Je kan vertellen wat een stuwwal is, hoe die is gemaakt en hoe je het kan herkennen.
Je begrijpt waarom er veel klei en veen in Laag-Nederland voorkomt.
Instructie middels LessonUp
Aardrijkskunde
afmaken opdrachten 1, 2 en 3
Hoe ging de les? (proces)
Wat heb je geleerd? (doel)
Afmaken van de opdrachten
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
Je kan vertellen wat een stuwwal is, hoe die is gemaakt en hoe je het kan herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Oorzaak
In de ijstijd groeide de Noordpool ontzettend.
Het landijs kwam tot de HUN-lijn in Nederland.
Ze duwden het land op tot stuwwallen. Het ijs smolt en liet zwerfkeien achter.
Slide 3 - Tekstslide
Welke 3 begrippen moet je nu wel kunnen dromen, als je naar dit plaatje kijkt? En wat gebeurt in welk deel van de rivier?
Vandaag:
Snelcursus/masterclass/hoorcollege
"MASSABEWEGING"
volgende week, in sneltreinvaart:
"LANDSCHAPPEN VAN NEDERLAND"
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoel van deze les
Je begrijpt waarom er veel klei en veen in Laag-Nederland voorkomt.
Slide 5 - Tekstslide
Eb en vloed
Slide 6 - Tekstslide
Ontstaan zeeklei
Er ontstaan duinen door eb en vloed.
Achter de duinen een binnenzee.
Stilstaand water > zeeklei sedimenteert > zeeklei
Slide 7 - Tekstslide
Kaart
Veenlandschap
Slide 8 - Tekstslide
Veen
Veen ontstaat in een moeras-achtig gebied. Planten groeien, gaan dood, vallen in het water.
In het water komt geen zuurstof en daarom rot het niet. Het stapelt zich op en het wordt veen.
Slide 9 - Tekstslide
Terpen
Laag-Nederland werd vroeger al bewoond. Mensen gingen wonen op terpen (gemaakt van mest, klei, afval) door overstromingen.
Later gingen we inpolderen en deze polders leegpompen met molens (vroeger) en gemalen (nu).
Slide 10 - Tekstslide
Polderen
Een polder is een laaggelegen gebied, bestaande uit zeeklei.
Graven poldersloten, het klei daarvan maakte ze dijken van.
Het water pompte ze af (eerst met molens, daarna met elektrische pompen)
Slide 11 - Tekstslide
Vragen? :-)
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag:
LB blz 40-43
Afmaken opdracht: 1, 2, 3
Maak nu opdracht: 4, 5abcd
Klaar?
Maak een ak-opdrachtje
timer
15:00
Slide 13 - Tekstslide
Lesafsluiting
Hoe ging de les? (proces)
Wat heb je geleerd? (doel)
Is er huiswerk?
Slide 14 - Tekstslide
Je weet wat landijs, stuwwallen en zwerfstenen zijn.
Je begrijpt hoe stuwwallen zijn ontstaan.
Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Hoog-Nederland herkennen.
Instructie middels LessonUp
Aardrijkskunde
afmaken 1 t/m 6
Hoe ging de les? (proces)
Wat heb je geleerd? (doel)
Afmaken van de opdrachten
Slide 15 - Tekstslide
Vorige les
Je weet wat landijs, stuwwallen en zwerfstenen zijn.
Je begrijpt hoe stuwwallen zijn ontstaan.
Slide 16 - Tekstslide
Hoog/laag
Het grootste gedeelte van het zand en klei is dus in de bergen afgebrokkeld (verwering), kleiner gemaakt (erosie) en aan het einde van de rivieren neergelegd (sedimentatie).
Slide 17 - Tekstslide
Oorzaak
In de laatste ijstijden werd de Noordpool zo groot, dat er landijs in Nederland kwam.
Slide 18 - Tekstslide
Gevolg
Het landijs duwden het gesteente als een bulldozer vooruit. Resultaat: stuwwallen. Het smeltwater van de smeltende ijstongen resulteerden in smeltwaterrivieren.
Slide 19 - Tekstslide
Stuwwallen
Vandaag:
Snelcursus/masterclass/hoorcollege
"MASSABEWEGING"
volgende week, in sneltreinvaart:
"LANDSCHAPPEN VAN NEDERLAND"
Slide 20 - Tekstslide
Leerdoel van deze les
Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Hoog-Nederland herkennen.
Slide 21 - Tekstslide
We weten dat deze stuwwallen dus zijn overgebleven.
Hoe kan je dat terug zien in het landschap?
Vandaag:
Snelcursus/masterclass/hoorcollege
"MASSABEWEGING"
volgende week, in sneltreinvaart:
"LANDSCHAPPEN VAN NEDERLAND"
Slide 22 - Tekstslide
Onvruchtbaar
Hooggelegen gebieden (bijv. stuwwal) bevat vooral zandgrond. Zand is minder vruchtbaar dan bijv. klei.
Daarom zie je vooral op deze (heide)gebieden dieren grazen en bemesten: schapen, runderen.