25-03 klas 2e: H 3 Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Herhaling
Woordenschat H3 h/v

- vaste voorzetsels
- voorzetseluitdrukkingen

Neem deze Lessonup door en maak de vragen die erin staan als extra oefening
SUCCES!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling
Woordenschat H3 h/v

- vaste voorzetsels
- voorzetseluitdrukkingen

Neem deze Lessonup door en maak de vragen die erin staan als extra oefening
SUCCES!

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica
Woordenschat H3:
Ik kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.
startopdracht
filmpje
deze lessonup doornemen
Nederlands
25-03 
oefening 8 online
cambiumned oefenen
Hoe ging het?

Slide 2 - Tekstslide

H3 woordenschat
Startopdracht maken
Filmpje kijken

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden startopdracht
a De voordelen van kleedgeld zal ik toelichten met een voorbeeld.

b Veel ouders bepalen de hoeveelheid zakgeld met de gegevens van het Nibud.

c Vroeger beslisten mijn ouders over onze vakantiebestemming, maar na enkele jaren mochten wij daarover meepraten.

d Wegens/Vanwege de excursie organiseert de school een informatieavond.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Vaste voorzetsels

Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel: 
vertrouwen op, beschikken over, zich schamen voor , houden van, nadenken over  


Slide 6 - Tekstslide

Vast voorzetsel
De betekenis van het werkwoord verandert soms als er zo'n vast voorzetsel bij staat, of als je het voorzetsel verandert.

Bijvoorbeeld:
LACHEN NAAR 
betekent iets heel anders dan 
LACHEN OM

Slide 7 - Tekstslide

Vul aan met een vast voorzetsel
lijken ...

Slide 8 - Open vraag

Vul aan met een vast voorzetsel:
Verlangen ...

Slide 9 - Open vraag

combinatie zelfstandig naamwoord, werkwoord en een vast voorzetsel

voorbeelden:

- Verstand hebben van

- aanmerkingen maken op

Slide 10 - Tekstslide

Vul aan met een vast voorzetsel:
een hekel hebben ...

Slide 11 - Open vraag

Vul aan met een vast voorzetsel
aanleiding geven ...

Slide 12 - Open vraag

voorzetseluitdrukkingen

Dit zijn woordcombinaties met een voorzetsel, een zelfstandig naamwoord en weer een voorzetsel.

vb:

- Ten tijde van

- Met betrekking tot

Slide 13 - Tekstslide

Voorzetseluitdrukkingen
Voorzetseluitdrukkingen zijn woordcombinaties die je kunt vervangen door één woord.

Bekijk de volgende voorbeelden maar eens.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Vul aan met een vast voorzetsel:
.. middel ...

Slide 17 - Open vraag

Vul aan met de vaste voorzetsels:
... de hand ...

Slide 18 - Open vraag

Sanja besteedt al haar zakgeld ... nieuwe kleren en make-up
A
voor
B
op
C
in
D
aan

Slide 19 - Quizvraag

We zijn ons niet bewust ... de impact van reclame op ons koopgedrag.
A
over
B
van
C
met
D
voor

Slide 20 - Quizvraag

In de kantine wordt ... ingang ... het nieuwe schooljaar verse jus verkocht.
A
met in
B
door van
C
met van
D
van in

Slide 21 - Quizvraag

Er zijn grote verschillen in de manier waarop mensen ... geld omgaan.
A
met
B
aan
C
over
D
op

Slide 22 - Quizvraag

De Tweede kamer had veel kritiek ... de bezuinigingen van de regering.
A
in
B
met
C
over
D
op

Slide 23 - Quizvraag

... antwoord ... uw mail deel ik u het volgende mee.
A
op, in
B
in, op
C
aan, met
D
met, aan

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht  8 online kun je ook als extra oefening maken.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link