H5 Formuleren, havo 2

H5 Formuleren 
Variëren in zinslengte

Aan het einde van deze les:
  • kun je variëren in zinslengte
  • kun je benoemen waarom dit belangrijk is

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5 Formuleren 
Variëren in zinslengte

Aan het einde van deze les:
  • kun je variëren in zinslengte
  • kun je benoemen waarom dit belangrijk is

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak je ook alweer lange zinnen?
A
Je gebruikt een puntkomma.
B
Je gebruikt een dubbele punt.
C
Je gebruikt verbindingswoorden.
D
Je gebruikt signaalwoorden.

Slide 3 - Quizvraag

Enkelvoudige of samengestelde zin?

Hij zegt dat ik lui ben.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 4 - Quizvraag

Enkelvoudige of samengestelde zin?

Jan loopt met zijn drie vrienden door de dierentuin.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 5 - Quizvraag

Enkelvoudige of samengestelde zin?

Mijn neefje zegt dat hij dat ook vindt.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 6 - Quizvraag

Nieuwe lesstof

Slide 7 - Tekstslide

Een echte prinses

Hanne is heel blij. Vandaag ontmoet ze een echte prinses! 
Hannes oma is reporter. Zij kent veel beroemde mensen.
Vandaag schrijft oma over het paleis.
‘Is het werkelijk een echte prinses?’ vraagt Hanne.
Oma glimlacht. Ze knikt.
In het kasteel moeten ze wachten. Ze wachten in een grote zaal.
De deur gaat open.
Er komt een teckel binnen.
‘Dag, prinses Adelheid’, zegt oma.
Ze aait de hond.
Hanne kijkt teleurgesteld. Is dít de prinses?

Sandra Grimm en Katharina Wieker, De leukste verhalen over prinsessen. Zuidnederlandse Uitgeverij NV, Aartselaar (België) 2013

Slide 8 - Tekstslide

Voor wie is deze tekst geschreven en waaraan zie je dat?

Slide 9 - Open vraag

Variëren in zinslengte
Wissel af tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.

  • enkelvoudige zin: zonder signaalwoord, 1 persoonsvorm
  • samengestelde zin: signaalwoorden, meerdere persoonsvormen.

Slide 10 - Tekstslide

Variëren in zinslengte
Je maakt teksten prettiger leesbaar door verbindingswoorden/signaalwoorden.
Maak zinnen interessanter door ze samen te voegen.

Ties schrijft een tekst over skateboarden. Valentijn schrijft een tekst over pizza.
Ties schrijft een tekst over skateboarden en Valentijn een tekst over pizza.

Kies het signaalwoord zorgvuldig!




Slide 11 - Tekstslide

Waarom zouden alleen korte zinnen in een tekst niet goed zijn?

Slide 12 - Open vraag

Waarom zouden alleen maar lange zinnen in een tekst niet goed zijn? Bedenk twee antwoorden.

Slide 13 - Open vraag

Welk signaalwoord kun je hier gebruiken?

Doe je bord in de vaatwasser... je klaar bent met eten.
A
als
B
terwijl
C
omdat
D
wanneer

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer maak je als schrijver snel een zinsbouwfout?
A
Als je korte zinnen schrijft.
B
Als je een lange zin schrijft.
C
Als je je spelling niet op orde hebt.
D
Als je lang van stof bent.

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort zinnen zijn moeilijker te begrijpen voor een lezer?
A
samengestelde zinnen
B
enkelvoudige zinnen

Slide 16 - Quizvraag

Maak van deze twee enkelvoudige zinnen een samengestelde zin door een signaalwoord te gebruiken.

Hanne is heel blij. Vandaag ontmoet ze een echte prinses!

Slide 17 - Open vraag

Je weet nu:

  • hoe je kunt variëren in zinslengte en
  • waarom dit belangrijk is

Maak opdracht 3, 4 en 5 (blz.153).
Nieuw Nederlands online, H5 Formuleren.
Klaar? Verder werk aan je boekopdracht.

Slide 18 - Tekstslide

Ik kan variëren in zinslengte en kan benoemen waarom dit belangrijk is.

😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 20 - Open vraag

Feedback
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders zien?

Slide 21 - Open vraag