Ontwikkeling P4 W3

Ontwikkeling 4.3.
5.2: problemen in ontwikkelen 
en leren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Ontwikkeling 4.3.
5.2: problemen in ontwikkelen 
en leren

Slide 1 - Tekstslide

Vang de bal
  • Als je bal vangt noem je een opvallend gedrag, degene die de bal na jou krijgt noemt 2 kenmerken van dat opvallend gedrag. Degene die de bal daarna krijgt noemt weer een opvallend gedrag enz.
  • Hoe gaat het met de vragenlijst op stage van week 1 en 2



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 4.3 & 4.4.
  • Je kent het verschil tussen een ontwikkelingsachterstand, een ontwikkelingsstoornis, een leerprobleem en een leerstoornis. ​
  • Je weet -globaal- wat de ontwikkelingsachterstanden inhouden op de volgende gebieden: motorisch, sociaal-emotioneel, taal- en spraak, cognitief, spel. ​
  • Je weet globaal wat de volgende ontwikkelingsstoornissen inhouden: ADHD, ADD, ASS, ODD, CD, DCD, angststoornis, RHS. ​
  • Je weet globaal wat de volgende leerstoornissen inhouden: Dyslexie, dyscalculie, hyperlexie, hoogbegaafdheid,, NLD  (WEEK 4)



paragraaf 5.2.

Slide 4 - Tekstslide

 Achterstand, probleem of stoornis?
Ontwikkelingsachterstand: ​

  • Langzamere ontwikkeling dan andere kinderen van dezelfde leeftijd​
  • Kan tijdelijk zijn , kan op stoornis duiden ​
  • Beter is te spreken van een Anders-verlopende Ontwikkeling ​

Ontwikkelingsstoornis:​
  • Structureel, neurobiologische oorzaak 





Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Ontwikkelingsstoornis
Belangrijk! Iemand is geen stoornis, maar iemand ervaart vanuit zijn/haar stoornis kwaliteiten en beperkingen. 

In deze les maak je kennis met de volgende ontwikkelingsstoornissen:
ADD & ADHD, ASS, ODD & CD en DCD


Slide 7 - Tekstslide

ADD & ADHD
ADD: Attention Deficit Disorder 
  • Moeilijkheden: Aandacht en concentratie

ADHD: Attention Deficit Hyperactivity Disorder
  • Moeilijkheden: Aandacht en hyperactiviteit
Tegenwoordig worden beide ADHD genoemd.
Beide krachten: Creatief, vindingrijk

Slide 8 - Tekstslide

ASS
ASS: Autismespectrumstoornissen
  • Moeilijkheden: Prikkelverwerking, Emoties benoemen en herkennen.
  • Kracht: Oog voor detail en sterke intresses. 

Slide 9 - Tekstslide

ODD & CD
ODD: oppositional defiant disorder
  • Moeilijkheden: Het op volgen van regels

CD: conduct disorder
  • Moeilijkheden: Inlevingsvermogen, agressieve handelingen

Kracht: Intelligent en aanpassingsvermogen

Slide 10 - Tekstslide

DCD
DCD: Developmental Coordination Disorder
  • Moeilijkheden: Motorische ontwikkeling
  • Krachten: Verbaal sterk

Slide 11 - Tekstslide

Eindopdracht 2
Je werkt in 2 tallen en je krijgt één Ontwikkelingsstoornis. 
Hiervoor maak je een poster, waarin de onderstaande vragen worden beantwoord:
  • Welke ontwikkelingsstoornis hebben jullie gekozen?
  • Hoe ervaart hij /zij de omgeving? ​
  • Wat loopt hij/zij tegen aan? ​
  • Wat heeft hij/zij ons te bieden? (sterke kanten )​
  • Wat merken we in de klas? ​
  • Hoe kunnen wij hem/haar helpen? 





Slide 12 - Tekstslide

Pitchen poster
  • ADD
  • ADHD
  • ASS
  • ODD
  • CD
  • DCD 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link