De huid

Waarom heb je een hoesje om je telefoon?
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Waarom heb je een hoesje om je telefoon?

Slide 1 - Tekstslide

Wat zie je op de foto? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Jullie gaan een tekst lezen over de huid en jullie gaan voorspellen waarover de tekst gaat.
- Van tevoren gaan we een paar moeilijke woorden bespreken.
- Na het lezen gaan jullie opdracht maken en gaan we de tekst bespreken.

Slide 3 - Tekstslide

Voorspellen van de tekst
Schrijf op wat je denkt, eerst in je moedertaal, daarna in het Nederlands.
1. Wat kun je al voorspellen over het onderwerp van de tekst?
Kijk goed naar de titel, kopjes en afbeeldingen.
2. Wat weet je al over dit onderwerp?
Denk na over wat je al weet.
Schrijf woorden of zinnen in je moedertaal.
3. Wat verwacht je van deze tekst?
Wat zou je willen leren of ontdekken?

- Bespreek de antwoorden met de klasgenoot die naast je zit. 

Slide 4 - Tekstslide

Moeilijke woorden:
- Beschermen = er zo goed mogelijk voor zorgen dat er niets verkeerd gebeurt.
Zonnebrand beschermt je huid tegen de zon.
- Zingtuig: oor, oog, neus, tong en huid (je kunt ermee waarnemen: ruiken, proeven, voelen, zien..)
- Pigment: pigment zorgt voor de kleur van je huid
- Verbranden: als je huid pijn doet door te lang in de zon zitten/liggen.
- Beschadigd: kapot.

Hoe zeg je deze woorden in jouw moedertaal?

Slide 5 - Tekstslide

Lezen in tweetallen
- Lees de tekst samen (pagina 16–17 van De huid).
- Van alinea tot alinea.
- Zoek en markeer de volgende woorden in de tekst: bescherming, beschermen, bacterie, vochtig, verlies, wond, lichaamstemperatuur, vacht, belangrijk, zonlicht.
Gebruik de woordkaartenset
- Schrijf achter elk woord één woord of zin uit de tekst die je helpt om het te begrijpen.

Slide 6 - Tekstslide

Beantwoord de vragen
- Werk in tweetallen
- Twee rollen: een lezer en een schrijver
- Na vier beantwoorde vragen wisselen van rol
- Hulp? Schema met woordraadstrategieën

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de betekenis?
- Hoe hebben jullie de betekenis gevonden?
- Wat betekent het woord?
- Kun je een vertaling van het woord noemen?

Slide 8 - Tekstslide

Welke woorden heb je geleerd?
- Welke woordraadstrategieën heb je gebruikt?
- Wat ging goed? 

Slide 9 - Tekstslide