7.1 Wat is de overheid?

H7 Wie heeft het voor het zeggen?
Paragraaf 7.1 Wat is de overheid?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7 Wie heeft het voor het zeggen?
Paragraaf 7.1 Wat is de overheid?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Overheid

Slide 3 - Woordweb

Burgers

Slide 4 - Woordweb

Bedrijven

Slide 5 - Woordweb

Leerdoelen 7.1
  • Je kunt de vier overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
  • Je kun tuitleggen met wat voor financiële maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt.
  • Je kunt uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen.
  • Je kunt het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector uitleggen.
  • Je kunt uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert.

Slide 6 - Tekstslide

Welke overheid regelt dat
In ons land zijn er verschillende overheidslagen.
De centrale overheid is het rijk of de rijksoverheid.
De lagere overheden zijn de provincie en de gemeente.
Ook de waterschappen behoren tot de lagere overheden.
Op de volgende sheet staan hun taken:

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Aanmoedigen en ontmoedigen
De overheid wil dat we gezonder leven, minder vervuilen en minder energie verbruiken. Daarom probeert ze het gedrag van burger te beïnvloeden. Dit doen ze door:
  • Subsidie te geven op producten die de overheid wil stimuleren, zoals een zonneboiler.
  • Accijns te heffen op producten die schadelijk zijn of slecht voor het milieu, zoals alcohol.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe probeert de overheid gedrag van burgers te beïnvloeden?
A
Door verboden op te leggen
B
Door alleen subsidies te gebruiken
C
Door subsidies en accijns te gebruiken
D
Door alleen accijns te gebruiken

Slide 10 - Quizvraag

Collectieve sector
De overheid levert en betaal voorzieningen waarvan iedereen gebruik kan maken, dit zijn collectieve goederen.
Deze worden geleverd door de collectieve sector, die bestaat uit de overheid en instellingen voor de sociale zekerheid.
Er zijn collectieve goederen omdat:
  • Voor iedereen van belang zijn. (politie)
  • Een vaste kwaliteit moeten hebben (rechtspraak
  • Niet apart betaalbaar is (straatverlichting)
  • Voorzieningen voor iedereen betaalbaar moeten zijn (onderwijs)

Slide 11 - Tekstslide

Waarom moeten voorzieningen voor iedereen betaalbaar zijn?
A
Om de overheidsuitgaven te verlagen.
B
Om gelijke toegang tot essentiële diensten te garanderen.
C
Om winst te maken.
D
Om de vraag te stimuleren.

Slide 12 - Quizvraag

Particuliere sector
  • De particuliere sector bestaat uit burgers en bedrijven.
  • Bedrijven in de particuliere sector proberen winst te maken.
  • Hierbij is dus altijd sprake van marktwerking.
  • Dat betekent dat aanbieders van producten met elkaar concurreren om klanten de krijgen.
  • Hierbij concurreren ze met prijen en kwaliteit.
  • De particuliere sector werkt soms voor de overheid.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het doel van bedrijven in de particuliere sector?
A
Winst maken.
B
Samenwerken met de overheid.
C
Hulp bieden aan de overheid.
D
Geen winst maken.

Slide 14 - Quizvraag

Privatisering
  • Soms vindt de overheid dat het aanbieden van bepaalde goederen of diensten geen overheidstaak meer is. Ze kunnen dan besluiten tot privatisering.
  • Privatisering betekent dat particulieren bedrijven deze taken in handen krijgen. Treinvervoer en postbezorging zijn voorbeelden hiervan.
  • Het doel hiervan is concurrentie en dat daardoor de prijs en dienstverlening verbetert. 
  • Het tegenovergestelde van privatiseren is nationaliseren

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat is privatisering?
A
Het verhogen van de belastingen op goederen en diensten
B
Het bevorderen van samenwerking tussen bedrijven
C
Het overdragen van taken aan particuliere bedrijven
D
Het behouden van taken in handen van de overheid

Slide 17 - Quizvraag

Je kunt nu
  • Je kunt de vier overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
  • Je kun tuitleggen met wat voor financiële maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt.
  • Je kunt uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen.
  • Je kunt het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector uitleggen.
  • Je kunt uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert.

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 7.1 
  • Collectieve goederen
  • Collectieve sector
  • Innovatie
  • Marktwerking
  • Particuliere sector
  • Privatisering

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten: 7.1: 2, 5, 6, 7, 9, 10 en 11 
Maken Rekenopdrachten: 3, 4 en 6 
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 7.1
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 7.1 
 

timer
25:00

Slide 20 - Tekstslide