LVS2 periode 3 les 4 week 11

LES 4
- Je kunt iemand voorstellen
- Je kunt vragen hoe het gaat
- Je kent verschillende beroepen in het Spaans
- Je kan tellen tot 100 in het Spaans
- Je kent het werkwoord "tener"
- Je kan je leeftijd zeggen


1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

LES 4
- Je kunt iemand voorstellen
- Je kunt vragen hoe het gaat
- Je kent verschillende beroepen in het Spaans
- Je kan tellen tot 100 in het Spaans
- Je kent het werkwoord "tener"
- Je kan je leeftijd zeggen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets Spreken A1
                            Naam                             Nationaliteit   
                                                                                     
               Leeftijd                                                    Studie
                                                                                          
               Hobby's                                                  Woonplaats
                                                                                 
                     Talen                                            Werk
                                Favoriete eten / film / land / muziek /...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB ¿Qué tal?
2, Primeros contactos en la feria
a. Bekijk de foto's. Welke foto's zijn zakelijke situaties?
b. Beluister de fragmenten en koppel ze aan een foto
c. vul de ontbrekende informatie in op de visitekaartjes

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB pag 21
3a. ¿Tú o usted? Luister naar de gesprekken. Kruis aan of men elkaar formeel of informeel aanspreekt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesprekken voeren

MP TB p. 21
4 ¿Cómo se escribe?


 
Blz 122 van je tekstboek Uitspraak, klemtoon en spelling!





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 6 - Video

Deze video is ter herhaling om je voor te stellen en te vragen hoe het gaat.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 – 4 – 7 – 9
11 – 13 – 15 – 18
20
42
66
77
35
59
82
94
100

1 – 4 – 7 – 9
11 – 13 – 15 – 18
20 - 42 - 66 - 77
35 - 59 - 82 - 94
100

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de juiste vorm bij de persoonsvorm van 'tener'
pag. 28
yo
él
nosotros
vosotros
ellos
tienes
tenemos
tengo
tienen
tiene
tenéis

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Tienes tableta o móvil?
Tengo móvil  
¿Tienes bici o coche?
Tengo bici


¿Tienes tableta o móvil?
Tengo móvil
¿Tienes bici o coche?
Tengo bici

¿Tienes amigos españoles?
Sí, tengo amigos españoles
No, no tengo amigos españoles

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB p. 23, 7d

In tweetallen. Je wilt weten of je medestudent de volgende dingen heeft. Vraag hem/haar en noteer de antwoorden. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


MP TB p. 23, 8 La agenda de la oficina



In tweetallen. In je adressenboekje ontbreken enkele gegevens. Vraag elkaar om de informatie die mist.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB pag 16 tarea 11
Schrijf een brief en benoem daarin:
Nombre y apellidos                                
Ciudad                                                          País/nacionalidad                
Escuela                                                        Empresa    
Idiomas                                                        Motivo para estudiar español

Lever de brief volgende week in via Teams

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB pag 16 tarea 12
Vorm tweetallen en voer het gesprekje.




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB pag 14 tarea 19 
a Luister naar de fragmenten en vul in hoe deze personen de 
    telefoon opnemen


b Luister naar het fragment en verbind de zinnen uit de twee 
    kolommen met elkaar

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels voor de klemtoon
1. staat er een accent ' op  > dan ligt daar altijd de klemtoon
    (Aviaciónlaga)
2. eindigt een woord op 
     a. een klinker (a, e, i, o, u) of -s of -n   
          > klemtoon op de één na laatste lettergreep
         (chico, Mallorca, casas, imagen)
    b. alle andere letters
          > klemtoon op de laatste lettergreep
          (trabajar, ciudad, hotel)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB pag 15 tarea 21
a Luister naar de woorden en onderstreep de beklemtoonde 
    lettergreep
    Zet daarna de woorden in het schema

b Luister en onderstreep de lettergreep die de klemtoon heeft.
    Zet het accent op de juiste plaats

Klemtoon: dat deel van het woord waar de nadruk ligt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB p. 15
Portfolio
Schrijf bij elk onderdeel een voorbeeld en kruis daarna de smiley aan die het beste past bij je kennis.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Maak de volgende opdrachten in deze LessonUp om te controleren of je de stof van vorige week beheerst

Na de opdrachten vind je nog enkele slides met herhaling en extra opdrachten.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

apellido
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

día
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

empresa
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ciudad
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
las vacaciones

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
practicar deporte

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
después de la clase

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
extranjero

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
ahora

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Ik kom uit Nederland

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Wij spreken Spaans

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Waar komen jullie vandaan?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Wij zoeken de bank

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Wij bellen

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Wie is dat?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Extra oefenen met werkwoorden

Met verbuga kun je de werkwoorden oefenen. 

Kies ser of vink aan "regelmatige werkwoorden" en kies dan alle werkwoorden die als laatste letters -AR hebben

Kies bij tijden: "presente" (de bovenste) om te tegenwoordige tijd te oefenen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten les 4
Maken:
MP WB H1 p. 15 Portfolio

WB pag. 18: 1, 2, 3 pag. 19: 4, 5, pag. 20: 7, pag 21:  12


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies