Lineair en Exponentieel

Lineair of exponentieel verband
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Lineair of exponentieel verband

Slide 1 - Tekstslide

Een tas met 5 boeken weegt 8,4 kg
Zelfde tas met 2 boeken weegt 5,1 kg
Hoeveel weegt deze tas?
(de boeken zijn even zwaar)
A
2,9 kg
B
1,9 kg
C
2,3 kg
D
3,3 kg

Slide 2 - Quizvraag

Een populatie neemt met 10% per jaar toe
Een jaarlijkse rente van 0,2%
Rekening van een rit met de taxi, vast instaptarief en vaste prijs per km
30 euro zakgeld per maand 
lineair
lineair
exponentieel
exponentieel

Slide 3 - Sleepvraag

Je zet vijftig euro op een spaarrekening met 4,6% rente per jaar.
Hoeveel heb je na 5 jaar?

Slide 4 - Open vraag

Je zet vijftig euro op een spaarrekening met 4,6% rente per jaar.
Hoeveel heb je na 5 jaar?

Slide 5 - Open vraag

Je legt €50 op een in een spaarpot. Elke maand doe je er nog €5 bij
Hoeveel heb je na 5 jaar?

Slide 6 - Open vraag

Je verdient elke week €20 met schoonmaken.
Bereken na hoeveel jaar je €1500 euro hebt.

Slide 7 - Open vraag

Je zet vijftig euro op een spaarrekening met 4,6% rente per jaar.
Bereken na hoeveel jaar je 250 euro hebt.

Slide 8 - Open vraag

Om 12:00 zijn er 100 cellen. Het aantal cellen neemt ieder uur met 30 toe. Geef de formule met t in uren.

Slide 9 - Open vraag

Om 12:00 zijn er 100 cellen. Het aantal cellen neemt ieder uur met 30% toe. Geef de formule met t in uren.

Slide 10 - Open vraag

De toename is 30% per kwartier. Wat is de procentuele toename per uur?
A
120%
B
30%
C
2,8561%
D
185,61%

Slide 11 - Quizvraag

In 2018 heb ik 2500,- op mijn spaarrekening, met vaste rente van 2%
Hoeveel had ik in 2015?

Slide 12 - Open vraag

In 2018 heb ik 2500,- op mijn spaarrekening, met vaste rente van 2%
Bereken wanneer ik 3500,- heb.

Slide 13 - Open vraag

Ik zet mijn geld op de bank met een rente van 3,2% per jaar. Bereken wanneer mijn geld is verdubbeld.

Slide 14 - Open vraag

Ik erf op 1 april €35.000. Elke maand betaal ik hiervan de huur van €475.
Welke maand kan ik nog de volledige huur betalen?

Slide 15 - Open vraag

een hoeveelheid neemt af met 4,3% per uur
Bereken wanneer de hoeveelheid gehalveerd is

Slide 16 - Open vraag

geef aan waarmee je nog wilt oefenen

Slide 17 - Open vraag