,
Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 2 week 37 tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden en signaalwoorden
Leesvaardig
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Tekstverbanden en signaalwoorden
Leesvaardig
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van deze les herken je minimaal drie verschillende tekstverbanden en kun je van elk tekstverband een bijbehorend signaalwoord benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Signaalwoorden
en
tekstverbanden
- wat zijn het?
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn signaalwoorden?
Woorden die een verband aanbrengen in een tekst.
Signaalwoorden:
zorgen voor samenhang;
geven structuur aan een tekst;
zorgen voor verduidelijking.
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeeld
Ik ga iedere dag op de fiets naar school.
Het regent.
Ik ga met de trein.
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeld
Ik ga iedere dag op de fiets naar school.
Omdat
het regent, ga ik met de trein.
Wat geeft het woord 'omdat' aan in deze zin?
Door signaalwoorden in de tekst te plaatsen kan de lezer verbindingen ontdekken en de tekst beter begrijpen.
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeelden soorten signaalwoorden:
Soort verband
Signaalwoorden
Conclusie
dus, hieruit volgt, dan ook, concluderend
Opsomming
en, ook, nog, bovendien, verder, ten eerste, etc.
Reden of verklaring
want, omdat, daarom, om deze reden, dus, etc.
Tegenstelling
maar, toch, terwijl, hoewel, in tegenstelling tot, etc.
Toelichting/uitleg
bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, een voorbeeld.
Slide 7 - Tekstslide
Weet jij het nog?!
Klassikaal oefenen
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn de signaalwoorden in deze zin:
Ik heb veel hobby's. Ten eerste sport ik graag, bovendien speel ik vaak FIFA en ik lees weleens een boek.
A
ten eerste, graag, bovendien
B
graag, bovendien, vaak
C
ten eerste, bovendien, en
D
bovendien, vaak, en
Slide 9 - Quizvraag
Signaalwoorden geven het verband in een tekst aan tussen ...
A
alinea's
B
woorden
C
woorden en zinnen
D
woorden, zinnen en alinea's
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in deze zin:
Hij houdt erg van gamen, daarentegen speelt zij liever buiten.
A
erg
B
gamen
C
daarentegen
D
liever
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in deze zin:
In de lente bloeien veel bloemen, zoals de narcis, de tulp en de hyacint.
A
in
B
lente
C
veel
D
zoals
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in deze zin:
Omdat zij altijd te laat uit bed kwam, heeft haar moeder een nieuwe wekker voor haar gekocht.
A
omdat
B
altijd
C
uit
D
voor
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in deze zin:
Het waait ontzettend hard, daardoor vallen er veel takken van de bomen.
A
waait
B
ontzettend
C
daardoor
D
veel
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in deze zin:
Hij wil later advocaat worden, zoals zijn moeder dat ook is.
A
later
B
zoals
C
moeder
D
dat
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in deze zin:
Wanneer jij aardig tegen mij bent, zal ik dat ook tegen jou zijn.
A
wanneer
B
zijn
C
ook
D
mij
Slide 16 - Quizvraag
Welk verband staat in de volgende zinnen:
Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op de receptie.
A
reden
B
vergelijking
C
conclusie
D
oorzaak- gevolg
Slide 17 - Quizvraag
Welk verband zie je in de volgende zin:
Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.
A
tegenstelling
B
oorzaak - gevolg
C
voorbeeld
D
vergelijking
Slide 18 - Quizvraag
Welk verband zie je in de volgende zin:
Net als in Amerika, gaan ook in Europa steeds meer mensen naar fastfoodrestaurants.
A
vergelijking
B
oorzaak - gevolg
C
opsomming
D
reden
Slide 19 - Quizvraag
Opdracht maken
Wat
:
tekst over pizza-automaat.
Hoe
:
zelfstandig.
Tijd
:
10 minuten.
Klaar
:
klassikaal nakijken.
timer
10:00
Slide 20 - Tekstslide
Nakijken opdracht 1
1. 'maar'
2. 'Bart lust geen pizza, maar anderen wel.'
3. 'twee dagen geleden' en 'nu'
4. Eerste zin en laatste twee zinnen. 'tot'
5. 'echter'
Slide 21 - Tekstslide
Eerder klaar?!?
Werken aan werkdoelen
Lezen in je boek!
Slide 22 - Tekstslide
Wanneer is de leestoets van het vak Nederlands?!
A
week 39 les 1
B
week 40 les 2
C
week 39 les 2
D
week 40 les
Slide 23 - Quizvraag
Tekstverbanden en signaalwoorden:
Snap ik goed.
Maak ik me niet druk om.
Moet ik nog vaker oefenen.
Vind ik lastig.
Slide 24 - Poll
Meer lessen zoals deze
2.3 lezen Talent
November 2023
-
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2,3
1.3 lezen Talent
November 2023
-
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2,3
Leesvaardigheid
July 2025
-
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3,4
Examentraining 4 VMBO
January 2022
-
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Examentraining
Kennis quiz Lezen 3.3
November 2023
-
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Examentraining II quizvragen III
February 2019
-
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Examentraining
Signaalwoorden
January 2022
-
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Kidsweek in de Klas
Leesvaardigheid
July 2025
-
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3,4