Oefentoets 1.1 t/m 1.3 [Pulsar]

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Klas Binnenkomen

• Ga rustig naar je plaats
• Je bent startklaar voor de      les                        
• Aandacht voor de docent

       (let op teken docent!)

Tijdens de les

• Doe actief mee
• stoor niet        
• Bij vragen  eerst je vinger opsteken          
• Houd het lokaal netjes

Klas verlaten

• Je huiswerk is genoteerd
• Je werkplek netjes             achterlaten
• De docent bepaalt    wanneer je kunt gaan
• Je vertrekt rustig 

Inloggen Lessonup

1. Ga naar: LessonUp.app of  de LessonUp app  downloaden

2. klascode invoeren (niet nodig!!)

3. klik op inloggen 

4. inloggen met je Office 365 email

5.Gelukt......! 

Je kan nu naar de gedeelde les.

G1A: 1prrz

G1B: ollqn

BK1A: mnxsd

Bericht van de docent

Je gaat aan de slag met het maken van de oefentoets van H1 Onderzoeken [paragraaf 1.1 t/m 1.3] Lees de vragen goed door en deze beantwoorden. Maak zo nodig aantekeningen in je schrift.

Aan het eind vind je wat extra informatie over de bronnen en informatiefilmpjes  die je kan  beluisteren met een koptelefoon. 

                    Veel succes!

Tip: de begrippen en de bronnen  doornemen!

Lesplanning

1. Opening

2. Nakijken en verbeteren 1.1 t/m 1.3 en ook Test jezelf (blz. 39)

3. Maken: Oefentoets 1.1 t/m 1.3 

(zie gedeelde les Lessonup!)

4. Oefenen met begrippenkaartjes

(grootheid - eenheid  - afkorting)

Toets:  di 14 dec.  G1A & G1B

1.1 Onderzoeken en ontdekken

Doornemen de begrippen blz. 9 t/m 11:

onderzoeken - proef - experiment - waarnemen - onderzoeksvraag - conclusie - werkplan - proefverslag

Leren de bronnen blz. 10: 

Bron 3 - Bron 4

Leren "om te onthouden" blz. 11

Klik de juiste combinaties aan
Wat betekent hetzelfde?
proef =

1. experiment
2. demonstratie
3. ontdekker
4. verslag

Bij practicum moet iedereen zich houden aan de veiligheidsregels. Schrijf vijf veiligheidsregels voor practicum op

Welke waarnemingen mag je bij een onderzoek altijd doen?

1. horen en zien
2. horen en proeven
3. ruiken en voelen
4. ruiken en zien

onderzoeksvraag of conclusie?
"Wie is het zwaarst in deze klas?"

1. Onderzoeksvraag
2. Conclusie

Veel ontdekkingen ontstaan door toeval. Je ziet, hoort, ruikt of voelt iets. dit heet............?

1. beschrijving
2. waarnemen
3. conclusie

onderzoeksvraag of conclusie?
"1 Liter cola light is lichter dan 1 Liter cola"

1. onderzoeksvraag
2. conclusie

Is het wel of geen onderzoeksvraag?

1. Waardoor gaat een luchtballon omhoog?
2. Hoe lang heb je over het practicum gedaan?

1. 1 & 2 wel onderzoeksvraag
2. 1 & 2 geen onderzoeksvraag
3. 1. wel onderzoeksvraag 2. geen onderzoeksvraag
4. 1. geen onderzoeksvraag 2. wel onderzoeksvraag

1.2 Het practicumlokaal

Doornemen de begrippen blz. 13 t/m 17:

practicum - practicumlokaal -reageerbuizen - bekerglas- erlenmeyer - gasregelschroef - luchtring - gele vlam - 

pauze vlam - blauwe vlam - ruisende vlam met kern - noodstop - gevarensymbool 

Leren de bronnen blz. 10: 

3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 9 

Leren "om te onthouden" blz. 17

Oliver heeft een blauwe vlam nodig om wat water in een reageerbuis te verwarmen. Oliver maakt een blauwe vlam door …

1. de gasregelschroef zo ver mogelijk open te zetten en de luchtring dicht te laten.
2. voor precies gelijke hoeveelheden gas en lucht te zorgen.
3. alleen de luchtring open te zetten en dan langzaam de gasregelschroef steeds verder open te draaien.
4. eerst een gele vlam te maken en dan langzaam de luchtring naar beneden te draaien.

Met je brander kun je drie soorten vlammen maken. Welke vlam is het heetst?

1. de blauwe vlam de blauwe vlam
2. de gele vlam
3. de ruisende vlam
4. alle vlammen zijn even heet

Bij een onderzoek verwarm je 1000 mL water in een groot bekerglas. Dat doe je met een brander.
Welke vlam kun je het beste gebruiken.

1. een stille blauwe
2. een pauzevlam
3. een ruisende blauwe vlam

Bert heeft zojuist met de brander een bekerglas waarin een beetje water zit verwarmd. In het bekerglas zit een thermometer. Met welk soort vlam heeft hij dat gedaan?

Zie vorige vraag, Hoeveel moet je de gaskraan en de luchtschijf openen om deze vlam te bekomen.

Je mag nooit zomaar een gaskraan opendraaien.

1. Juist
2. Onjuist

Je moet je veiligheidsbril opzetten als je iets verwarmt in een reageerbuis.

1. Juist
2. Onjuist

Je labjas moet open zodat deze bij brand snel uit kan.

1. juist
2. onjuist

Wat is in een practicumlokaal voor jouw veiligheid? Noem minstens drie dingen.

Je mag nooit aan een stof ruiken of van een stof proeven.

1. Juist
2. Onjuist

Je mag niet praten tijdens het practicum doen.

1. Juist
2. Onjuist

1.3 Schatten en meten

Doornemen de begrippen blz. 13 t/m 17:

schatten - meten -meetinstrument - eenheid - grootheid - massa - 

N (Newton) - volume - eenheden omrekenen - maatcilinder - schaalverdeling

Leren de bronnen blz. 18 t/m 22: 

1 - 3 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 

Leren "om te onthouden" blz. 22

Benoem minstens
5 meetinstrumenten

Welke eenheid hoort bij de grootheid volume?

1. meter
2. kilogram
3. seconde
4. liter

In welke rij staan alleen grootheden?

1. lengte, meter, temperatuur, graad, massa, kilogram
2. lengte, temperatuur, massa
3. millimeter, gram, lengte

Waarmee meet je temperatuur?

1. met een liniaal
2. met een maatcilinder
3. met een thermometer
4. met een weegschaal

De breedte van de kamer is 5 meter. Wat is in de zin de grootheid en wat is de eenheid?

1. breedte is de grootheid en meter is de eenheid
2. breedte is de eenheid en meter is de grootheid
3. breedte en meter zijn beide grootheden
4. breedte en meter zijn beide eenheden

Om van kilometer naar meter te gaan, moet je:

1. delen door 100
2. vermenigvuldigen met 100
3. delen door 1000
4. vermenigvuldigen met 1000

Waarvoor gebruik je een maatcilinder?

1. om een hoeveelheid te meten
2. om een reageerbuis vast te houden tijdens het verwarmen
3. om vloeistoffen te verwarmen
4. om vloeistoffen te mengen

Met welke eenheid geef je de massa van een stof aan?

1. uur
2. kilogram
3. liter
4. meter

Je kijkt buiten op de thermometer. Je ziet dat het 5 graden Celsius is. Waarvan is 'graden Celsius' de eenheid?

1. lengte
2. temperatuur
3. tijd
4. volume

Geef bij de volgende drie zinnen aan 

of het onderstreepte woord een eenheid of een grootheid is

(het zijn sleepvragen)

Het vakantie adres van de familie Lenders ligt op een afstand van 850 Kilometer  van hun woonplaats

Een auto met caravan mag maximaal met een snelheid van 90 kilometer per uur rijden

Eenheid

grootheid

In de benzinetank van een kleine auto kan maximaal 30 Liter benzine

Op een lentedag is de temperatuur 17 graden Celcius

Eenheid

grootheid

Vanuit Nederland kun je met de auto in ongeveer 10 uur Oostenrijk bereiken

Eenheid

grootheid

Welke omschrijving hoort bij welk plaatje?

1. ontvlambaar
2. bijtend
3. giftig
4. irriterend

Welke omschrijving hoort bij welk plaatje?

1. ontvlambaar
2. bijtend
3. giftig
4. irriterent

Welke omschrijving hoort bij welk plaatje?

1. ontvlambaar
2. bijtend
3. giftig
4. irriterend

Op een flesje hoestdrank staat: 'Inhoud 250 mL'. Hoeveel van deze flesjes kun je vullen uit een voorraad van 5 L?

1. 20 flesjes
2. 1250 flesjes
3. 12,5 flesjes

Reken om:
1300 g = ............... kg

Bereken
267000 mg = ............ g

Bereken:
1,8 L = .................. mL

Op een maatcilinder staan streepjes en getallen. Hoe noem je die streepjes en getallen?

1. cilinderverdeling
2. maatverdeling
3. schaalverdeling

De oefentoets is nu afgelopen

1. Ik vond het makkelijk, het wel komt goed met leren
2. Ik vond het moeilijk, ik moet echt aan de slag met leren
3. Ik vond het redelijk gaan, ik moet beter mijn best gaan doen met leren
4. Ik vond het moeilijk, terwijl ik wel altijd goed bezig was met mijn huiswerk en opletten inde les

Goed bestuderen: de bronnen uit het boek 

en ook de volgende filmpjes

Grootheid

Grootheid

Grootheid = Wat je meet

Lengte

Tijd

Massa (gewicht)

Volume / inhoud

Gewicht (kracht)

Temperatuur

Eenheid = uitgedrukt in (de maat waarin je iets meet)

Milimeter, Meter, Kilometer,

Seconde, Uur, Jaar

Gram, Kilogram,

Mililiter, Liter, Kubieke meter

Newton

Graden Celcius

grootheid =

sec

Massa (kg)  &  Gewicht (N)

Wat is jouw gewicht?

bijvoorbeeld; 45 kg [wat de weegschaal aangeeft]

In bron 3 staat andere naam voor gewicht; 

geen kg maar N (Newton)

Je zegt mijn gewicht is 450N [45x10]

grootheid

eenheid

eenheid

Omreken kilogram naar gram

Omrekenen meter naar millimeter

Ezelsbruggetje

kan   het    dametje    met    de   cm      meten

km    hm    dam            m        dm  cm      mm

kan    hij     dan             met    die  chick  mee