Bio H4 Th5 Bs3 Zenuwen deel 2

Het zenuwstelsel
Deel  2
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het zenuwstelsel
Deel  2

Slide 1 - Tekstslide

Na deze basisstof kun je...
  • De bouw en werking van het zenuwstelsel beschrijven
  • Het zenuwstelsel indelen op zowel bouw als functie
  • De bouw van een zenuwcel beschrijven
  • 3 typen zenuwcellen noemen met hun kenmerken
  • 3 typen zenuwen met hun kenmerken onderscheiden
  • De bouw en functie van delen van de hersenen benoemen
  • De bouw van het ruggenmerg beschrijven


Slide 2 - Tekstslide

Geluid is een
A
Prikkel
B
Impuls

Slide 3 - Quizvraag

Functie van het zenuwstelsel = doorgeven en verwerken van impulsen

Slide 4 - Tekstslide

Zenuw
Hersenstam
Ruggenmerg
Omgeving
Zintuig
Zenuw
Hersenen
Prikkels
Impulsen
Spier of klier

Slide 5 - Tekstslide

Het zenuwstelsel ingedeeld op bouw
Centrale zenuwstelsel
Perifere zenuwstelsel
-Hersenen (grote en kleine)
-Ruggenmerg
-Hersenstam
Zenuwen

Slide 6 - Tekstslide

Doel van een zenuwcel = impulsen doorgeven

Ander woord voor zenuwcel is neuron 
(denk aan neurotisch = zenuwachtig)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Bouw van een zenuwcel
Cellichaam, met o.a. celkern en cytoplasma

Uitlopers
      - uitlopers richting cellichaam     = dendriet
      - uitlopers van het cellichaam af = axon

Slide 9 - Tekstslide

Bouw van een zenuwcel
Om lange uitlopers ligt vaak een myelineschede (waarover later meer). Die myelineschede bestaat uit cellen van Schwann met korte onderbrekingen (insnoeringen)

Slide 10 - Tekstslide

Gevoelszenuwcel (sensorische zenuwcel)
  • Impulsen van zintuig naar CZ
  • Cellichaam vlakbij CZ
  • Eén lange uitloper (dendriet) naar cellichaam tóe
Aantekening

Slide 11 - Tekstslide

Schakelcel
  • Impulsen binnen het CZ
  • Hele cel in het CZ
  • Vele korte uitlopers
Aantekening

Slide 12 - Tekstslide

Bewegingszenuwcel (motorische zenuwcel)
  • Impulsen van het CZ naar spier of klier
  • Cellichaam in het CZ
  • Eén lange uitloper (axon) van het cellichaam áf
Aantekening
Spier of klier

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Zenuw
Hersenstam
Ruggenmerg
Zenuw
Hersenen
       Zenuw
Zintuigen en spieren/klieren in je hoofd

Slide 15 - Tekstslide

Grijze en witte stof
Grijze stof: -midden
-Schakelcellen en cellichaam bewegingscellen

Witte stof: -buitenkant
-Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)
Aantekening

Slide 16 - Tekstslide

Zenuwcellen in ruggenmerg

Slide 17 - Tekstslide

Zenuwknoop
Rugzijde (!)
Hierin liggen de cellichamen gevoelszenuwcellen

Slide 18 - Tekstslide

Impuls doorgeven
Binnen een zenuwcel is een impuls een elektrisch signaaltje (waarover meer in Bs5)

Aan het einde van een zenuwcel wordt de impuls via signaalstoffen overgegeven (waarover meer in Bs5)

Slide 19 - Tekstslide

Waar geeft een zenuwcel impulsen aan door?

Slide 20 - Woordweb

Zenuwcel geeft impulsen door aan:
  • Andere zenuwcellen
  • Spieren
  • Klieren

Slide 21 - Tekstslide

Plaats waar impuls wordt overgedragen noem je een synaps
In een synaps wordt 
doormiddel van 
neurotransmitters de 
impuls doorgegeven

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Hersenen 

Slide 25 - Tekstslide

De buitenkant van het ruggenmerg heeft zijn kleur vanwege
A
De grijze stof van de cellichamen
B
De witte stof van de cellichamen
C
De grijze stof van de uitlopers
D
De witte stof van de uitlopers

Slide 26 - Quizvraag

Onderdelen van de hersenen
Onderaanzicht

Slide 27 - Tekstslide

Grote hersenen
  • Verwerken impulsen
  • Bestaan uit verschillende hersencentra (gebieden) 
  • _____________hier komt straks nog een  aanvulling_____________
Aantekening

Slide 28 - Tekstslide

Kleine hersenen
  • Coördineren bewegingen
Aantekening

Slide 29 - Tekstslide

Zenuwen in hoofd en hals
Zenuwen in lichaam

Slide 30 - Tekstslide

Zenuwen in hoofd en hals
Zenuwen in lichaam

Slide 31 - Tekstslide

Hersenstam
  • Impulsgeleiding tussen ruggenmerg en hersenen
  • Impulsgeleiding tussen zenuwen in hoofd/hals en hersenen
  • Aansturen onbewuste levensfuncties (hartslag, ademhaling, temperatuur, etc.)
Aantekening

Slide 32 - Tekstslide

Hersengebieden
Zijaanzicht

Slide 33 - Tekstslide

Wat valt op?

Slide 34 - Tekstslide

Grote hersenen
  • Verwerken impulsen
  • Bestaan uit verschillende hersencentra (gebieden) 
  • Buitenkant grijze cellichamen, binnenkant witte uitlopers
Aantekening

Slide 35 - Tekstslide

Welke hersenen coördineren alle bewegingen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen

Slide 36 - Quizvraag

Wat is GEEN onderdeel van de hersenen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Harde hersenen

Slide 37 - Quizvraag

De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam

Slide 38 - Quizvraag

Twee functies zijn:
1. Het verbinden van het ruggenmerg met de hersenen
2. Het verbinden van zenuwen in het hoofd met de hersenen
Welke functie(s) doet de hersenstam?
A
Beide niet
B
Alleen functie 1
C
Alleen functie 2
D
Zowel functie 1 als 2

Slide 39 - Quizvraag