Les 4 - Reader

Proefwerk
Donderdag 3 februari

Basisstof 1 t/m 5 + 11
+ reader (oranje boekje)
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Proefwerk
Donderdag 3 februari

Basisstof 1 t/m 5 + 11
+ reader (oranje boekje)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Bespreken B3b - Deel 1
Opdrachten maken/huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
Fenotype
Genotype
Allel
Homozygoot
Heterozygoot

Slide 3 - Tekstslide

Mens: 46 chromosomen (23 paren chromosomen)
Chromosomen paren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Dominant en recessief 

Slide 7 - Tekstslide

Aantekening
Dominant allel = het allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype 

Recessief allel = een allel dat alleen tot uiting komt in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is.

Slide 8 - Tekstslide

Oefening
Bij cavia's is het gen voor witte haarkleur (h) recessief ten opzichte van het gen voor zwarte haarkleur (H).
 
1. Wat is het genotype van een witharige cavia?
2. Bestaan er witharige cavia's die heterozygoot zijn voor de haarkleur?

Slide 9 - Tekstslide

Oefening
Bij cavia's is het gen voor witte haarkleur (h) recessief ten opzichte van het gen voor zwarte haarkleur (H).
 
1. Wat is het genotype van een witharige cavia? hh
2. Bestaan er witharige cavia's die heterozygoot zijn voor de haarkleur? Nee

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aantekening
Intermediair fenotype = als het organisme heterozygoot is voor een bepaalde eigenschap, maar beide allelen van dit allenpaar even sterk zijn


Slide 12 - Tekstslide

Oefening
Bij kippen wordt de kleur van de veren bepaald door een gen voor witte veren en een gen voor zwarte veren. Een kip die heterozygoot is voor deze eigenschap heeft fijn gespikkelde veren.

1. Welk fenotype is intermediair? IwI
2. Wat is het genotype van een kip met witte veren? Een kip met zwarte veren? En een kip met fijn gespikkelde veren? IwIw (wit), Iz,Iz (zwart), IwIz (gespikkeld)

Slide 13 - Tekstslide

Monohybride kruisingen
Eén eigenschap wordt bepaald door één allelenpaar

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Monohybride kruisingen
Eén eigenschap wordt bepaald door één allelenpaar

Slide 17 - Tekstslide

Maken: 
Woensdag 26 jan, 2de uur

Reader:
Opdracht 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22 en 23


Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Woensdag 19 jan, 2de uur

Reader:
Opdracht 5, 6, 10 en 11


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Intermediaire kruising:
Zwarte vacht 
Witte vacht  

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 15

Slide 23 - Tekstslide

Maken: 
Woensdag 26 jan, 2de uur

Reader:
Opdracht 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22 en 23


Slide 24 - Tekstslide

X-chromosomale overerving
Basisstof 10a

Slide 25 - Tekstslide

aa
AA
a
A
Aa
Zwarte vacht
Tekst
Een gewone monohybridye kruising

Slide 26 - Tekstslide

Dominant en recessief 

Slide 27 - Tekstslide

Aa
Aa
A
a
a
A
Aa
AA
aa
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Verhouding       2:1:1

Slide 28 - Tekstslide

P
Geslachtscellen
F1

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

IwIw
IzIz
Iw
Iz
IwIz
Grijze vacht
Intermediair
fenotype

Slide 31 - Tekstslide

AwAw
AzAz
Aw
Az
AwAz
Grijze vacht
Intermediair
fenotype

Slide 32 - Tekstslide

X-chromosomale overerving 
Chromosomen paren

Slide 33 - Tekstslide

X-chromosomale overerving

Slide 34 - Tekstslide

A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Vader - Kleurenblind
Moeder - Heterozygoot 
Y
XAXa
Dominant (A) = niet kleurenblind
Recessief (a) = wel kleurenblind
 
X-chromosomaal
Xa
XaY
XA
Xa
?

Slide 35 - Tekstslide

A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Vader - Kleurenblind
Moeder - Heterozygoot 
Y
XAXa
Dominant (A) = niet kleurenblind
Recessief (a) = wel kleurenblind
 
Xa
XaY
XA
Xa
Xa
Y
XA
XAXa
XAY
Xa
XaXa
XaY
Zie kruisingschema

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht 24
Probeer deze zelf in te vullen...
timer
5:00

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht 24
1
XAXA
XAY
0%
0%
2
XAXA
XaY
0%
0%
3
XaXA
XAY
0%
50%
4
XaXA
XaY
50%
50%
5
XaXa
XAY
0%
100%
6
XaXa
XaY
100%
100%

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht 25
Bij mensen is het gen voor bloederziekte recessief en X-chromosomaal (Xb).

Persoon 2 lijdt aan bloederziekte.

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht 25a
Bij mensen is het gen voor bloederziekte recessief en X-chromosomaal (Xb).

Persoon 2 lijdt aan bloederziekte.
XbY

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht 25a
Bij mensen is het gen voor bloederziekte recessief en X-chromosomaal (Xb).

Persoon 2 lijdt aan bloederziekte.
XBY
XbY
XBXb

Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk

Vrijdag 28 januari, 2de uur

Reader
Opdracht 25b en c, 26, 27 en 28 

Slide 42 - Tekstslide