Communicatie 1: Communicatie een krachtig instrument - Herhaling lj 2

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van
Communicatie
vaardigheden lj 2?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Als ik praat communiceer ik.
Als ik niet praat communiceer ik niet
A
Juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

  • Is een boodschap overbrengen of uitwisselen, contact hebben met iemand.


  • Zender: Persoon die het woord neemt. 
  • Ontvanger: Persoon die luistert. 
  • Boodschap: Inhoud, deze kan verbaal en non verbaal zijn.
  • Medium: (Hulp)middel om de boodschap over te brengen. 

Slide 7 - Tekstslide

Corrie praat tegen Dineke. Wie is de ontvanger?
A
Corrie
B
Dineke

Slide 8 - Quizvraag

  • Feedback: De reactie van de ontvanger op de boodschap van de zender.
  • Terugkoppeling: Als de zender daar weer op reageert.

Slide 9 - Tekstslide

Dineke reageert op het verhaal van Corrie.
Dat noem je ....
A
Feedback
B
Referentiekader
C
Terugkoppeling
D
Coderen

Slide 10 - Quizvraag

  • Is een ongunstige verstoring tijdens het overbrengen van de boodschap.
  • Interne en externe ruis
  • Bijvoorbeeld: je referentiekader (intern) en geluid (extern)
  • Het zorgt voor miscommunicatie.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Chamaira praat door het gesprek van Corrie en Dineke heen. Dit noem je?

A
Interne ruis
B
externe ruis

Slide 13 - Quizvraag

Verbale communicatie: breng je een boodschap over met woorden. Dat kan schriftelijk en mondeling. Het gaat vooral om de inhoud van de boodschap.




Slide 14 - Tekstslide


Afbeelding geeft een vorm van ......... weer.
A
Verbale communicatie
B
Non verbale communicatie

Slide 15 - Quizvraag

Non verbale communicatie: breng je een boodschap over zonder woorden. Dat kan op verschillende manieren: 
  • Door gedrag. 
  • Met gezichtsuitdrukkingen. 
  • Met houding.


Slide 16 - Tekstslide

Je middelvinger opsteken is....
A
Verbale communicatie
B
Non verbale communicatie

Slide 17 - Quizvraag

  • Emotie: Een reactie van de hersenen op een positieve of negatieve gebeurtenis.
  • Emoties gaan gepaard met lichamelijke reacties of uitingen in gedrag.
  • ALLE emoties zijn normaal.
  • Iedereen uit emoties anders.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Blij
Boos
Verdrietig
Verlegen
Verliefd
Angst

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

  • Eenzijdige communicatie: De zender brengt een boodschap over naar de ontvanger en de ontvanger geeft geen waarneembare feedback.

  • Meerzijdige communicatie:  Zenders en ontvangers staan met elkaar in contact.

Slide 22 - Tekstslide

Discussie voeren is
A
Eenzijdige communicatie
B
Meerzijdige communicatie

Slide 23 - Quizvraag

Nieuws luisteren via de radio is
A
Eenzijdige communicatie
B
Meerzijdige communicatie

Slide 24 - Quizvraag

Gesprekstechnieken

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

LSD staat voor
A
Luisteren-samenvatten-doorvragen
B
Lief zijn- samenwerken-denkn
C
Luisteren-samen-denken
D
Luisteren-samenwerken-doorvragen

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

  • Eenzijdige communicatie: De zender brengt een boodschap over naar de ontvanger en de ontvanger geeft geen waarneembare feedback.

  • Meerzijdige communicatie:  Zenders en ontvangers staan met elkaar in contact.

Slide 30 - Tekstslide