Statistiek voor Front Office

Statistiek voor Front Office

Leerdoelen

- Begrijpen waarom statistiek belangrijk is voor front office
- In staat zijn om gegevens te verzamelen en te analyseren
- Het kunnen toepassen van statistische methoden in de praktijk

Leg uit wat de studenten aan het einde van de les zullen leren.

Wat weet je al over statistiek?

Wat is statistiek?

Statistiek is de wetenschap die zich bezighoudt met het verzamelen, analyseren en interpreteren van gegevens.

Leg uit wat statistiek is en waarom het belangrijk is voor front office.

Soorten gegevens

- Kwalitatieve gegevens
- Kwantitatieve gegevens

Beschrijf de twee soorten gegevens en geef concrete voorbeelden.

Frequentieverdelingen

Een frequentieverdeling is een overzicht van de aantallen waarin verschillende waarden van een variabele voorkomen.

Leg uit wat een frequentieverdeling is en geef voorbeelden van hoe deze kan worden toegepast in front office.

Gemiddelde

Het gemiddelde is de som van alle waarden gedeeld door het aantal waarden.

Leg uit wat het gemiddelde is en geef voorbeelden van hoe deze kan worden toegepast in front office.

Mediaan

De mediaan is de middelste waarde in een reeks gegevens.

Leg uit wat de mediaan is en geef voorbeelden van hoe deze kan worden toegepast in front office.

Modus

De modus is de meest voorkomende waarde in een reeks gegevens.

Leg uit wat de modus is en geef voorbeelden van hoe deze kan worden toegepast in front office.

Standaarddeviatie

De standaarddeviatie is een maat voor de spreiding van een reeks gegevens.

Leg uit wat de standaarddeviatie is en geef voorbeelden van hoe deze kan worden toegepast in front office.

Betrouwbaarheidsinterval

Een betrouwbaarheidsinterval is een schatting van het gebied waarbinnen de werkelijke waarde van een parameter waarschijnlijk valt.

Leg uit wat een betrouwbaarheidsinterval is en geef voorbeelden van hoe deze kan worden toegepast in front office.

Correlatie

Correlatie is een statistische techniek die wordt gebruikt om de relatie tussen twee variabelen te meten.

Leg uit wat correlatie is en geef voorbeelden van hoe deze kan worden toegepast in front office.

Regressie

Regressie is een statistische techniek die wordt gebruikt om de relatie tussen een afhankelijke variabele en één of meer onafhankelijke variabelen te onderzoeken.

Leg uit wat regressie is en geef voorbeelden van hoe deze kan worden toegepast in front office.

Hypothesetesten

Hypothesetesten zijn statistische technieken die worden gebruikt om te bepalen of er een significante relatie bestaat tussen twee variabelen.

Leg uit wat hypothesetesten zijn en geef voorbeelden van hoe deze kan worden toegepast in front office.

Type I en Type II fouten

Type I fouten zijn fouten waarbij de nulhypothese wordt afgewezen terwijl deze waar is. Type II fouten zijn fouten waarbij de nulhypothese wordt aanvaard terwijl deze onwaar is.

Leg uit wat Type I en Type II fouten zijn en geef voorbeelden van hoe deze kunnen worden vermeden.

Statistische software

Voor het uitvoeren van statistische analyses bestaat er speciale software, zoals SPSS, R en Excel.

Laat de studenten kennismaken met statistische software en geef aan welke het meest geschikt is voor het uitvoeren van analyses in front office.

Oefenen met gegevens

Laat de studenten oefenen met het verzamelen en analyseren van gegevens.

Geef de studenten een opdracht om gegevens te verzamelen en te analyseren en bespreek de resultaten in de klas.

Casestudy

Laat de studenten een casestudy uitvoeren waarbij statistische technieken worden toegepast op een probleem uit de praktijk.

Geef de studenten een casestudy om aan te werken en bespreek de resultaten in de klas.

Conclusie

Statistiek is een belangrijke vaardigheid voor front office en kan worden toegepast bij het verzamelen en analyseren van gegevens, het maken van beslissingen en het oplossen van problemen.

Herhaal de belangrijkste punten van de les en geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen.

Bronnen

Geef een lijst van relevante bronnen en aanbevolen literatuur.

Vermeld alle bronnen die zijn gebruikt bij het samenstellen van de les en geef aanbevolen literatuur voor verdere studie.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.