Week 6 Het strafproces

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
StrafrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Nemo tenetur beginsel: niemand is gehouden tegen zichzelf te leveren of dat niemand kan worden gedwongen aan zijn eigen veroordeling mee te werken.

Slide 3 - Tekstslide

bewaken dwangmiddelen: dat wil zeggen te beslissen of in het belang van het strafrechtelijk onderzoek inbreuken op vrijheid en privacy van verdachten en andere personen kunnen worden gemaakt. RC is onafhankelijk (OvJ niet)

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Enkele maanden later betaalt Mohamed de geldboete die de rechter hem heeft opgelegd. Om welke fase van het strafproces gaat het?
A
Vooronderzoek
B
Terechtzitting
C
Tenuitvoerlegging

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De politie doet onderzoek naar het strafbaar feit wat heeft plaatsgevonden. Onder welke fase van het strafproces valt dit?
A
Terechtzitting
B
Tenuitvoerlegging
C
Vooronderzoek

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

verdachte: art 27 SV

Een piketadvocaat is een advocaat die piketdienst heeft en een verdachte gaat bezoeken na een melding door de politie.

de raadsman heeft vrije toegang tot den verdachte die rechtens van zijn vrijheid is beroofd, kan hem alleen spreken en met hem brieven wisselen zonder dat van den inhoud door anderen wordt kennis genomen.

Verschoningsrecht: Het recht dat een getuige op grond van zijn familierelatie met de verdachte of op grond van zijn beroep heeft om vragen van de rechter onbeantwoord te laten. Een getuige mag zich ook verschonen van het geven van een antwoord als hij zichzelf daardoor zou belasten.

Slide 8 - Tekstslide

Het vasthouden van de verdachte als dat nodig is voor het onderzoek. De inverzekeringstelling, die drie dagen duurt, kan worden bevolen bij middelzware en zware misdrijven en kan eenmaal met drie dagen worden verlengd. Daarna kan voorlopige hechtenis volgen.

In die periode wacht de verdachte op een uitspraak van de rechter in de strafzaak. De voorlopige hechtenis is het tweede deel van het voorarrest en volgt na de inverzekeringstelling bij de politie.

Toezicht houden op verdachten en daders is een kerntaak van Reclassering Nederland. Dat doen wij in opdracht van het Openbaar Ministerie, rechters, gemeenten of het gevangeniswezen. We controleren afspraken en motiveren verdachten en daders om te leven zonder criminaliteit.

Tijdens deze 'vroeghulp' maakt een reclasseringswerker een eerste inschatting van de problemen die er spelen. Ook kijken we welke hulpvragen u heeft.
De terechtzitting
Na het opsporingsonderzoek naar het strafbaar feit en verdachte (de fase: vooronderzoek), volgt de vervolging van de verdachte op zitting, de fase van de terechtzitting. Deze start door het uitbrengen van de dagvaarding door de officier van justitie aan de verdachte. Hierin staat:
  • waar en wanneer hij moet verschijnen bij de rechter
  • waarvoor hij moet verschijnen
  • welke rechten hij als verdachte heeft

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de dagvaarding
De officier moet bepalen:
  1.  bij welke soort rechter de verdachte moet verschijnen (= absolute competentie)
  2. waar de verdachte in Nederland moet verschijnen (= relatieve competentie)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absolute competentie
  • er zijn 3 soorten rechterlijke instanties die een strafzaak in Nederland behandelen: 
  1. Rechtbank = in eerste aanleg
  2.  het Gerechtshof = in hoger beroep
  3.  de Hoge Raad = in cassatie
  • De rechtbank is ook weer in 3-en onder te verdelen:
  1.  de kantonrechter - alleen bij overtredingen
  2. de politierechter - alleen bij misdrijven waar niet meer dan 1 jaar wordt geëist
  3. de meervoudige kamer - de overige misdrijven (dus de zwaardere zaken)  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relatieve competentie
In welke plaats moet je nu naar de rechter?
De officier heeft 2 keuzes om te dagvaarden:
  1. of hij kiest voor de rechter van het arrondissement bij de woonplaats van de verdachte
  2. of hij kiest voor de rechter van het arrondissement waar het feit is gepleegd.
Nb. Vaak kom je via beide keuzes bij dezelfde rechtbank uit

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terechtzitting
  • op zitting gaat de rechter uiteindelijk bepalen of iemand schuldig is, kortgezegd op basis van het aanwezige bewijs en zijn overtuiging hiervan
  • legt hij de verdachte een straf op (en is deze onherroepelijk) dan zal deze moeten worden tenuitvoergelegd. In dat geval ben je dus in de laatste fase van het strafproces. Deze laatste fase ligt weer in handen van de officier 

Slide 13 - Tekstslide

Een uitspraak is onherroepelijk als de rechtzoekende geen beroep of cassatie meer kan instellen, bijvoorbeeld omdat de termijn waarbinnen men beroep moet instellen verlopen is.
voorbereiden oefenrechtbank
In de volgende lessen ga je zelf een strafzaak naspelen in een oefenrechtbank. De volgende les gebruik je om je voor te bereiden hierop.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notes!
- drie fasen van het strafprocesrecht
- personen in het strafproces

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies