Voorbereiding toets blok 1 t/m 3

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
TrainingsleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent preventie?
A
Reageren
B
Handelen
C
Voorkomen van

Slide 2 - Quizvraag

Waar staat ICE voor?
A
IJs, Compressie, Elevatie
B
Immobilisatie, Compressie, Elevatie
C
Immobilisatie, Contour, Elevatie

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we het proces waarbij we alle bruikbare stoffen uit onze voeding halen?
A
Brandproces
B
Energiebehoefte
C
Spijsvertering

Slide 4 - Quizvraag

Uit welke 2 delen bestaat de warming-up?
A
Algemene en precieze fase
B
Algemene en specifieke fase
C
Rekken en strekken

Slide 5 - Quizvraag

Aëroob
A-lactisch
An-aëroob
Lactisch
Energiesystemen
Sleep het juiste antwoord
Wel zuurstof (Zuurstofsysteem)
Geen zuurstof (CrP+ Melkzuursysteem)
Geen Melkzuur (CrP + zuurstofsysteem)
Wel Melkzuur (Melkzuursysteem)

Slide 6 - Sleepvraag

De ademhaling wordt,
naarmate we ouder worden,
steeds efficiënter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

            Bloedsomloop

Slide 8 - Tekstslide

Bloedsomloop
Belangrijke stoffen in ons bloed 
Stoffen
Functie
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Bloedplaatje
Bloedplasma
Transport O2 en CO2
Bestrijding ziektes en bacteriën
Genezing van wondjes
Houdt bloed vloeibaar

Slide 9 - Sleepvraag

Buikademhaling:
'Deze vindt plaats door het aanspannen van het middenrif.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Motoriek

Slide 11 - Tekstslide

Fast-twitch vezels
kom je veel tegen bij duursporters, die vaak gedurende lange tijd energie moeten leveren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

De drie soorten spierweefsels zijn
A
Hard, zacht en dwarsgestreept
B
Glad, zacht en horizontaal
C
Glad, hard en dwarsgestreept
D

Slide 13 - Quizvraag

Agonist
Concentrische contractie
Sleep het juiste antwoord bij het begrip
Synergist
Antagonist
Spier die de beweging maakt
De spier wordt korter
Spier die de agonist helpt
 ‘Tegenoverliggende’ spier

Slide 14 - Sleepvraag

Statische contractie
Excentrische contractie
Sleep het juiste antwoord bij het begrip
Cross-bridge
Spier blijft in lengte gelijk
Verbinding tussen actine en myosine
De spier wordt langer

Slide 15 - Sleepvraag

Zenuwstelstel
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit:
A
De hersenen en ruggenmerg
B
Alle banen tussen de zintuigen, hersenen en spieren

Slide 16 - Quizvraag

Welke spier is dit?
A
m. Deltoïdeus
B
M. Gluteus Maximus
C
M. Hamstrings
D
M. Soleus

Slide 17 - Quizvraag

Welke spier is dit?
A
M. Quadriceps
B
M. Iliopsoas
C
M. Latissimus Dorsi
D
M. Tibialis Anterior

Slide 18 - Quizvraag

Welke spier word hier aangewezen?
A
M. Iliopsoas
B
M. Erector Spinae
C
M. Latissimus Dorsi
D
M. Rectus Abdominus

Slide 19 - Quizvraag

Os. Scapula
Os. Radius
Os. Tibia
Os. Femur
Os. Ulna 
Os. Pelvis 
Columna Vertebralis

Slide 20 - Sleepvraag

Wat betekend 'Origo'?
A
Beginpunt van de spier
B
Middelpunt van de spier
C
Eindpunt van de spier
D
Zijkant van de spier

Slide 21 - Quizvraag