Hoe maak je multiple choice vragen van het Engelse leesvaardigheid examen

Hoe maak je multiple choice vragen van het Engelse leesvaardigheid examen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe maak je multiple choice vragen van het Engelse leesvaardigheid examen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de multiple choice vragen maken van het Engelse leesvaardigheid examen.

Slide 2 - Tekstslide

Benadruk het belang van het beheersen van deze vaardigheid en zorg ervoor dat de studenten weten wat ze aan het einde van de les moeten kunnen.
Wat weet je al over het maken van multiple choice vragen van het Engelse leesvaardigheid examen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn multiple choice vragen?
Multiple choice vragen zijn vragen waarbij je uit een aantal antwoorden het juiste antwoord moet kiezen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat multiple choice vragen zijn en zorg ervoor dat de studenten begrijpen wat er van hen wordt verwacht.
Waarom wordt deze vaardigheid getest?
Deze vaardigheid wordt getest omdat het belangrijk is om te kunnen begrijpen wat er wordt gevraagd en om het juiste antwoord te kunnen kiezen.

Slide 5 - Tekstslide

Geef aan waarom deze vaardigheid belangrijk is en leg uit hoe het in de praktijk kan worden toegepast.
Lees de vraag zorgvuldig
Lees de vraag zorgvuldig en zorg ervoor dat je de vraag begrijpt voordat je de antwoorden leest.

Slide 6 - Tekstslide

Benadruk het belang van het zorgvuldig lezen van de vraag en laat voorbeelden zien van vragen die verkeerd kunnen worden begrepen als ze niet zorgvuldig worden gelezen.
Lees alle antwoorden
Lees alle antwoorden zorgvuldig voordat je een antwoord kiest.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit waarom het belangrijk is om alle antwoorden te lezen en geef voorbeelden van antwoorden die op het eerste gezicht goed lijken, maar eigenlijk fout zijn.
Let op signaalwoorden
Let op signaalwoorden in de vraag en de antwoorden. Deze woorden kunnen je helpen het juiste antwoord te vinden.

Slide 8 - Tekstslide

Geef voorbeelden van veel voorkomende signaalwoorden en hoe deze kunnen helpen bij het vinden van het juiste antwoord.
Elimineer foutieve antwoorden
Elimineer foutieve antwoorden en kies het beste antwoord uit de overgebleven opties.

Slide 9 - Tekstslide

Laat zien hoe je foutieve antwoorden kunt elimineren en leg uit waarom dit nuttig kan zijn bij het vinden van het juiste antwoord.
Zoek naar aanwijzingen in de tekst
Zoek naar aanwijzingen in de tekst die je kunnen helpen het juiste antwoord te vinden.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe de tekst kan worden gebruikt om aanwijzingen te vinden en geef voorbeelden van hoe dit kan worden toegepast.
Pas op voor afleiders
Pas op voor afleiders in de vraag en de antwoorden. Deze kunnen je in de war brengen en je laten kiezen voor een fout antwoord.

Slide 11 - Tekstslide

Geef voorbeelden van veel voorkomende afleiders en leg uit hoe deze kunnen worden vermeden.
Samenvatting
Zorg ervoor dat je de vraag zorgvuldig leest, alle antwoorden leest, signaalwoorden opmerkt, foute antwoorden elimineert, aanwijzingen in de tekst zoekt en afleiders vermijdt.

Slide 12 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en herhaal het leerdoel.
Voorbeeldvragen

Slide 13 - Tekstslide

Zorg voor voldoende voorbeeldvragen en feedback op de antwoorden om de studenten te helpen hun vaardigheden te verbeteren.
Stap 1: Bekijk de tekst
Kijk goed naar:
de titel
de tussenkopjes
evt.plaatjes en bijschriften
opvallende woorden
=> daarmee koppel je de tekst en het thema aan jouw voorkennis en het kan je helpen antwoorden te voorspellen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Lees de vraag
+ de antwoorden  (indien multiple choice, meestal ook handig)

Wat voor soort vraag is het?
Wat wordt er van mij verwacht?
Waar moet je zoeken in de tekst? (Opvallende woorden,
                                                                   soms is een alinea aangegeven)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: Lees het tekstgedeelte
tijdens het lezen:              markeren!

weet je een woord niet?
- kan je het uit de rest van de zin afleiden?
- lijkt het op een woord uit een andere taal die je kent (spreek het in je hoofd uit)
- kan je het delen in woordstukjes die je wel begrijpt?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Beantwoord de vraag
=> kijk bij multiple choice eerst of je antwoorden al weg kunt strepen (verhoogt je kans op een goed antwoord)
=> zoek in de tekst naar woorden uit de vraag en signaalwoorden (voorbeelden, opsomming, ...)
=> staat de vraag in het Nederlands, antwoord in het Nederlands (tenzij anders aangegeven)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.