12.4 X- en Y-chromosomen

12.4 X-chromosomaal
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

12.4 X-chromosomaal

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Autosomaal of X-chromosomaal
Op welk chromosoom ligt het allel?

gewone chromosomen:  autosomale overerving
geslachtschromosomen:  X-chromosomale overerving

Op het X-chromosoom liggen genen, het y-chromosoom is leeg

Slide 3 - Tekstslide

Hoe veel kans heb je op het krijgen van een meisje?
A
10%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 4 - Quizvraag

Karyogram

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Kleurenblindheid (daltonisme)

Slide 8 - Tekstslide

Er bestaan verschillende
vormen van kleurenblindheid.
Wat merk je op als je de verdeling
tussen mannen en vrouwen bekijkt?

Slide 9 - Open vraag

kleurenblind
kleurenblindheid is recessief en erft x-chromosomaal over.

XA, Xa, Y

Slide 10 - Tekstslide

X-CHROMOSOMAAL DOMINANT - XA
X-CHROMOSOMAAL RECESSIEF - Xa

Slide 11 - Tekstslide

Een vrouw is draagster van het recessieve allel en krijgt kinderen met een kleurenziende man. Hoe groot is de kans dat haar kinderen kleurenblind zijn? 
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Een vrouw is draagster van het recessieve allel en krijgt kinderen met een kleurenziende man. Hoe groot is de kans dat haar kinderen kleurenblind zijn?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

X-chromosomaal

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

  • Stel je voor: de donkergekleurde eigenschap is X-chromosomaal en recessief (Xf).
  • De rondjes hebben dan XF en/of Xf
  • De vierkantje een XF of Xf met een lege Y

Slide 17 - Tekstslide

X-chromosomaal
Nummer 1 t/m 16 op een blaadje en noteer het genotype
Noteer een ? als je het niet kunt weten, zoals XBXb

Slide 18 - Tekstslide

Maak nu het huiswerk

Slide 19 - Tekstslide

Bepaal het genotype dat een vrouw kan hebben met een dochter met hemofilie. (recessief)
A
B
C
D

Slide 20 - Quizvraag

Twee ouders die wel kleuren kunnen zien, hebben twee kinderen.
Wat is het genotype van de ouders voor deze vorm van kleurenblindheid?
A
beide ouders zijn heterozygoot
B
beide ouders zijn homozygoot recessief
C
beide ouders zijn homozygoot dominant
D
dat kun je niet uit de gegevens opmaken

Slide 21 - Quizvraag

Welke zin over een dominante x-chromosomale overerving van een afwijking is juist?
A
Een vader met een afwijking geeft dit door aan al zijn zoons
B
Een vader met een afwijking geeft dit door aan al zijn dochters
C
Een moeder met een afwijking geeft dit door aan al haar zoons
D
Een moeder met een afwijking geeft dit door aan al haar dochters

Slide 22 - Quizvraag


Zwarte rondjes en vierkantjes zijn een ziekte.
Is dit een dominante of recssieve ziekte en wordt deze autosomaal of X-chromosomaal overgeërfd?
A
Dominant, autosomaal
B
Recessief, autosomaal
C
Dominant, X-chromosomaal
D
Recessief, X-chromosomaal

Slide 23 - Quizvraag


Kun je op basis van de stamboom hiernaast met zekerheid zeggen welke eigenschap haarkleur wel of niet X-chromosomaal is?
A
Nee
B
Ja, het is X-chromosomaal
C
Ja, het is niet X-chromosomaal

Slide 24 - Quizvraag

In een bepaalde familie komt een erfelijke afwijking voor die wordt veroorzaakt door een X-chromosomaal gen. Een vrouw uit deze familie is drager van dit gen, maar vertoont de afwijking niet. Ook haar man vertoont de afwijking niet. De vrouw is in verwachting. Het embryo wordt vóór de geboorte onderzocht. Het blijkt een jongen te zijn.
Hoe groot is de kans dat deze jongen na de geboorte de bedoelde afwijking vertoont?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 25 - Quizvraag

Het allel voor een bepaalde vorm van kleurenblindheid bij de mens is X-chromosomaal en recessief.
Hierover worden de volgende beweringen gedaan.
1 Als een vrouw kleurenblind is, is haar vader kleurenblind en haar moeder òf eveneens kleurenblind òf drager.
2 De kans dat een dochter uit een huwelijk tussen een heterozygote vrouw en een kleurenblinde man kleurenblind is, is 50%.

Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?
A
Bewering 1
B
Bewering 2
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 26 - Quizvraag

Kan de eigenschap (zwart) X-chromosomaal zijn of niet?
A
Ja, dat zou kunnen
B
Nee, dat kan niet
C
Te weinig informatie

Slide 27 - Quizvraag