H8.3

H8.3
Inloggen LessonUp en boek op tafel.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H8.3
Inloggen LessonUp en boek op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:

  • Ik kan maatregelen opsommen die ontwikkelingslanden effectief vooruithelpen.
  • Ik kan uitleggen waarom afspraken omtrent vrijhandel lastig zijn.
  • Ik kan vormen van ontwikkelingssamenwerk classificeren in stucturele hulp, bilaterale hulp, gebonden of ongebonden hulp en noodhulp.  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom giro555?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten ontwikkelingshulp
Noodhulp = hulp die gericht is op het verlenen van basisbehoeften 
  • Vaak n.a.v. oorlogen, natuurrampen.
  • Voorbeeld: Eten, drinken, medicijnen, tenten en kleding

Structurele hulp = hulp om de oorzaken van armoede te bestrijden.
  • Voorbeeld: Scholing, gezondheidszorg, infrastructuur, werk


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten ontwikkelingshulp
Gebonden hulp = Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden
  • Bijvoorbeeld dat het in Nederland moet worden aangeschaft bij een bedrijf.
Ongebonden hulp = Is hulp zonder voorwaarden
  • Nederland geeft een miljoen aan de VN tegen armoede. 



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij bij de verkiezingen op een partij stemmen die veel of weinig geld geeft aan ontwikkelingshulp?

Geef een argument voor je mening

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cambodja is getroffen door een zware aardbeving en krijgt hulp uit Nederland. Het geld dat het land van ons heeft gekregen, moet in Nederland worden besteed voor nieuwe goederen/diensten.
A
Noodhulp
B
gebonden hulp
C
ongebonden hulp
D
structurele hulp

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een microkrediet wordt verstrekt aan:
A
ontwikkelingslanden
B
hulporganisaties
C
kleine ondernemers in ontwikkelingslanden
D
banken

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Microkrediet zijn kleine leningen aan lokale ondernemers.
2. Deze worden verstrekt door hulporganisaties
A
allebei juist
B
alleen 1 juist
C
alleen 2 juist
D
beide onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het geven van microkredieten is noodhulp.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een microkrediet een vorm van structurele hulp voor gezinnen in een ontwikkelingsland?
A
Zo kunnen gezinnen een bedrijf beginnen
B
Zo kunnen gezinnen maanden langer eten kopen
C
Zo kunnen gezinnen andere schulden afbetalen
D
Zo kunnen gezinnen hun kinderen naar school sturen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij als boer in ontwikkelingsland een microkrediet willen of fairtrade?
Geef een argument voor je mening.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Microkrediet 
  • Kleine lening voor kleine ondernemingen in ontwikkelingslanden 
  • Hulporganisaties bieden microkrediet 


Slide 14 - Tekstslide

Vertellen wat is microkrediet en over de kleine ondernemers. Het effect van vicieuze cirkel uitleggen. 
Grondstoffenovereenkomst
Afspraken om de prijs van grondstoffen stabiel te houden (bv. door buffervoorraden)
  • De prijs van koffie wordt bepaald door vraag en aanbod op de wereldmarkt.
  • Buffervoorraden aanleggen om prijsschommelingen tegen te gaan

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak h8.3
Opdracht: 2 t/m 13 (4, 8 en 11 niet)
Klaar? Maken herhalingsopdrachten
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies