H1 Elektriciteit Samenvatting

H1 Elektriciteit Samenvatting
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1 Elektriciteit Samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

Planning H1 Elektriciteit
wk 48:  H1.2 Elektriciteit
wk 49 H1.3 Elektromagneten  
wk 50 H1.4 Elektronische schakelingen
wk 51: Samenvatting  + Oefentoets H1 (let op verplaatst)
wk 2: Herhaling H1 + bespreken oefentoets
wk3: Blokweek stage
wk 4: PTA H1 Elektriciteit

PTA: H1 woensdag 22 januari 2026



GT (H13, H15 en H16)

Slide 2 - Tekstslide

Geleider en isolator
Vorig jaar heb je al geleerd wat een geleider en een isolator is.
Wie weet het nog?

  • Een geleider laat wel stroom door.
  • Een isolator laat geen stroom door.

Slide 3 - Tekstslide

De meterkast
Hoofdkabel => Komt stroom binnen
Energiemeter=> hoeveel stroom verbruikt je?
Aardlekschakelaar
  • Meet het verlies (lekkage) van stroom
  • I > 30 mA => alles uit
Randaarde: => voert de stroom af via stopcontact mét randaarde
Zekeringen/groepen
  • om overbelasting te voorkomen
  • I > 16 A => zekering van die groep uit


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Ampèremeter
Voltmeter

Slide 6 - Tekstslide

  Serieschakeling     &     Parallelschakeling
Stroomsterkte:
  • Stroomsterkte overal gelijk
  • Stroomtot = stroom1 = stroom2

spanning:
  • Spanning verdeeld zich
  • Spanningtot = Spanning1 + Spanning2 


Weerstand:
  • Totale weerstand (vervangingsweerstand) tel je bij elkaar op
  • Vervangingsweerstand = weerstand1 +          weerstand2 + weerstand3
Stroomsterkte:
  • stroomsterkte verdeelt zich over de stroomkringen
  • Stroomtot = stoom1 + stroom2 + stroom3

spanning:
  • Spanning is gelijk per stroomkring
  • spanningtot = spanning1 = spanning2 = ....


Weerstand:
  • de vervangingsweerstand kun je niet zomaar bij elkaar optellen
  • Vervangingsweerstand = spanningtot : stroomtot

Slide 7 - Tekstslide

Vermogen

Slide 8 - Tekstslide

Vermogen berekenen

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 14: p. 16
Een wasmachine (vermogen van 2 000 W) en een wasdroger ( 2 500 W) zijn met een verdeeldoos aangesloten op één stopcontact van 230 V. 
Laat zien met een berekening zien dat de installatieautomaat van 16 ampère zal uitschakelen zodra je deze twee apparaten tegelijk probeert in te schakelen.

Let op: 
  • groter dan 16 A => uitgeschakeld
  • kleiner dan 16A => blijft aan
Gegevens:
  • vermogen wasmachine = 2000 W
  • vermogen wasdroger = 2500 W
  • Spanning = 230 V
  • vermogen totaal = 4500 W
Gevraagd:
  • Is de stroom groter of kleiner dan 16 A?
Formule:
  • Vermogen = spanning x stroom
  • stroom = vermogen : spanning
Uitwerking:
  • stroom = 4500 : 230 = 19,56 A
Antwoord:
  • Stroom groter dan 16 A => uitschakeling

Slide 10 - Tekstslide

Type magneten

Permanente magneet => Is altijd magnetisch


Elektromagneet => Wordt magnetisch wanneer er stroom door de spoel loopt





Slide 11 - Tekstslide

Een eenvoudige elektromagneet bestaat uit een spoel waar stroom doorheen gaat en een ijzeren kern


De kern zorgt voor een sterker magneetveld. Door de ijzeren kern gaat geen stroom.
Spoel
Weekijzeren kern

Slide 12 - Tekstslide

Relais (startmotor auto)
  • Maakt gebruik van een elektromagneet.
  • Is een schakelaar op afstand
  • Als er stroom door loopt, wekt dit een magnetisch veld op
  • Je hebt 2 stroomkringen nodig. 

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg Reedcontact
  • Wordt gebruikt als schakelaar / sensor
  • schakelaar die werkt op een magneet
  • Magneet bij reedcontact => gesloten contact => stroom

  • Toepassingen:
    - positie/niveau sensor
    - fietscomputer/ km-teller
      - inbraakalarm raam

Slide 14 - Tekstslide

De fietsdynamo 

Een permanente magneet beweegt langs de spoel en magnetiseert een weekijzerenkern.

Als de dynamo wordt aangedreven, begint de magneet te draaien. => daardoor gaat er wisselstroom lopen in de spoel 

=> zo werkt elke elektriciteitscentrale

LET OP => ALTIJD WISSELSTROOM

Slide 15 - Tekstslide

De transformator
Transformeert (veranderd) de spanning: Stopcontact 230 V, maar telefoon moet 5 V hebben, Ai....

De transformator kan de spanning veranderen (transformeren).
Hij kan de spanning omhoog brengen en omlaag brengen.
Een ideale transformator is een transformator zonder energie verlies

Slide 16 - Tekstslide

Condensator
Dynamo
Transistor

Slide 17 - Tekstslide

Automatische schakelingen
  1. De SENSOR:  weerstanden die reageren op licht (LDR) / temperatuur (NTC)
  2. De VERWERKER: Beslist of er iets gebeurd: Relais en Transistor
  3. De ACTUATOR: voert de actie uit: motor die deur opent, lamp / verwarming aan doet

  • Condensatoren: soort oplaadbare batterij (tijdelijk energieopslag)

Slide 18 - Tekstslide

NTC
Negative Temp. Coëfficient





  • Reageert op temperatuur
  • Temperatuur omhoog =>
                         weerstand omlaag
LDR
Light dependent resistant





  • Reageert op licht
  • Meer Licht =>                                            weerstand omlaag

Slide 19 - Tekstslide

Diode en LED
Diode: 
  • Schakelonderdeel dat één kant stroom doorlaat!

Led: 
  • is een diode die licht uitzendt
  • light emitting diode
  • Wordt vaak gebruikt als controlelampjes

Slide 20 - Tekstslide

Transistor
Transistor heeft 3 aansluitpunten:
* Basis
* Collector
* Emitter

UIT: Geen stroom op Basis => geen stroom van Collector naar Emitter

AAN: Stroom op Basis => stroom gaat lopen van Collector naar Emitter

Slide 21 - Tekstslide

Kleurcodering: Binas 11 
Reken uit hoe groot bovenstaande weerstand is?
  • geel 
  • paars 
  • rood 
  • 4,7 kΩ 

Slide 22 - Tekstslide

Weerstand berekenen:

Weerstand = spanning : stroom
        [Ω]             [W]          [A]

Een televisie is aangesloten op de huisinstallatie. 
De weerstand is 200 Ω. 
Bereken de stroomsterkte door de televisie. 
Laat je berekening zien. 
Gegevens:
  • weerstand = 200 Ω
  • Spanning = 230 V
Gevraagd:
  • Stroomsterkte = ? A
Formule:
  • Weerstand = spanning : stroom
  • Stroom = spanning : weerstand
Uitwerking:
  • Stroom = 230 : 200 = 1,5 A
Antwoord:
  • Stroomsterkte is 1,15 Ampère

Slide 23 - Tekstslide

Condensator (soort oplaadbare batterij)
Condensator                                                          Symbool
Een soort oplaadbare batterij: Schakelonderdeel waarin een kleine hoeveelheid elektrische energie kan worden opgeslagen.

Slide 24 - Tekstslide

Een schakeling met condensator
Als je de schakelaar
sluit => laadt de condensator op. 

Als je daarna de schakelaar opent => lamp blijft even branden op de stroom van de condensator.

Slide 25 - Tekstslide

Condensator

Slide 26 - Tekstslide

Nog vragen???
Morgen is de oefentoets, neem een opgeladen laptop mee (evt oplader meenemen!!!)

Slide 27 - Tekstslide