EVE Zakelijke e-mail: Les 2

Zakelijke e-mail schrijven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen!
  • Huiswerk bespreken
  • Terugblikken op de vorige les
  • Lesdoel bespreken
  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Indeling 
1. Adres van ontvanger
2. Onderwerp

3. Aanhef

4. Inleiding
5. Kern
6. Slot

7. Slotformule

8. Voor- en achternaam


Aan:   e-mail adres van de geadresseerde ( degene die de e-                     mail moet ontvangen.)

Onderwerp:  Hier vul je kort in waar de mail over gaat.

Aanhef:    Geachte heer/ mevrouw,  of Geachte mevrouw Teller, 

Inleiding: Mijn naam is. Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail,  omdat.........

Kern:   Je vertelt waar het echt om gaat.

Slot:   Je vertelt wat je van de ontvanger verwacht. ( Ik hoop......

Slotformule:  Met vriendelijke groet,  Hoogachtend, 

Je voor- en achternaam:  Samantha de Rade

Let op: witregels tussen de verschillende onderdelen

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
  • Ik weet wat het tekstdoel is bij een zakelijke e-mail en voor welk publiek een zakelijke e-mail is bedoeld. 
  • Ik weet wat de juiste indeling is van een zakelijke e-mail. 
  • Ik weet dat formeel taalgebruik hoort bij een zakelijke e-mail.

Slide 4 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand............

Slide 5 - Open vraag

Wanneer schrijf je een zakelijke e-mail?

Slide 6 - Open vraag

Mijn naam is Karin de Goede. Ik schrijf u deze e-mail, omdat ik een vraag heb over een telefoon.

Deze tekst hoort bij de .......
A
Kern
B
Inleiding
C
Slot

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoel
Ik ken de verschillen en overeenkomsten tussen een zakelijke en een persoonlijke e-mail.

Slide 8 - Tekstslide

Leespubliek:   zakelijke e-mail?

Je schrijft aan iemand die je NIET persoonlijk kent. ( Jullie zijn geen vrienden of familie)

Bijvoorbeeld:
De tandarts, Vodafone, maar ook je docent
Leespubliek: Persoonlijke e-mail?

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk kent. 


Bijvoorbeeld:
Je vriend of vriendin, oom of tante of neef en nicht.

Slide 9 - Tekstslide

Tekstdoel Zakelijke e-mail

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een vraag aan je docent.
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon.
  • Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt.

Tekstdoel Persoonlijke e-mail

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een leuk weekend gehad en daar wil je over vertellen.
  • Je wilt graag dat je neef of nicht in de kerstvakantie bij je komt logeren.

Slide 10 - Tekstslide

Taalgebruik  zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je  niet persoonlijk kent?
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan.

U,
Mevrouw Westerhof,  ( Dus geen je en jij!)

Dit noem je formeel taalgebruik
Taalgebruik persoonlijke  e-mail
Een persoonlijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je persoonlijk kent?

Gewoon je en jij.

Dit noem je informeel taalgebruik. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Ik ken de verschillen en overeenkomsten tussen een zakelijke en een persoonlijke e-mail.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf een persoonlijke e-mail. Je bedenkt zelf aan wie je deze schrijft en waarom.

Slide 14 - Tekstslide