Kapitel 2 Leipzig VMBO B/K Stunde 5 Klasse 3

Kapitel 2, Leipzig!
Kapitel 2 Leipzig.
Na Klar! VMBO B/K, Klasse 3

WLJ/FIK
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 2, Leipzig!
Kapitel 2 Leipzig.
Na Klar! VMBO B/K, Klasse 3

WLJ/FIK

Slide 1 - Tekstslide

Heute
-Hausaufgaben korrigieren
-Verben üben
-Hausaufgaben machen

Vandaag ga je zelfstandig aan het werk. Dit betekent dus zelfstandig nakijken, vragen stellen en opdrachten maken. 

Slide 2 - Tekstslide

Hausaufgaben korrigieren
7,8,9 van Lektion 2, Kapitel 2. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Doel

Ik weet wat regelmatige werkwoorden zijn

Ik kan regelmatige werkwoorden vervoegen


Dit is herhaling van de stof!

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de stam van een werkwoord (in het Duits)?
A
de ik vorm
B
de hij vorm
C
het hele werkwoord -n
D
het hele werkwoord -en

Slide 7 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het hele werkwoord - en of - n.
Voorbeeld: 
wohnen = wohn
kaufen = kauf
reisen = reis 

Slide 8 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden (basisregel): uitgangen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn e
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en


Slide 9 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: kaufen, stam: kauf
ich kauf e
du kauf st
er/sie es kauf t
wir kauf en
ihr kauf t
sie kauf en
Sie kauf en


Slide 10 - Tekstslide

du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst

Slide 11 - Quizvraag

Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt

Slide 12 - Quizvraag

ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet

Slide 13 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen

Slide 14 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 15 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche

Slide 16 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 17 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (spielen) gern Tennis.
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
spielst

Slide 18 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Meine Eltern (kommen) Morgen.
A
kommen
B
kommt
C
bekommst
D
komme

Slide 19 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (trinken) ein Wasser, das mir schmeckt
A
trinkst
B
trinkt
C
trinke
D
trinken

Slide 20 - Quizvraag

Wat vind je nog lastig aan het vervoegen van werkwoorden?

Slide 21 - Open vraag

An die Arbeit!
Ga aan het werk met 1,2,3 van Lektion 3, Kapitel 2.
Probeer de opgaven zo goed mogelijk door te lezen!
Eerste 10 minuten in stilte, daarna mag je rustig overleggen.
Muziek luisteren= prima. 
Ben je klaar? Steek dan je hand omhoog, ik kom controleren! Ga daarna verder met de woordtrainer van de licentie.
Niet af? = Huiswerk!

Slide 22 - Tekstslide