zuren en basen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

zuren

Slide 2 - Tekstslide

basen

Slide 3 - Tekstslide

Welke zuren zijn zwak?
A
HCl
B
HCOOH
C
HNO3
D
HPO4

Slide 4 - Quizvraag

sterke zuren 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom?
- aflopende reactie (sterk) of evenwicht (je moet ook evenwichtsvoorwaarde kunnen opstellen)
- Notatie van oplossing  (nodig bij reactie opstellen)

(sterk)

(zwak)


H+(aq)+Cl(aq)
HCOOH(aq)

Slide 6 - Tekstslide

geef de notatie van een oplossing van oxaalzuur

Slide 7 - Open vraag

formule staat in tabel 66B
zwak (49) dus C2H2O4 (aq)

Slide 8 - Tekstslide

Oxaalzuur oplossing reageert met Calciumcarbonaat. Er ontstaan water, koolstofdioxide en vast calciumoxalaat. geef de reactie:

Slide 9 - Open vraag

uitwerking
oxaalzuur: C2H2O4 (aq) (altijd aan elkaar, zwak zuur)
Calciumcarbonaat: CaCO3 (s) (zout)
Calciumoxalaat (binas 66: C2O4 2-) : CaC2O4 (s)

hele reactie:

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kun je de pH van een oplossing berekenen?

Slide 11 - Open vraag

Als ik van pH 4 naar pH 2 wil gaan, moet ik het de concentratie H+ verdubbelen
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb een zoutzuur oplossing met pH 4, wat is de H+ concentratie?

Slide 13 - Open vraag

Als ik een zoutzuur oplossing van pH 2 wil maken, wat is dan de [H+]?

Slide 14 - Open vraag

pH veranderen
Bij pH 4 is de concentratie H+ 

Bij pH 2 is de H+ concentratie


je moet dan dus 0,01 - 0,0001 = 0,0099 mol H+ toevoegen aan die liter oplossing om hem van pH 4 naar pH 2 te brengen
10pH=102=0,01(moll1)
10pH=104=0,0001(moll1)

Slide 15 - Tekstslide