3.2

Welkom 4 Kader
3.2 Winst of verlies
Pincode Economie
Mark Barnhoorn


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom 4 Kader
3.2 Winst of verlies
Pincode Economie
Mark Barnhoorn


Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Welkom
- Terugblik van gisteren
- Nakijken ( heel 3.1 + Samenvatting 3.1)
- Leerdoelen
- Theorie + Aan de slag
- Afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblikken
- Wat zijn de productiefactoren?
- Welke beloningen horen hierbij?

- Waarom investeren bedrijven?
- Wat is het verschil tussen vaste- variabele kosten?
- Hoe bereken je de kostprijs


Slide 3 - Tekstslide

Nakijken
Heel 3.1 + Samenvatting 3.1 blz. 90.

Slide 4 - Tekstslide

3.2 leerdoelen
na deze les kan de leerling:

  • Met de  brutowinstopslag de verkoopprijs bereken
  • Consumentenprijs berekenen
  • Brutowinst en het nettoresultaat berekenen
  • hoe je terugrekent van de consumentenprijs naar de prijs exclusief btw

Slide 5 - Tekstslide

Verkoopprijs
- Sommige bedrijven kopen spullen in. Zij kunnen bijvoorbeeld niet zelf producten maken. Prijs waarvoor zij inkopen doen, heet: Inkoopprijs

- Bedrijven willen graag winst maken op het product. Daarom voegen zij een brutowinstopslag toe. Brutowinstopslag: Kosten en winst voor de winkelier.

- Verkoopprijs= Inkoopprijs + brutowinstopslag

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Bijvoorbeeld:
- inkoopprijs tv: € 528,
- brutowinstopslag 25% ( Altijd berekenen van de inkoopprijs!)

Slide 7 - Tekstslide

Consumentenprijs
Consumentenprijs is de prijs die de consument betaald bij de kassa. 
Consumentenprijs = Verkoopprijs + BTW


Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Aan de slag: HST 3.2 Opdrachten 1 t/m 7 

Tijd 15 minuten 

Nakijken: klassikaal paar vragen bespreken, de rest zelfstandig  nakijken
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

De winst voor bedrijven
Omzet= Het totale bedrag dat je door  het verkopen van goederen en/of diensten heb ontvangen.  Afzet X verkoopprijs= Omzet

Brutowinst= Omzet - inkoopwaarde ( inkoopprijs van alle verkochte producten)

Nettoresultaat= Brutowinst - bedrijfskosten
Let op! je netto resultaat kan winst of verlies zijn!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Van consumentenprijs naar Verkoopprijs
Verkoopprijs                       100%
BTW 9% of 21%              +  9 of 21%
Consumentenprijs           109 of 121%

Stel, je hebt een rugtas gekocht voor 121 euro incl. btw 
Hoeveel bedraagt het bedrag, exclusief btw?


Slide 12 - Tekstslide

%

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Vóór woensdag moet af zijn:
  • Heel 3.2
  • Samenvatting 3.2
  • Herhalingsvragen 3.2

Vragen? Brh@sgdc.nl 
Magister kan je proberen, weinig kans.

Slide 14 - Tekstslide