3M-08.02.2023 Massa verhouding

3M-08.02.2023 Massa verhouding
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3M-08.02.2023 Massa verhouding

Slide 1 - Tekstslide

massaverhouding reacties
door proefjes erachter gekomen dat (voor een ideale reactie):
reactie schema: 
waterstofchloride(g)  +  ammoniak(g)  -->  salmiak(s)
 
ideaal reageert 73 gram waterstofchloride met 34 gram ammoniak
massaverhouding
waterstofchloride(g) + ammoniak(g) --> salmiak(s)
     73                               :          34                      :           ?


 

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel gram salmiak ontstaat er bij onderstaande reactie?

waterstofchloride(g) + ammoniak(g) --> salmiak(s)
73 : 34 : ?
A
Salmiak: 39 gram
B
Salmiak: 107 gram
C
Salmiak: 111 gram

Slide 3 - Quizvraag

massaverhouding reacties
door proefjes erachter gekomen dat (voor een ideale reactie):
reactie schema: 
ijzer (s)  +  zuurstof (g)  -->  roest (s)

 ideaal reageert 18,6 gram ijzer met  zuurstof en ontstaat 26,6 gram roest
massaverhouding
ijzer (s)     +      zuurstof (g)        --> roest (s)
     18,6        :       ?                        :            26,6


 

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel gram zuurstof reageert met ijzer tot roest?

ijzer (s) + zuurstof (g) --> roest (s)
18,6 : ? : 26,6
A
Zuurstof: 8 gram
B
Zuurstof: 45,2 gram
C
roest: 8 gram

Slide 5 - Quizvraag

wet van behoud van massa

aluminium (s)   +  zuurstof (g)   --> aluminiumoxide (s)

9  g              +             ?          =                  17 g

?           +           80 kg           =            170 kg

Slide 6 - Tekstslide

wet van behoud van massa

waterstofchloride (g) + ammoniak (g) ->  salmiak (s)

3,6  mg        +      1,7  mg    ->     ......
7,2  kg     +   ............  kg     ->    10,6  kg

Slide 7 - Tekstslide

stoffen reageren met elkaar in een constante massaverhouding

koolstof (s)   +   zuurstof (g).     ->   koolstofdioxide (g)
3   g           +             8  g       ->                                         
 massaverhouding is  3  :  8

Voor elke soort reactie is de massaverhouding anders!!!!!

Slide 8 - Tekstslide

      ijzer   +    zuurstof -> ijzeroxide
massaverhouding         3,1      :       1                                                       
Hoeveel zuurstof reageert er met 26 gram ijzer?
Hoeveel gram ijzeroxide ontstaat er dan?
ijzer                 3,1        1            26
zuurstof        1                           ?
berekening:  1 : 3.1 x 26 = 8,4 g


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Verhoudingen
In een recept of een practicum voorschrift staat altijd in welke hoeveelheid je iets nodig hebt. 

Slide 11 - Tekstslide

8 pannenkoeken
1 pannekoek
Tarwebloem
300 g
Zout
4 g 
Ei
120 g
Melk
500 ml
Roomboter
30 g

Slide 12 - Tekstslide

Antoine Lavoisier

Wet van behoud van massa

Slide 13 - Tekstslide

Herhaling?: Wet van behoud van massa
wet van behoud van massa: de totale massa van alle 
beginstoffen is gelijk aan die van de reactieproducten.

Deze wet noem je ook de Wet van Lavoisier

Slide 14 - Tekstslide

Behoud van massa

De kaars wordt kleiner.

Toch verdwijnt er geen massa.

Waar is de massa gebleven?

Slide 15 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de paragraaf kun je:
  • Uitleggen wat de wet van behoud van massa betekent
  • Rekenen met de wet van behoud van massa

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Als je een brood bakt, gelden vaste verhoudingen tussen de beginstoffen, zie figuur 3.20. Dit is de
massaverhouding
. Heb je maar 400 g meel, dan pas je de hoeveelheden van de andere stoffen evenredig aan. Hiervoor gebruik je een verhoudingstabel. Je berekent de nieuwe hoeveelheden van alle stoffen. Hoe je dat doet, zie je in de tabel in figuur 3.21.
In voorbeeld 1 zie je hoe je met massaverhoudingen rekent.

Slide 18 - Tekstslide