Zwakke werkwoorden vt

Spel het woord goed
1 / 18
volgende
Slide 1: Open vraag
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Spel het woord goed

Slide 1 - Open vraag

Spel het woord goed

Slide 2 - Open vraag

Spel het woord goed

Slide 3 - Open vraag

Spel het woord goed

Slide 4 - Open vraag

Spel het woord goed

Slide 5 - Open vraag

verleden tijd

Slide 6 - Woordweb

zwakke
werkwoorden

Slide 7 - Woordweb

Hoe beslis je naar welke letter je moet kijken met de verleden tijd?

Slide 8 - Open vraag

Welk geheugenwoord gebruiken we bij zwakke werkwoorden?

Slide 9 - Open vraag

Wat komt er achter als de laatste letter in 't kofschip staat?

Slide 10 - Open vraag

Wat komt er achter als de laatste letter niet in 't kofschip staat?

Slide 11 - Open vraag

Wanneer krijg je -ten of -den?

Slide 12 - Open vraag

Het meisje _____ op de deur. (kloppen)
De jongens _____ de kaartjes. (ruilen)

Slide 13 - Open vraag

De juf _____ in met het idee van de kinderen. (stemmen)

Slide 14 - Open vraag

Ik _____ de sterren van de hemel. (dansen)

Slide 15 - Open vraag

De boeven _____ weg voor de politie. (rennen)

Slide 16 - Open vraag

De meiden _____ hun gezicht met make-up. (bedekken)

Slide 17 - Open vraag

Willem en Jan _____ de bal door het raam. (gooien)

Slide 18 - Open vraag