classificatie van dieren 2

Classificatie van dieren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Classificatie van dieren

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Op het einde van deze lessen kan ik:
• De basis kenmerken van de dieren geven
• Dieren opdelen op basis van de aanwezigheid van een chorda, symmetrie, een darmzak of darmkanaal, de segmentatie, de gelede aanhangsels en het skelet.
• Verklaren wat invertebraten en vertebraten zijn
• De symmetrielijnen tekenen op een dier. En benoemen tot welke groep ze behoren
• Verklaren hoe sponsen voedsel opnemen
• Een onderscheid maken tussen inwendige segmentatie en uitwendige segmentatie
• De functie geven van de verschillende aanhangsels
• De stevigheid van de verschillende dieren verklaren
• Alle vet gedrukte woorden verklaren

Slide 2 - Tekstslide

welke criteria bekijken we vandaag?
  • segmentatie
  • gelede aanhangsels
  • skelet 

Slide 3 - Tekstslide

Welke criteria voor de classificatie van dieren hebben we vorige les besproken?

Slide 4 - Woordweb

Linnaeus deed de indeling op basis van morfologische kenmerken. Wat wil dat nu weer zeggen?

Slide 5 - Open vraag

Indeling van organismen gebeurt tegenwoordig vooral door vergelijken van
A
anatomische kenmerken
B
biochemische kenmerken
C
DNA van organismen
D
morfologische kenmerken

Slide 6 - Quizvraag

Wat waren de basiskenmerken van dieren?

Slide 7 - Woordweb

Geef 3 voorbeelden van invertebraten

Slide 8 - Open vraag

Welke 3 soorten symmetrie waren er?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Segmentatie kan zowel inwendig als uitwendig voorkomen. Bij geleedpotigen is er
A
inwendige segmentatie
B
uitwendige segmentatie
C
inwendige en uitwendige segmentatie
D
geen segmentatie

Slide 11 - Quizvraag

Segmentatie kan zowel inwendig als uitwendig voor komen. Bij sponzen is er
A
inwendige segmentatie
B
uitwendige segmentatie
C
inwendige en uitwendige segmentatie
D
geen segmentatie

Slide 12 - Quizvraag

Segmentatie kan zowel inwendig als uitwendig voor komen. Bij de regenworm is er
A
inwendige segmentatie
B
uitwendige segmentatie
C
inwendige en uitwendige segmentatie
D
geen segmentatie

Slide 13 - Quizvraag

Segmentatie kan zowel inwendig als uitwendig voor komen. Bij de mens is er
A
inwendige segmentatie
B
uitwendige segmentatie
C
inwendige en uitwendige segmentatie
D
geen segmentatie

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent volgens jou geleedpotig?

Slide 15 - Open vraag

gelede
verdeeld in delen die aan elkaar vast zitten

Slide 16 - Tekstslide

criteria gelede aanhangsels
  • De geleedpotigen zijn niet alleen geleed, ze hebben aan die geledingen ook gepaarde en gelede aanhangsels hangen.
  • Deze aanhangsels kunnen zowel op kop als op het borststuk en het achterlijf voorkomen.
  • De verschillende onderdelen of leden van de aanhangsels kunnen ten opzichte van elkaar bewegen door gewrichten.
  • verschillende functies

Slide 17 - Tekstslide

welke functies hebben aanhangsels aan de kop?

Slide 18 - Woordweb

welke functie hebben aanhangsels aan het achterlijf?
A
voortbewegen (looppoten)
B
voortbewegen (zwempoten) en voortplanting
C
voortplanting
D
opvangen prikkels

Slide 19 - Quizvraag

functies van de gelede aanhangsels


aan de kop -> voedsel opnemen (monddelen) en opvangen                                        prikkels (sprieten)
aan het borststuk -> voortbeweging (looppoten)

aan het achterlijf -> voortbeweging ( zwempoten) en                                                                   voortplanting 

Slide 20 - Tekstslide

Skelet

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de functie van het skelet?

Slide 22 - Open vraag

Alle dieren hebben een skelet.
A
juist
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

Een skelet is altijd inwendig.
A
juist
B
fout

Slide 24 - Quizvraag

het skelet
  • stevigheid en bescherming. 
  • de mossel en de kreeft hebben een skelet aan de buitenkant van het lichaam. Dat is een uitwendig skelet of een exoskelet.
  • Bij de mens, sponzen en zeesterren zit het skelet binnenin het lichaam. We spreken van een inwendig skelet.

Slide 25 - Tekstslide

Uitwendig skelet
inwendig skelet

Slide 26 - Tekstslide