8.2 Energie in ecosystemen

8.2 Energie in ecosystemen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.2 Energie in ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Je leert hoe energie door een ecosysteem heen stroomt.


Termen
  • Autotroof
  • Heterotroof
  • Energiestroomschema
  • piramide van productiviteit
  • Bruto Primaire Produktie
  • Netto Primaire Productie
  • eutrofiëring/algenbloei

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Productie
Planten leggen door fotosynthese energie uit zonlicht vast in chemische energie (energierijke organische stof) 
= Bruto primaire productie (BPP)

Planten gebruiken gevormde organische stof als:
- brandstof: dissimilatie
- bouwstof: aanmaak van weefsels voor groei/ontwikkeling 
= Netto primaire productie (NPP)



Slide 5 - Tekstslide

BPP en NPP
Alle producenten in een ecosysteem:

Bruto primaire productie (BPP): De totale hoeveelheid energie die alle producenten vastleggen in hun organische stoffen (bijv. glucose).

Netto primaire productie (NPP): De hoeveelheid energie die alle producenten vastleggen in hun organische stoffen minus de energie die ze zelf gebruiken (via dissimilatie) voor levensprocessen. BPP – dissimilatie = NPP

Voedselconversie: Het omzetten van organische stoffen van het ene organisme naar het andere

Slide 6 - Tekstslide

Neem de bioplek animatie (zie link volgende slide) goed door!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Trofische 
Trofische niveaus weergegeven in piramidevorm
  • trofe=voedselniveau
  • Autotroof
  • Heterotroof
  • Massa weergegeven in grafische vorm: piramides
  • als drooggewicht

Slide 9 - Tekstslide

Energiestroomschema


Slide 10 - Tekstslide

Een boom is een voorbeeld van een autotroof organisme, omdat..
A
Hij zuurstof maakt
B
Hij zichzelf voedt
C
Hij CO2 maakt
D
Hij anderen voedt

Slide 11 - Quizvraag

Voedselweb
Wie zijn de:
Producenten?
Reducenten?
Detrituseters?
Consument van de 2e orde?

Slide 12 - Tekstslide

Sleep de termen naar de juiste beschrijvingen toe:
Deze organismen zetten de organische stoffen in detritus om in anorganische stoffen
Deze organismen assimileren organische stoffen
Deze organismen doen aan voortgezette assimilatie. Ze nemen organische stoffen op uit hun omgeving
producenten
consumenten
reducenten

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Link

Onderdeel van maaibeheer is dat er besloten wordt wat er met het maaisel gebeurt.
Geef een ecologisch voordeel als er besloten wordt om na het maaien het maaisel te laten liggen in het natuurgebied.

Slide 15 - Open vraag

Biomassa
Piramide van biomassa
  • Deze piramide heeft 'altijd' een piramidevorm
  • In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Slide 16 - Tekstslide

biomassa per schakel in kg
piramide van biomassa

Slide 17 - Tekstslide

Verlies van energie
Bij een piramide van energie en biomassa zie je dat bij elke schakel omhoog er energie verloren gaat. Dit komt door de volgende processen:

- Dissimilatie: Elk trofisch niveau gebruikt organische stoffen voor de eigen dissimilatie, deze energie wordt verbruikt. 
- Niet alles wordt gegeten: Niet elk organisme uit een trofisch niveau wordt gegeten door het volgende trofisch niveau (deze gaan dood en naar reducenten
- Niet alles is verteerbaar: Organismen bestaan deels uit onverteerbare delen (deze onverteerbare resten gaan naar reducenten of fossiliseren)
- Organisch afval: Organismen scheiden organisch afval uit, bijv. uitwerpselen, afgevallen bladeren, huid, haar en veren, deze gaan naar de reducenten

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welke van de onderstaande processen is geen voorbeeld van verlies aan biomassa/energie door de organisme bij een volgende trofisch niveau in de biomassa piramide?
A
dissimilatie
B
uitscheiding
C
dode materiaal
D
fotosynthese

Slide 21 - Quizvraag

De processen die zorgen voor verlies van energie worden weergegeven in een energiestroomschema. Van het voedsel dat binnenkomt (I) blijft voor de volgende schakel in een voedselketen slechts de energie vastgelegd in weefsel (P) over. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Verwerking
- Maak van 8.2 opdracht 1 t/m 10

Slide 25 - Tekstslide