Inkopen en verkopen + Kosten en uitgaven

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkopen en verkopen + Kosten en uitgaven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen opbrengsten en ontvangsten voor een onderneming?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de ontvangsten in de maanden oktober en november.

Gebruik een €, punt tussen duizendtallen en twee decimalen.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de opbrengsten in november.

Gebruik een €, punt tussen duizendtallen en twee decimalen.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorraad
Eindvoorraad 
=
Beginvoorraad
Inkopen
-
Inkoopwaarde van de omzet

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de waarde van de inkopen in 2021.

Gebruik een €, punt tussen duizendtallen en twee decimalen.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De volgende informatie is gegeven voor een lening:
Per 1 januari 2024 bedraagt de restschuld € 220.000.
Interest: 2% per halfjaar
De interest wordt per halfjaar achteraf betaald op 1 april en 1 oktober.
Er wordt jaarlijks op 1 oktober € 10.000 afgelost.

Bereken de interestuitgave op 1 april 2025.

Slide 12 - Open vraag

Op 1 oktober 2024 wordt er € 10.000 afgelost. De restschuld bedraagt dan dus nog 220.000 - 10.000 = € 210.000
Op 1 april wordt de interest over het afgelopen halfjaar betaald. De interestuitgave is dan gelijk aan: 0,02 x 210.000 = € 4.200
Op 1 augustus 2024 sluit Kovalenko bv bij de Rabobank een lening af ter grootte van € 65.000 met een looptijd van 20 jaar en een maandelijks interestpercentage van 0,50%.
Interest en aflossing worden betaald in de vorm van een gelijkblijvende maandelijkse annuïteit van €465,68. De betaling van deze annuïteit vindt aan het einde van elke maand plaats, voor het eerst op 31 augustus 2024.

Bereken de interestkosten in september 2024 voor de lening.

Slide 13 - Open vraag

Interest augustus: 65.000 x 0,005 = € 325
Aflossing augustus: 465,68 - 325 = € 140,68
Interest september: (65.000 - 140,68) x 0,005 = € 324,30
Per 31 december 2024 bedraagt de restschuld van een lening € 1.500.000
Interest: 1,5% per halfjaar
Op 1 januari en 1 juli van elk jaar wordt de interest voor een half jaar vooruitbetaald.
Er wordt halfjaarlijks op 1 januari en 1 juli € 50.000 afgelost.

Bereken het bedrag dat in verband met de interest van de lening op de balans van 1 december 2025 moet worden opgenomen.

Slide 14 - Open vraag

Op 1 juli 2025 is er voor het laatst interest voor 6 maanden vooruitbetaald. Op 1 december 2025 is daar nog één maand van over, dus 1/6 x (1.500.000 - 2 x 50.000) x 0,015 = € 3.500.
Wat houdt afschrijven in?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegevens met betrekking tot de aanschaf van een nieuwe tablet op 1 januari 2024:
iPad Air 256 GB: € 847 inclusief 21% btw
Geschatte restwaarde: € 150 exclusief 21% btw
De economische levensduur van de iPad Air is gelijk aan 5 jaar.
Er wordt afgeschreven met jaarlijkse gelijke bedragen.

Bereken de boekwaarde van de iPad Air op 1 april 2026.

Slide 17 - Open vraag

De jaarlijkse afschrijvingskosten zijn gelijk aan (aanschafprijs - restwaarde) / economische levensduur. Alle bedragen exclusief btw.
Jaarlijkse afschrijvingskosten: (847 / 1,21 - 150) / 5 = € 110
Op 1 april 2025 is er 2 jaar en 3 maanden (2,25 jaar). De boekwaarde is dan dus gelijk aan 700 – 2,25 x 110 = € 452,50
Oefenen!
Opgave Francken - p. 128
Opgave Samatex - p. 136

Extra oefenen met kosten en uitgaven door kleine sommetjes op pagina 134 en 135.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies