Warmte en Energie

Warmte en Energie
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Warmte en Energie

Slide 1 - Tekstslide

1. Warmtebronnen geven thermische energie af
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

2. De brandstof in een hoogoven is cokes
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Link

3. In brandstof zit chemische energie.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

4. De verbranding van brandstof is een natuurkundig proces.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

5. 1 kg hout levert bij verbranding evenveel energie als 1 kg steenkool.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

6. Als aardgas volledig verbrandt, ontstaat afval dat je op moet ruimen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

7. aardgas verbranden veroorzaakt luchtvervuiling.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

8. Bij volledige verbranding van aardgas ontstaan CO2 en H2O
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

9. Water toon je aan met blauw kopersulfaat
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

9. Water toon je aan met blauw kopersulfaat
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

10. Bij onvolledige verbranding van aardolie ontstaat CO
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

11. Als in een ruimte wordt gestookt, moet je alle kieren van die ruimte dichtplakken voor de veiligheid.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

12. radiatoren van de centrale verwarming moet je isoleren
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

13. metalen zijn goede warmtegeleiders
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

14. de verbrandingswarmte is de hoeveelheid energie die vrijkomt bij verbranding van een stof
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

15. Een andere naam voor warmte is chemische energie
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

16. warmteverlies voorkom je door harder te stoken
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

17. voor transport van warmte door straling is een tussenstof nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

https://inask.nl/index.php/16-Onderwerpen/Energie-Straling/136-warmtetransport 

Slide 31 - Tekstslide

18. een hoogrendementsketel is zuiniger dan een laagrendementsketel
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

https://www.energiebespaarlening.nl/particulieren/energiebesparende-maatregelen/hoogrendementsketel/ 

Slide 33 - Tekstslide

19. Verwarming met een elektrische kachel is milieuvriendelijk als de stroom uit een kolencentrale komt
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

hoe gaat de luchtstroom?

Slide 35 - Tekstslide

3 naar 4
2 naar 1 

Slide 36 - Tekstslide

https://www.visser-assen.nl/blog-en-nieuws/beste-bouwkachel-kopen 

Slide 37 - Tekstslide

Met de warme lucht komen ook de verbrandingsgassen in de ruimte. Het is daarom belangrijk de loods goed te ventileren.
Wat wordt toegevoerd door goede ventilatie?
A
koolstofdioxide
B
stikstof
C
zuurstof

Slide 38 - Quizvraag

De inhoud van de brandstoftank is 25 L (1 L = 1 dm3).
Bereken hoeveel MJ energie de kachel heeft omgezet als 25 L petroleum is verbrand. Gebruik bij je berekening de tabel ‘Verbrandingswarmte van enkele stoffen’ in Binas.

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Video

Als er minder brandstof wordt gebruikt, ontstaan er ook minder verbrandingsgassen.
Een van deze verbrandingsgassen versterkt het broeikaseffect.
Welk gas versterkt het broeikaseffect?
A
zuurstof
B
koolstofmonoxide
C
koolstofdioxide
D
stikstof

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Video

Hoe komt de warmte van de zon vooral onder het glas?
A
door geleiding
B
door straling
C
door stroming

Slide 43 - Quizvraag

Het opwekken van elektriciteit op deze manier heeft voordelen voor het milieu.
Schrijf één voordeel op.

Slide 44 - Open vraag

Slide 45 - Video

waar is het het warmst?

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Waardoor wordt het in de iglo niet zo koud als buiten?
A
De temperatuur van sneeuw is altijd rond het vriespunt.
B
sneeuw geleidt
C
sneeuw isoleert

Slide 48 - Quizvraag

De temperatuur in de iglo blijft rond het vriespunt.
Om het toch wat behaaglijk te hebben, maken de Eskimo’s een vuurtje in de iglo.
Het vuur verwarmt de mensen in de iglo.
Door welke twee vormen van warmtetransport komt de warmte van het vuur vooral bij de mensen in de iglo?

Slide 49 - Open vraag