Sociaal - maatschappelijke dimensi

Krantenkop
Wat viel je op afgelopen week?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Krantenkop
Wat viel je op afgelopen week?

Slide 1 - Tekstslide

Sociaal - maatschappelijke dimensie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Doelstellingen

Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:
wie jij bent;
normen en waarden;
cultuur;
jouw rol in de maatschappij.


Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht
Loop door de klas en probeer in zeven minuten zoveel mogelijk overeenkomsten tussen jou en jouw klasgenoten te vinden. Denk aan hobby’s, woonplaats, sport en leeftijd.
Schrijf de naam van de klasgenoot op met daarachter de gevonden overeenkomst.
Noteer vijf overeenkomst die in de klas gevonden zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Identiteit
Alle persoonlijke kenmerken die bij jou horen.
Bijvoorbeeld:
  • Geslacht
  • Karakter
  • Geaardheid
  • Afkomst
  • Uiterlijk
  • Beroep
  • Hobby’s
  • Geloofsovertuiging


Slide 5 - Tekstslide

Anna
Vrouw
Vrolijk, chaotisch, zorgzaam
Anna valt op mannen
Anna is Nederlandse
Anna werkt als Helpende in de zorg.
Anna danst graag in haar vrije tijd.
Anna is niet gelovig.

Slide 6 - Tekstslide

Karaktereigenschappen
Persoonlijke eigenschappen die je hebt. Hier wordt je vaak mee geboren, maar sommige ontwikkel je ook pas later.

 Agressief,  Bescheiden, Behulpzaam, Creatief,
  Eigenwijs, Eerlijk, Flexibel,
       Gehoorzaam, Grappig, Slim, Sociaal


Slide 7 - Tekstslide

Normen en waarden

Waarden: dingen die je belangrijk vindt.

Normen: gedragsregels die bij een waarde horen.
Voorbeeld
Waarde: behulpzaamheid
Norm: een zitplaats afstaan aan een zwangere vrouw


Slide 8 - Tekstslide

Veel normen zijn ongeschreven regels.



Voorbeeld: bij de waarde respect
hoort de norm ‘u’ zeggen tegen
een ouder iemand.


Slide 9 - Tekstslide

Sommige normen zijn geschreven regels.




Voorbeeld: bij de waarde veiligheid
hoort de norm niet door een rood
verkeerslicht rijden.

Slide 10 - Tekstslide

Socialisatie
Het aanleren van normen en waarden.
Waar of van wie leer je dit?
  • thuis
  • op school
  • in een vriendengroep
  • bij de sportclub
  • op je werk
  • vanuit je geloof


Slide 11 - Tekstslide

Groepsnormen
Gedragsregels die in een bepaalde groep gelden.
In iedere groep gelden weer andere regels.

Slide 12 - Tekstslide

Rollen
In iedere groep heb je een andere rol en gedraag je je anders.
Thuis: Rol van zoon/dochter
School: Rol van student
Stage: Rol van ''professional''

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Blz. 15 tot en met 25

Slide 14 - Tekstslide

Lezen

Slide 15 - Tekstslide

Cultuur


De gewoonten, tradities, rituelen
en symbolen van een groep mensen.

Slide 16 - Tekstslide

Gewoonten
Dingen die je steeds weer op een bepaalde manier doet.
Voorbeeld: Max drinkt altijd eerst
een kop koffie nadat hij is opgestaan.




Slide 17 - Tekstslide

Tradities
Gebruiken die van de ene generatie op de andere generatie worden doorgegeven.
Voorbeeld: kinderen zetten hun schoentje tijdens het Sinterklaasfeest.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide