§ 3.2 Temperatuur meten

Hoofdstuk 3 water
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeNask / Techniek+2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 water

Slide 1 - Tekstslide

§ 3.1 ijs, water, waterdamp

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel § 3.1
Aan het einde van de les kun je de drie fasen van water benoemen en herkennen in de praktijk.

Slide 3 - Tekstslide

Vast, vloeibaar en gasvormig
Water kan net als veel andere stoffen voorkomen in drie toestanden:

- als vaste stof:  ijs
- als vloeistof (vloeibaar): water
- als gas: waterdamp

Deze drie toestanden worden ook wel fasen genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

Soorten neerslag
Neerslag is water dat uit een wolk valt en de aarde bereikt: regen, sneeuw en hagel

Dauw bestaat uit kleine waterdruppeltjes. ’

Rijp bestaat uit enorme aantallen kleine ijskristallen. 

IJzel is zeer koude regen, die bevriest als het de bevroren grond raakt.

Slide 5 - Tekstslide

Kristallen
Sneeuw bestaat uit ijskristallen, die allemaal mooie vormen hebben. Maar in al die verschillende vormen kun je steeds dezelfde zeshoekige structuur herkennen.
Deze kristalstructuur is kenmerkend voor ijs.

Veel vaste stoffen hebben een eigen kenmerkende kristalstructuur.

Slide 6 - Tekstslide

Kristalstructuur

Slide 7 - Tekstslide

§ 3.2 Temperatuur
Meetbereik voor

buiten temperatuur.
      
     

       
         
         
            Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
         
         
       

        8
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       


       
   
     
 
   
   
   
   
   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       
          uitvinder
       
     
   

   
   
     
        temperatuurschaal: vernoemd naar de Zweedse astronoom Anders Celsius.
     
   

   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
     

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel § 3.2
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt, de onderdelen benoemen en zelf een schaalverdeling in graden Celsius maken met behulp van het smeltpunt van ijs en het kookpunt van water.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Rijpen is de fase-overgang van
A
vast --> vloeibaar
B
vloeibaar --> gas
C
vast --> gas
D
gas --> vast

Slide 11 - Quizvraag

Als water bevriest dan wordt het water...
A
heel hard..
B
heel warm.
C
heel blauw.
D
heel zacht.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet deze fase overgang?
A
Rijpen
B
Verdampen
C
vervluchtigen
D
Condenseren

Slide 13 - Quizvraag

Hoveel fase-overgangen zijn er ?
A
2
B
6
C
4
D
5

Slide 14 - Quizvraag

als water kookt, dan komt water in de :
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasvormige fase

Slide 15 - Quizvraag

Welke fase zie je hier?
A
Vast
B
Gasvormig
C
Vloeibaar

Slide 16 - Quizvraag

Leerdoelen

  • Je weet hoe je de temperatuur van de lucht om je heen kunt meten.
  • Je kent de onderdelen van een thermometer en weet hoe die werkt.
  • Je weet wat het meetbereik en de Celsiusschaal is.
  • Je kan zelf een thermometer ijken.
  • Je kunt uitleggen hoe een digitale thermometer en een infrarood thermometer werken

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Meetbereik voor lichaamstemperatuur.
Meetbereik voor

buiten temperatuur.
      
     

       
         
         
            Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
         
         
       

        8
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       


       
   
     
 
   
   
   
   
   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       
          uitvinder
       
     
   

   
   
     
        temperatuurschaal: vernoemd naar de Zweedse astronoom Anders Celsius.
     
   

   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
     

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide


Extra info

Slide 21 - Tekstslide

Digitale thermometers
Sensor

Slide 22 - Tekstslide

infraroodthermometer
  • meet de hoeveelheid infraroodstraling                                     (= warmtestraling)
  • temperatuur wordt in cijfers op scherm weergegeven

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Aan de slag
Leren § 3.1 en § 3.2
Afronden § 3.2.
Klaar? practicumverslag schrijven voor proef 1 thermometer ijken
Klaar? test jezelf maken


Slide 25 - Tekstslide

De indeling van een practicumverslag

  • Titelpagina
  • Onderzoeksvraag of doel van de proef 
  • (Hypothese)
  • Materialen
  • Werkwijze
  • Resultaten
  • Conclusie
  • Discussie / opmerkingen

Slide 26 - Tekstslide

Titelpagina
Titel: Een verslag moet altijd een (korte) titel hebben.

afbeelding


naam, namen
datum van uitvoering
Docent, klas

Slide 27 - Tekstslide

Titel en Onderzoeksvraag


Onderzoeksvraag:
Wat wil ik onderzoeken? 
Hierin stel je de vraag wat je met de proef wilt onderzoeken. Je geeft aan
met welk doel je de proef uitvoert en wat je eventueel wilt aantonen.

Slide 28 - Tekstslide

materialen en werkwijze
Materialen of benodigdheden
Wat heb ik nodig?
Hierin staat: 
- een lijst met de spullen die je gebruikt. 
- en eventueel een tekening van de opstelling die je gebruikt. 

Werkwijze:       Wat heb ik gedaan?
Schrijf hierin kort, maar wel volledig op wat jij gedaan hebt tijdens het uitvoeren van de proef Iemand moet aan de hand van jouw uitleg de proef op dezelfde wijze kunnen uitvoeren. Om dit duidelijk te maken is het in sommige gevallen nodig om een tekening en/of foto te maken van de proefopstelling.

Slide 29 - Tekstslide

Resultaten en conclusie
Onderzoeksresultaten:
Wat neem ik waar?
Schrijf hier de resultaten op van de proef. Je bekijkt wat er is gebeurd en noteert de (waarnemingen). Heb je veel resultaten gebruik dan een tabel en/of grafiek.

Conclusie:
Welke conclusie kan ik trekken? Wat is het antwoord op mijn onderzoeksvraag?
Hier noteer je welke conclusie je uit de proef kunt trekken. In de conclusie geef je antwoord op de onderzoeksvraag. Let er op dat je deze vraag altijd beantwoordt. je mag hierbij ook jullie conclusie en resultaten vergelijken met andere onderzoekers (groepjes).

Slide 30 - Tekstslide

Discussie / opmerkingen
Wat ging er goed? Wat ging er niet goed?
Wat heb je geleerd?
Heb je suggesties voor verder onderzoek?

Slide 31 - Tekstslide

Tot slot
- Maak je verslag als het even kan op de computer.
- Kies een goed leesbaar lettertype, met een goede lettergrootte. 
- Zet een vet kopje boven elke paragraaf. Sla daarna een regel over. 
- Zorg voor nette tekeningen, tabellen en grafieken. zet er een nummer bij, zodat je ernaar kunt verwijzen.

Slide 32 - Tekstslide