7.2 Ontstaan van nieuwe soorten 4V

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 7.2 Onstaan van nieuwe soorten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 7.2 Onstaan van nieuwe soorten

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-terugblik 7.1. Vragen? 
-uitleg 7.2
-verwerken 7.2 

Slide 2 - Tekstslide

Doel 7.2
  • Je kunt uitleggen hoe soorten veranderen
  • Je kunt uitleggen hoe veranderende soorten kunnen leiden tot nieuwe soorten 

Begrippen:
selectiedruk, variatie, mutaties, recombinatie, co-evolutie, allopatrische soortvorming, sympatrische soortvorming, seksuele selectie, domesticerenklassieke veredeling, kunstmatige selectie

Slide 3 - Tekstslide

Evolutie
Voor evolutie zijn de volgende zaken nodig:

Genetische variatie in een populatie 
Selectiedruk


Slide 4 - Tekstslide

Genetische variatie
Genetische variatie onstaat door:

* mutaties
* recombinatie

Slide 5 - Tekstslide

Mutaties
Bij elke celdeling kunnen kopieer- of delingsfouten plaatsvinden -> mutaties. Als dit gebeurt bij het aanmaken van geslachtscellen dan erven de nakomelingen dit veranderde DNA.

Wijzigingen in DNA leiden vaak tot wijzigingen in het gecodeerde eiwit en dit leidt vaak weer tot wijzigingen in eigenschappen.



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Recombinatie
Geslachtelijke voortplanting vergroot de genetische variatie binnen een populatie omdat kinderen een toevallige combinatie van de chromosomen van hun ouders krijgen.
Dit proces heet recombinatie.

De beschikbare genen binnen een populatie heet de genenpool.

Slide 8 - Tekstslide

Selectiedruk
Doordat in een populatie de individuen (bijna) allemaal genetisch verschillend zijn (variatie) hebben ze allemaal een grotere of kleinere kans om zich voort te planten. De gunstige genen (hoge fitness) hebben een grotere kans om in de nieuwe generatie terecht te komen dan ongunstige genen (lage fitness).
Dit proces heet natuurlijke selectie (selectiedruk).


Slide 9 - Tekstslide

Aan welke voorwaarde moet worden voldaan om het aantal gele pinguins te laten toenemen in de komende duizenden jaren?

Slide 10 - Open vraag

Je kan ook zeggen dat de voorwaarde is dat de gele pinguins 'the fittest' zijn. Wat houdt dat in?

Slide 11 - Open vraag

In een populatie

Het veranderen van de eigenschappen van een populatie door de selectiedruk heet adaptatie.

De allelfrequentie van het allel verandert.

Voorbeeld: Berkenspanner


Slide 12 - Tekstslide

Evolutie
Het veranderen van soorten, tot zelfs het ontstaan van nieuwe soorten heet evolutie.

Evolutie gaat langzaam
Evolutie is niet gestuurd, je weet vooraf niet welke kant het op gaat, mutaties ontstaan bij toeval.
Evolutie is nooit klaar.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld nu: paardenbloemen
In het veld: lichte zaden, waaien ver weg 
-Voordeel: Grote verspreiding van de soort.
 
In de stad: zwaardere zaden, waaien niet ver weg 
-Voordeel: Zaden komen vaker op een geschikt stuk grond terecht.

Slide 14 - Tekstslide

Co-evolutie
Prooi en roofdier evolueren vaak samen.
Evolutiestappen bij de prooi leiden weer tot evolutiestappen bij de predator omdat de selectiedruk wijzigt.

Ook symbiose (wederzijds voordeel) kan leiden tot co-evolutie.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Nieuwe soorten
Als twee populaties van elkaar gescheiden raken en daardoor niet meer onderling voortplanten (reproductieve isolatie) kunnen deze populaties genetisch zo veel van elkaar gaan verschillen (door mutaties én selectiedruk) dat ze samen geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen -> er zijn twee soorten ontstaan.


Slide 17 - Tekstslide

Allopatrische soortvorming
Reproductieve
isolatie door een 
fysieke barriere

Slide 18 - Tekstslide

Sympatrische soortvorming
Evolutie van soorten doordat individuen binnen hetzelfde gebied zich uitsluitend voortplanten binnen een kleine deelgroep.

Bijvoorbeeld door verschil in dag/nacht ritme. 

Slide 19 - Tekstslide

Sympatrische soortvorming
Reproductie isolatie door gedrag (balts)

Slide 20 - Tekstslide

Sympatrische soortvorming
Door uiterlijk - seksuele selectie

Slide 21 - Tekstslide

Evolutie?

Slide 22 - Tekstslide

Kunstmatige selectie
Mensen kiezen bij het kweken van planten en het fokken van dieren bewust bepaalde eigenschappen uit.
Domesticeren en klassieke veredeling.

Dit proces heet kunstmatige selectie.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Doel 7.2
  • Je kunt uitleggen hoe soorten veranderen
  • Je kunt uitleggen hoe veranderende soorten kunnen leiden tot nieuwe soorten 

Begrippen:
selectiedruk, variatie, mutaties, recombinatie, co-evolutie, allopatrische soortvorming, sympatrische soortvorming, seksuele selectie, domesticerenklassieke veredeling, kunstmatige selectie

Slide 26 - Tekstslide

Nu en huiswerk
-Lees paragraaf 7.2
-Maak opdracht 3 t/m 9 


Slide 27 - Tekstslide