4.1: De Koning en zijn Leenmannen

Monniken en Ridders
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Monniken en Ridders

Slide 1 - Tekstslide

4.1: de Koning en zijn Leenmannen

Slide 2 - Tekstslide

4.1: de Koning en zijn Leenmannen
Hoofdvraag van paragraaf:
  • Hoe werd het Frankische Rijk bestuurd?

Maar: wat is eigenlijk het Frankische Rijk?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • De hoofdvraag beantwoorden: hoe werd het Frankische Rijk bestuurd?
  • Hiervoor gaan we kennismaken met:
           - Karel de Grote
           - Het Leenstelsel
  • Verder: tussendoor oefenen met vragen
  • Ten slotte: Koning Bottus en Sidrac

Slide 4 - Tekstslide

Van wanneer tot wanneer duurt Tijdvak 4: Monniken en Ridders?
A
500-1000
B
1000-1500
C
500-1500
D
0-500

Slide 5 - Quizvraag

Onrustig Europa
  • Na de Val van het Romeinse Rijk - Grote volksverhuizing
  • Volksstammen voerden oorlog over Europese grond
  • De handel verdween, reizen werd te gevaarlijk
  • Steden werden klein, dorpen bleven bestaan 

Slide 6 - Tekstslide

Het Frankische Volk
  • Na een paar eeuwen ruzie bleek het Frankische Volk het sterkst
  • De koning van de Franken kreeg toen macht over een groot deel van Europa
  • De bekendste was Karel de Grote 

Slide 7 - Tekstslide

Van wanneer tot wanneer duren de gehele Middeleeuwen?
A
0-1000
B
500-1000
C
500-1500
D
1000-1500

Slide 8 - Quizvraag

Leenstelsel?
  • Karel de Grote was populair omdat hij veel gebied had veroverd voor de Franken
  • Maar ook: doordat hij het Leenstelsel had ingevoerd
  • Karel leende zijn land uit, omdat zijn rijk te groot was, hij kon het niet alleen... 

Slide 9 - Tekstslide

Leenstelsel!
  • Karel kreeg hulp van zijn Vazallen: mannen die hem hadden geholpen bij zijn veroveringen
  • Trouwste Vazallen kregen als beloning een gebied te leen dat zij namens Karel mochten besturen 

Slide 10 - Tekstslide

Leenstelsel: rangorde
1. leenheer: dat was bijvoorbeeld Karel de Grote 
2. leenman: dat zijn de Vazallen
 


Slide 11 - Tekstslide

Rechten en plichten
Leenmannen hadden 4 plichten tegenover de leenheer
  1. Trouw zweren
  2. Gebied besturen
  3. Belasting betalen
  4. Meevechten in oorlogen van de leenheer / koning

Slide 12 - Tekstslide

Waarom moest Karel de Grote zijn land uitlenen aan leenmannen?

Slide 13 - Open vraag

Wat is een 'zendgraaf'? Lees de antwoorden en doe een gok!
A
Iemand die namens de koning door het rijk reisde om leenmannen te controleren
B
Dat is een ander woord voor postbode, maar dan in de middeleeuwen
C
Zij zorgden dat het eten uit de rest van het rijk bij de koning kwam
D
Zij maakten de nieuwe wetten van de koning bekend in de rest van het rijk

Slide 14 - Quizvraag

Het Frankische Rijk valt uiteen
  • Karel de Grote ging dood
  • Zijn zoon werd koning (Lodewijk de Vrome)
  • Toen die dood ging werd het rijk in drie stukken verdeeld
  • Leenmannen deelden hun gebied op in achterleenmannen
  • De achterleenmannen luisterden niet meer naar de koning, maar naar hun eigen leenheer... 
  • Hierdoor kon de koning het rijk niet meer goed besturen 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Noem 2 plichten van leenmannen

Slide 17 - Open vraag

Dus...:
  • Je hebt een koning - dat is de leenheer
  • Je hebt een leenman - vaak een vazal van de koning
  • En, je hebt een zendgraaf: die controleert de leenmannen namens de leenheer 

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen
Jullie weten nu:
Wie Karel de Grote is
Hoe het leenstelsel werkt

Dus: Hoe werd het Frankische Rijk bestuurd?

Slide 19 - Tekstslide

Koning Bottus vraagt aan Sidrac...:
''Hoe komt het dat ogen tranen?''
Sidrac antwoord:
''Wanneer je hart zuiver en zacht is, en het hart voelt iets dat niet goed is, komt er druk op het hart. Door de zachtheid duwt het hart de tranen omhoog. Het water komt bij de ogen en door de pijn stort het water vanzelf naar buiten.''

Slide 20 - Tekstslide