 L2 Is-ought, Universalisme & relativisme

Herhaling
Zonder boek, zonder aantekeningen
B: Leg uit waar ethiek over gaat
A: Leg uit wat het mensbeeld van Descartes is.
C: Leg uit wat het verschil is tussen descriptieve en prescriptieve uitspraken.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Herhaling
Zonder boek, zonder aantekeningen
B: Leg uit waar ethiek over gaat
A: Leg uit wat het mensbeeld van Descartes is.
C: Leg uit wat het verschil is tussen descriptieve en prescriptieve uitspraken.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
Zonder boek, zonder aantekeningen
B: Ethiek gaat over goed en fout en hoe we gelukkig worden.
A: Descartes is een dualist. Hij zegt dat de mens bestaat uit res extensa en res cogitans.
C: Descriptieve uitspraken beschrijven de wereld. Prescriptieve uitspraken zeggen hoe de wereld moet zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Herhaling
  2. Extra herhaling: Descriptief/ normatief
  3. Uitleg: Is/ought fallacy
  4. Uitleg: relativisme vs universalisme 
Programma

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Descriptief: Probeert de wereld te beschrijven zoals die is.

"Mijn t-shirts is blauw."
Descriptief vs prescriptief
Prescriptief: Zegt wat goed of fout is of hoe het moet zijn.

"Blauwe t-shirts zijn de beste t-shirts."

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Water kookt bij 100 graden Celsius.
  2. In deze straat wonen vooral jonge gezinnen.
  3. Je moet afval altijd in de prullenbak gooien.
  4. Sporten is gezond voor zowel lichaam als geest.
  5. Je mag niet door rood licht rijden.
  6. De trein naar Utrecht heeft meestal vijf minuten vertraging.
  7. Mensen zouden vaker met het openbaar vervoer moeten reizen.
  8. Dit schilderij is gemaakt in de zeventiende eeuw.
  9. Het is belangrijk om eerlijk te zijn tegen je vrienden.
  10. Regeringen zouden meer moeten investeren in duurzame energie.
Aan de slag:

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je het hier mee eens?
  1. Mr. Langhout is blond, dus je moet hem slaan.
  2. Aleks is een leerling, dus hij moet alles doen wat mr. Langhout zegt.
  3. Van lezen wordt je slim, dus je moet veel lezen.
  4. De les is saai, dus ik hoef niet op te letten.
Prescriptief-descriptief

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je het hier mee eens?
  1. Mr. Langhout is blond, dus je moet hem slaan.
  2. Aleks is een leerling, dus hij moet alles doen wat mr. Langhout zegt.
  3. Van lezen wordt je slim, dus je moet veel lezen.
  4. De les is saai, dus ik hoef niet op te letten.
Prescriptief-descriptief
Zijn deze uitspraken descriptief of prescriptief?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je het hier mee eens?
  1. Mr. Langhout is blond, dus je moet hem slaan.
  2. Aleks is een leerling, dus hij moet alles doen wat mr. Langhout zegt.
  3. Van lezen wordt je slim, dus je moet veel lezen.
  4. De les is saai, dus ik hoef niet op te letten.
Prescriptief-descriptief
Sommige zinnen zijn descriptief en prescriptief tegelijk.

Want de prescriptieve uitspraak is gebaseerd op de descriptieve uitspraak.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je in Spanje woont leer je goed Spaans. Dus je moet naar Spanje verhiuzen.
Prescriptief-descriptief

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je in Spanje woont leer je goed Spaans. Dus je moet naar Spanje verhiuzen.
Prescriptief-descriptief
Als je in Spanje woont leer je goed Spaan. = Waar

Dus je moet naar Spanje verhuizen. = Alleen waar als je Spaans wil                                                                              leren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van lezen wordt je slim, dus je moet veel lezen.
Prescriptief-descriptief

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van lezen wordt je slim, dus je moet veel lezen.
Prescriptief-descriptief
Van lezen wordt je slim = Waar

Dus je moet veel lezen = Alleen waar als je ook slim wilt zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is-ought fallacy: Altijd als je een prescriptieve uitspraak baseert op een descriptieve uitspraak is dit alleen je mening.

"Mensen vinden vlees heel lekker, dus het is goed om vlees te eten."
Is-ought fallacy

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg 3 voorbeelden:

1. Leerlingen zijn 16, dus ze mogen niet stemmen.
2. Vliegen is slecht voor het klimaat, dus je mag niet vliegen.
3. Mr. Langhout is een docent, dus hij moet het melden als er gespiekt wordt.
Is-ought fallacy
Mensen vinden vlees lekker.
Het is goed om vlees te eten.

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg 3 voorbeelden:

1. Leerlingen zijn 16, dus ze mogen niet stemmen.
2. Vliegen is slecht voor het klimaat, dus je mag niet vliegen.
3. Mr. Langhout is een docent, dus hij moet het melden als er gespiekt wordt.
Is-ought fallacy
De regels is dat je geen telefoon in de les mag
Dus je moet je telefoon weg doen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Als docenten leerlingen slaan halen ze hogere cijfers. Dus docenten moeten leerlingen gaan slaan.
Gebruik de is-ought fallacy om kritiek te leveren op deze uitspraak.
Aan de slag
Je kan deze begrippen gebruiken:
  • Descriptief
  • Prescriptief
  • Is-ought fallacy

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Als docenten leerlingen slaan halen ze hogere cijfers. Dus docenten moeten leerlingen gaan slaan.
Gebruik de is-ought fallacy om kritiek te leveren op deze uitspraak.
Aan de slag
De uitspraak is een voorbeeld van de is-ought fallacy. "Als docenten leerlingen slaan halen ze hogere cijfers' is een descriptieve uitspraak. "docenten moeten leerlingen slaan' is een prescriptieve uitspraak. Dus zelfs als het eerste deel waar is klopt de zin alleen maar als je ook vind dat hogere cijfers belangrijk zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Moreel universalisme: Idee dat er één waarheid bestaat als het om goed en fout gaat.
  • Moreel relativisme: Idee dat er niet één waarheid bestaat. Alles is maar een mening
Relativisme vs Universalisme

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Moreel universalisme: Idee dat er één waarheid bestaat als het om goed en fout gaat.
"Een relatie hebben met meerdere mensen is altijd slecht."
Relativisme vs Universalisme
  • Moreel relativisme: Idee dat er niet één waarheid bestaat als het om goed en fout gaat.
"In sommige culturen hebben mensen een relatie met meerdere mensen en daar is niks mis mee."

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relativisme vs Universalisme

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak het blad met oefenvragen
Aan de slag

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen:
  • Is-ought fallacy
  • Universalisme
  • Relativisme
Volgende les:
  • Boek mee!
  • Huiswerk
Afsluiting:

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies