KA 26: De wetenschappelijke revolutie

KA 26: De wetenschappelijke revolutie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KA 26: De wetenschappelijke revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Kenmerken
Verkorte versie: De wetenschappelijke revolutie
Tijdvak: Tijd van Regenten & Vorsten
Jaartallen: 1600-1700
Periode: Vroegmoderne Tijd
Samenleving: Landbouwstedelijke samenleving
Invalshoek: cultuur
Mindmap: rationalisme (kennis die voortkomt uit het denken (de rede), Isaac Newton (zwaartekracht), empirisme (observeren, experimenteren, redeneren), Antonie van Leeuwenhoek (microscoop)


Slide 4 - Tekstslide

Inleidend verhaal
Wetenschappelijke kennis kwam in de zeventiende eeuw tot stand door het rationalisme (redeneren) en het empirisme (waarnemen en experimenteren). Er kwamen vele doorbraken in de natuurkunde, wiskunde en sterrenkunde. De overheid begon de wetenschap ook te stimuleren, aan de hand van tijdschriften en academies.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel
  • De leerling kan het begrip wetenschap uitleggen.
  • De leerling kan benoemen welke twee oorzaken tot de 17e eeuw voor belemmeringen zorgen voor de wetenschap.
  • De leerling kan benoemen uit welke twee onderdelen het humanisme bestaat.
  • De leerling kan benoemen en uitleggen uit welke drie stappen de wetenschap (systematische beoefening) bestaat.
  • De leerling kan benoemen welke drie oorzaken leiden tot de wetenschappelijke revolutie.
  • De leerling kan benoemen en uitleggen welke drie oorzaken de wetenschappelijke revolutie stimuleert.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Test jezelf

Slide 11 - Tekstslide

KA 26: De wetenschappelijke revolutie
Leg uit wat het kenmerkend aspect betekent aan de hand van een:
Bijvoorbeeld:

Persoon: Isaac Newton is een voorbeeld van een wetenschapper uit de zeventiende eeuw die door een kritische houding, nieuwsgierigheid en een vaste methode van onderzoek (waarnemen, experimenteren en redeneren) ontdekt, bijvoorbeeld dat de zwaartekracht universeel is: alle materie trekt elkaar aan. 
Begrip: Wetenschappelijke kennis kwam in de zeventiende eeuw tot stand door het rationalisme (redeneren) en het empirisme (waarnemen en experimenteren).
Gebeurtenis: Newton formuleerde zijn wet van de zwaartekracht in 1687 in zijn boek “Mathematical Principles of Natural Philosophy”. 

Slide 12 - Tekstslide

KA 26: De wetenschappelijke revolutie
Leg uit wat het kenmerkend aspect betekent aan de hand van een:
Maar nu in andere woorden dan het voorbeeld:
Persoon:
Begrip:
Gebeurtenis

Slide 13 - Tekstslide

Gebruik bron 1.
Leg uit dat de ideeën van Robert Hooke bij dragen aan
het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie van de
17e eeuw .

Slide 14 - Open vraag

Bekijk de bron.
De Wonderkamer past bij verschillende kenmerkende aspecten van de vroegmoderne tijd.
Leg uit dat de oprichting van de Wonderkamer heeft bijgedragen aan de wetenschappelijke revolutie in de zeventiende eeuw!

Slide 15 - Open vraag

Leg uit, met behulp van bron 1, dat het ontstaan van een wereldeconomie bijdroeg aan de wetenschappelijke revolutie.

Slide 16 - Open vraag

Toen Willem van der Straaten in 1636 hoogleraar werd aan de universiteit van Utrecht, behield hij zijn baan als stadsarts. Hij verplichtte zijn studenten mee te lopen tijdens zijn rondes langs de zieken in het Catharijnegasthuis. Volgens Van der Straaten kon hij daardoor zijn onderwijs beter laten aansluiten op een nieuwe eis die in de zeventiende eeuw aan wetenschap werd gesteld.
2p Leg uit op welke nieuwe eis aan de wetenschap Van der Straaten zijn onderwijs wilde laten aansluiten door zijn studenten te verplichten mee te lopen tijdens zijn rondes in het Catharijne-gasthuis.

Slide 17 - Open vraag