Fictie - les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1,2

Fictie

Les 1

Planning:

• Na de meivakantie gaan we aan het onderdeel fictie beginnen.
• Elke les zullen we een klein stukje van een boek lezen.
• Over dat boek krijg je een toets. 

Lesdoel:

Aan het einde van deze les:

- Weet ik wat fictie en non-fictie is;

- Weet ik wat realistische fictie en niet-realistische fictie is;

- Weet ik welke genres er allemaal zijn;

- (Kan ik vertellen wat andere begrippen betekenen die met fictie samenhangen.)

Je hebt zojuist een filmpje gezien. Wat zou fictie zijn?

1. Waargebeurde verhalen
2. Verzonnen verhalen
3. Verhalen over de werkelijkheid

Wat is fictie?

Betekenis: alles wat verzonnen is. Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.

 

Geschreven om je te vermaken.

Voorbeelden:

Leesboek, stripverhaal, musical/toneelstukken en gedichten.

Je hebt zojuist een filmpje gezien. Wat zou non-fictie zijn?

1. Waargebeurde verhalen
2. Verzonnen verhalen
3. Verhalen over de werkelijkheid

Wat is non-fictie?

Betekenis: alles wat niet verzonnen is. Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.

 

Het is geschreven om je te informeren of instrueren.

Voorbeelden:

Nieuwsbericht, schoolboeken, kookboeken en een handleiding

Fictie (verzonnen verhalen)

sciencefiction

thriller / horror

fantasy

games

toneelstukken

tv-series

strips

tekenfilms

Non-fictie (Verhalen die echt gebeurd zijn of die je feitelijke informatie geven)

krantenbericht

tijdschriftartikel

studieboek

documentaire

journaal / nieuws op tv

agenda

biografie

reisgidsen

Is het fictie of non-fictie?

Schrijvers vertellen dingen die echt gebeurd zijn.

1. Fictie
2. Non-fictie

Is het fictie of non-fictie?

Het is bedacht.

1. Fictie
2. Non-fictie

Is het fictie of non-fictie?

Het gaat over de werkelijkheid.

1. Fictie
2. Non-fictie

Is het fictie of non-fictie?

Schrijvers verzinnen verhalen.

1. Fictie
2. Non-fictie

Is het fictie of non-fictie?

Een bericht in de krant is hier een voorbeeld van.

1. Fictie
2. Non-fictie

Realistisch en niet-realistisch

Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn:

Realistisch:

-Verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid, alles kan in het echt ook gebeuren.

Niet-realistisch:

-Verhalen met veel dingen die niet echt kunnen gebeuren.

Oorlogswinter is:

1. Realistische fictie
2. Niet-realistische fictie

Black Panther is:

1. Realistische fictie
2. Niet-realistische fictie

In de bibliotheek staan pictogrammen op de boeken, zodat je kunt zien bij welk genre een boek hoort. Een genre geeft aan wat voor een soort verhaal in het boek wordt verteld, bijvoorbeeld griezelverhaal of een verhaal over geschiedenis.

Welke afbeelding hoort bij het genre GESCHIEDENIS?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke afbeelding hoort bij het genre AVONTUUR?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke afbeelding hoort bij het genre FAMILIE?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke afbeelding hoort bij het genre SCIENCEFICTION?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke afbeelding hoort bij het genre SPORT?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe noem je het belangrijkste personage van een boek?

1. Hoofdpersoon
2. Bijpersoon
3. Achtergrondfiguur
4. Ster

De ruimte (plaats) waar een verhaal afspeelt, kan veel invloed hebben op het verhaal. Zo kan een bepaalde ruimte het verhaal extra spannend maken. Bedenk een ruimte die een verhaal spannend kan maken.

Wat kan nog meer aan een verhaal worden toegevoegd om het extra spannend te maken?

In welke tijd speelt Oorlogswinter?

1. Verleden tijd
2. Heden
3. Toekomst

Waar kon je aan zien dat Oorlogswinter in de verleden tijd speelde?

In welke tijd speelt Black Panther?

1. Verleden tijd
2. Heden
3. Toekomst

Waar kon je aan zien dat Black Panther in de toekomst speelt?

Wie is het personage?

Wie is het personage?

Wat kun je over de ruimte vertellen?

Wat kun je over de ruimte vertellen?

Einde!