§ 7.4 Atomen als bouwstenen

 NaSk H7 paragraaf 7.4 atomen als bouwstenen...
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 NaSk H7 paragraaf 7.4 atomen als bouwstenen...

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt beschrijven dat moleculen zijn opgebouwd uit atomen. 
  • Je kunt uitleggen hoe een atoom is opgebouwd. 
  • Je kunt uitleggen wat ontleden is. 
  • Je kunt uitleggen wat isotopen zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

In welke fase zitten de atomen van een stof het dichts bij elkaar?
A
gas fase
B
vloeibare fase
C
vaste fase
D
is altijd gelijk

Slide 3 - Quizvraag

Trekken moleculen van een stof elkaar aan?
A
Nee
B
Ja

Slide 4 - Quizvraag

Bij hoeveel graden Kelvin bewegen stoffen niet meer?
A
100 Kelvin
B
1000 Kelvin
C
273 Kelvin
D
0 Kelvin

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer de temperatuur in een band toeneemt. Wat gebeurt er met de gasdruk in de band?
A
neemt af
B
blijft gelijk
C
dat kan je niet weten
D
neemt toe

Slide 6 - Quizvraag

7.4 Atomen als bouwstenen
  • moleculen/ atomen
  • ontleden
  • elementen
  • kern
  • elektronen, protonen en neutronen
  • isotopen 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Een koolstofatoom
atoomnummer = 
aantal protonen => 
bepaald de stof

massagetal= 
aantal protonen + aantal neutronen

Slide 14 - Tekstslide

Isotopen
Bijvoorbeeld Koolstof

Koolstof heeft meestal 6 protonen en 6 neutronen
Maar er bestaat ook koolstof met 6 protonen en 8 neutronen
Binas tabel 32

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Welk deeltje bepaald de negatieve lading van een atoom?
A
molecuul
B
neutron
C
proton
D
elektron

Slide 17 - Quizvraag

Welke deeltjes bepalen de massa van een atoom?
A
elektron en neutron
B
proton en molecuul
C
neutron en proton
D
proton en elektron

Slide 18 - Quizvraag

Van het element koper bestaan twee vormen: koper 63 en koper 65. Hoe noem je die verschillende vormen van koper?

Slide 19 - Open vraag

Het atoomnummer van koper is 29.
Hoeveel protonen heeft een atoom koper- 63?
A
63
B
29
C
34
D
92

Slide 20 - Quizvraag

Het atoomnummer van koper is 29.
Hoeveel neutronen heeft een atoom koper- 63?
A
63
B
29
C
34
D
92

Slide 21 - Quizvraag

Het atoomnummer van koper is 29.
Hoeveel protonen heeft een atoom koper- 65?
A
65
B
29
C
36
D
94

Slide 22 - Quizvraag

Het atoomnummer van koper is 29.
Hoeveel neutronen heeft een atoom koper- 65?
A
65
B
29
C
36
D
94

Slide 23 - Quizvraag