Verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden en leesles
WELKOM!
Leg je boek alvast op blz. 236.
timer
5:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
WELKOM!
Leg je boek alvast op blz. 236.
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je op de juiste manier verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden naar vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden.
Slide 2 - Tekstslide
zelfstandig naamwoord
verwijswoorden
enkelvoud, mannelijk
hij, hem, zijn
enkelvoud, vrouwelijk
zij, ze, haar
enkelvoud, onzijdig
het, zijn
meervoud bij personen
zij, ze, hen
meervoud bij dieren/dingen
ze, hun
Slide 3 - Tekstslide
Vul in wat op de puntjes hoort.
Omdat mama ziek is, neemt ..... een paracetamol.
Slide 4 - Open vraag
Vul in wat op de puntjes hoort.
De kinderen vragen hun ouders om .... te helpen met huiswerk.
Slide 5 - Open vraag
Vul in wat op de puntjes hoort.
De voetballer heeft een blessure. Daarom heeft ..... verband om zijn been. Dat ondersteunt....... .
Slide 6 - Open vraag
Vul in wat op de puntjes hoort.
De pakjes appelsap staan in de koelkast, zodat ..... lekker koel blijven.
Slide 7 - Open vraag
Vul in wat op de puntjes hoort.
Het schoentje past niet, omdat .... te klein is.
Slide 8 - Open vraag
Maken/huiswerk
Blz. 236 en 237:
Opdracht 1, 2, 4 en 5.
Klaar: lezen.
Slide 9 - Tekstslide
Lesdoel behaald? Lukt dit nu?
Aan het eind van de les kun je op de juiste manier verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden naar vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden.
Slide 10 - Tekstslide
WELKOM!
Leg je huiswerk van blz. 236 alvast open neer en pak een nakijkpen.