Module 1 les 2 Indeling teksten, kernzinnen en hoofdletters (Brenda)

Nederlands periode 1
Vier lessen in p1
NUMO 
Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering CE lezen en luisteren begin p3
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands periode 1
Vier lessen in p1
NUMO 
Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering CE lezen en luisteren begin p3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Domein lezen en luisteren
1. Leesstrategieën
2. Indeling teksten
3. Signaalwoorden
4. Verslag schrijven


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema Indeling teksten
Aan het einde van de les kan je hoofdzinnen uit de tekst halen.  ​

Je kan de hoofdgedachte van de schrijver verwoorden.​

Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma vandaag
Inleiding
Terugblik
Theorie indeling teksten
Hoofdletters
Aan de slag
Afsluiting
5 minuten
5 minuten
15 minuten
10 minuten
5 minuten
5 minuten
Programma vandaag

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
Kruiswoordpuzzel invullen met woorden van het thema. 
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Eventueel aan te passen aan het thema naar keuze. 
Terugblik
Drie soorten lees- en luisterstrategieën


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel wordt hier gebruikt?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Amuseren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel heeft deze advertentie?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk doel heeft deze tekst?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk doel heeft deze tekst?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk doel heeft deze schrijfster?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kernzinnen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling teksten

Slide 13 - Tekstslide

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 
Theorie kernzinnen


  • Een alinea heeft meestal één zin die de belangrijkste is: de kernzin. 
  • De andere zinnen staan in dienst van deze zin. Om een goede samenvatting te maken, moet je weten wat de kernzin van elke alinea is.
  • Vaak is de kernzin de eerste zin van de alinea. De rest van de alinea is dan een verdere uitleg op die eerste zin.
  • Soms begint een alinea met een inleiding. De laatste zin van de alinea is dan de kernzin, bijvoorbeeld een conclusie of samenvatting.




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       Hoe maak je een goede samenvatting?

  • Lees/bekijk de tekst één keer oriënterend.
  • Lees de tekst gericht door.
  • Lees de tekst nauwkeurig en begin met je samenvatting.
  • Schrijf per kopje een samenvatting in je eigen woorden.
  • Controleer of je alle belangrijke informatie in jouw samenvatting hebt verwerkt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
* uitleg


Slide 16 - Tekstslide

Oefen verder in SCORE.
Hoofdletters
in een zin

Een zin begint altijd met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:
Ik ga met Ivo naar Parijs.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Namen 
Je schrijft altijd de voornaam en achternaam
met een hoofdletter.

Dus:
Anna Mulder - Wesley Smit - Amir Hassan 




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenvoegsel
Soms staan er nog een of meer woordjes tussen:
de, van, van de, van der
Dit stukje van de naam schrijf je alleen met een
hoofdletter als de naam ermee begint:

Sem de Vries - (meneer) De Vries
Iris van Vliet - (familie) Van Vliet

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardrijkskundige namen

Namen van plaatsen, streken en landen schrijf je ook met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:
Parijs, Limburg, Sittard, 
de Nederlandse taal, 
Engelse drop, Ardennen


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardrijkskundige namen
Wanneer een windrichting onderdeel is van een aardrijkskundige naam krijgt deze een hoofdletter anders niet.
Bijvoorbeeld:
Noord-Brabant
Zuid-Limburg
West-Friesland

Noord-Amerika

noord

oostNamen van plaatsen, streken en landen schrijfje ook met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:
Ik ga met Ivo naar Parijs.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagen
Feestdagen schrijf je met een hoofdletter:
Kerstmis

Afleidingen van feestdagen niet:
bijv. eerste kerstdag

Dagen, maanden en seizoenen niet:
bijv. maandag, januari, zomer

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Namen van bedrijven, organisaties en merken

Rabobank
 Greenpeece
 Coca-Cola

Uitzonderingen bij sommige organisaties en bedrijven
iPhone, HEMA 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzondering:
 namen van opleidingen schrijven we zonder hoofdletter.

Bijvoorbeeld
vmbo, mbo, havo, hbo, roc






























Letterwoorden

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kleine quiz
* uitleg


Slide 26 - Tekstslide

Oefen verder in SCORE.
beste mevrouw tamineau
In de bovenstaande zin moet...
A
1 hoofdletter
B
2 hoofdletters
C
3 hoofdletters
D
geen hoofdletters

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

september
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

moederdag
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletter of niet?
A
titanic
B
Titanic

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters: goed of fout?
Zuid-Holland
A
goed
B
fout

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Kermis staat van Woensdag tot Zaterdag op het plein.
A
hoofdletters staan allemaal goed
B
niet alle hoofdletters staan goed

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de hoofdletters goed?
A
mevrouw Van Beek
B
mevrouw van beek
C
mevrouw van Beek

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de zin goed of fout?

Zij is in januari jarig.



A
goed
B
fout

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met kerstmis vieren wij dat Jezus christus is geboren.
Hoeveel hoofdletters mis je?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moeten de hoofdletters? Typ:
marco van der veen

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moeten de hoofdletters? Typ:
'beste mevrouw van vliet,'

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Taalverzorging
  • Maak het werkblad;
  • Onderstreep de woorden die met een hoofdletter geschreven moeten worden.
timer
5:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?
Noem 2 dingen

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

NUMO
Extra oefenen in Numo over dit onderwerp:

- Lezen 2F: signaalwoorden
- Lezen 2F: onderwerp, vraag, hoofdgedachte

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mentoruur 

Spelling en Grammatica
Numo > spelling 2F > sprongtoets maken
Numo > leestekens 1F en 2F > hoofdletters


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies