In deze les zitten 64 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
OMA 85 jaar
Wie kent oma het beste?
Slide 1 - Tekstslide
Zit je in de quiz?
A
nee
B
nee
C
ja
D
nee
Slide 2 - Quizvraag
Afbeelding met tekening, clipart, schets, illustratie
Automatisch gegenereerde beschrijving
Slide 3 - Tekstslide
1. Welk soort bloemen gaf opa altijd aan oma?
A
Gerbera
B
Freesia
C
Rozen
D
Chrysanthemum
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
2. Welk voorgerecht maakte oma altijd voor kerst?
A
Zalmtartaar
B
Franse uiensoep
C
Timbaaltje van Hollandse garnalen
D
Mini quiches met geitenkaas
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
3. Welke eigenschap hoort niet bij oma?
A
Eigenwijs
B
Stilzitten
C
Behulpzaam
D
Rissig
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
4. In werk jaartal is de eerste caravan gekocht?
A
1980
B
1981
C
1982
D
1983
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
5. Welk stuk fruit kreeg oma na de oorlog en vondt zij echt niet lekker?
A
Banaan
B
Appel
C
Watermeloen
D
Sinaasappel
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
6. Wat vond oma vroeger nooit een lekkere groente?
A
Boerenkool
B
Boontjes
C
Radijs
D
Wortels
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
7. Wat vond oma vroeger echt niet lekker maar heeft zij door opa leren eten?
A
Nasi
B
Wortels
C
Zuurkool
D
stoofvlees
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
8. Naar welke stad gingen opa en oma voor het laatst op vakantie in Spanje?
A
Malaga
B
Sevilla
C
Bilbao
D
Benidorm
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
9. In welk jaar zijn opa en oma getrouwd?
A
1957
B
1958
C
1959
D
1960
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
10. Op zondag bij oma op de koffie, welke van het rijtje staat er niet op tafel?
A
Taart
B
Chips
C
Bittergarnituur
D
Komkommer
Slide 23 - Quizvraag
11. Welke taart is oma haar specialiteit?
A
Appeltaart
B
Bokkenpootjes taart
C
monchou taart
D
kwarktaart
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
12. Dat oma een geweldige oma is dat weten we allemaal, maar ook in overgroot - oma zijn is zij de beste. hoeveel achterkleinkinderen heeft oma?
A
14
B
15
C
16
D
17
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
13. Wat werd er zondag altijd op tafel gezet?
A
tomaten met mozzerella
B
bittergarnituur
C
garnalen
D
meloen met ham
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
14. Wat is een teken op zondag bij de koffie, dat je nog minimaal een uur blijft?
A
Er start net een nieuwe discussie
B
De frituurpan gaat aan
C
Er komt een pot nieuwe koffie
D
Er komt nieuwe visite aan
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
15. Wat gebruikt oma het meest als opslagmiddel voor voeding?
A
Boterhamzakjes
B
IKEA-zipbags
C
Multivlaai taartdozen
D
Bakjes van de chinees
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
16. Wat voor merk en model auto heeft oma?
A
Volkswagen UP
B
Toyota, Aygo 3-deurs
C
Toyota, Yaris 3- deurs
D
Toyota, Yaris 5 deurs
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Tekstslide
17. Wat kregen Harry en Adriaan vaak tussen de middag van Oma als ze uit school kwamen?
A
Broodje met kaas en ham
B
Broodje garnalen
C
Kopje Chinese tomatensoep
D
Een nasi-schijf
Slide 36 - Quizvraag
18. Wat betekende het als oma aan haar kinderen vroeg: haal de stoffer even op?
A
Ruim dat gebroken glas even op!
B
Ik heb het te druk, doe jij dat even?
C
Je krijgt een pak op je sodemieter
D
Jij maakt de troep, dus ruim jij het ook op!
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
19. Wat is oma's favoriete vervoersmiddel?
A
De auto van Henk Oostra
B
Haar rollator
C
Haar scootmobiel
D
Haar eigen autootje
Slide 39 - Quizvraag
20. Waar/ Welke locatie heeft oma opa voor het eerst ontmoet?
A
In de katholieke kerk in Rotterdam Zuid
B
In Café de kaper aan de zuidstraat in DenHelder
C
In dierentuin Artis in Amsterdam
D
In de vrijgemaakte kerk in Den Helder
Slide 40 - Quizvraag
21. Met wat won oma altijd van opa toen ze jong waren?
A
potje mens erger je niet
B
Potje arm drukken
C
potje sprinten op de dijk
D
glazen bier drinken
Slide 41 - Quizvraag
Slide 42 - Tekstslide
22. In welke stad kwam oma vroeger het liefst?
A
Arhem
B
Leeuwarden
C
Enschede
D
Groningen
Slide 43 - Quizvraag
23. Wat was het beroep van oma haar eerste werkgever?
A
Dierenarts
B
huisarts
C
tandarts
D
Chirurg
Slide 44 - Quizvraag
24. Wat is nummer 13 bij Dilano?
A
Tomatensoep
B
Pasta Carbonara
C
Pizza margarita
D
Carpaccio
Slide 45 - Quizvraag
25. Wie deed de deur open op de snelweg tijdens een ritje met opa en oma?
A
Ineke
B
Daan
C
Ad
D
Marjona
Slide 46 - Quizvraag
26. Hoe bezorgde Harry en Adriaan oma een hartverzakking toen ze jong waren?
A
Ze gingen op zondag naar de kermis
B
Ze zaten op de nok van het dak om naar een muziekkorps te kijken
C
Ze maakte 'per ongeluk' een uitslaand brandje in de schuur
D
Ze probeerde of ze allebei in een keukenkastje pasten.
Slide 47 - Quizvraag
Slide 48 - Tekstslide
Tekst
Slide 49 - Tekstslide
27. Welk punt op de kaart ligt mooi centraal tussen Den Helder en Noord-Oost Nederland, en heeft een gerenommeerd Van der Valk restaurant met live-cooking?
A
Akersloot
B
Akersloot
C
Akersloot
D
Akersloot
Slide 50 - Quizvraag
Slide 51 - Tekstslide
28. In werk centerparc park wou Oma zich niet laten duwen in een rolstoel?
A
Kempervennen
B
Heiderbos
C
Huttenheugte
D
de Eemhof
Slide 52 - Quizvraag
Slide 53 - Tekstslide
29. Op de foto is te zien dat er een bordje wordt vastgehouden, de tekst is echter ‘geblurd’. Welk woord hoort hier te staan?
A
Cute!
B
Mooi!
C
YOLO!
D
Lief!
Slide 54 - Quizvraag
Slide 55 - Tekstslide
30. Op welke adressen hebben opa en oma gewoond?
A
Lombokstraat, Jan verfailleweg, Violenstraat, Zandkreekweg, Marsdiepstraat
B
Eendrachtstraat, Lombokstraat, Jan in het Veldstraat, Zandkreekweg, Marsdiepstraat