3.4 Verkiezingen (HAVO)

Welkom bij GMF!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij GMF!

Slide 1 - Tekstslide

SLEEPVRAAG: Wat hoort bij wat?
Sleep de uitleg naar het juiste begrip
Progressief
Conservatief
Sociaaldemocratie
Liberalisme
Christendemocratie
One-issuepartij
Niet-democratische partij
1. Eén aspect van de samenleving staat centraal.
2. Het streven is om de ongelijkheid in de samenleving te verminderen.
3. Benadrukt meer datgene wat bereikt is.
4. Vergroten van persoonlijke en economische vrijheid.
5. Politiek vooruitstrevend en voor verandering van de samenleving.
6. Op sociaaleconomisch gebied zit deze stroming in het midden.
7. De standpunten zijn strijdig met de rechtsstaat

Slide 2 - Sleepvraag

3.4 Verkiezingen

Slide 3 - Tekstslide

Wat leer ik deze les?
  1. Je weet hoe je een goede stemkeuze kunt maken (aan de hand van de motieven om op een partij te stemmen).
  2. Je kan met behulp van het begrip evenredige vertegenwoordiging uitleggen wat er met jouw stem gebeurt in Nederland.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Verkiezingen 
(actief kiesrecht en passief kiesrecht)

In Nederland hebben alle Nederlanders van 18 jaar en ouder actief kiesrecht = is het recht om bij verkiezingen je stem uit te brengen. 

Daarnaast heeft iedere volwassen Nederlander passief kiesrecht = het recht om je verkiesbaar te stellen.

Slide 6 - Tekstslide

Het recht om te stemmen is
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht

Slide 7 - Quizvraag

Wat is passief kiesrecht?
A
Het recht verkozen te worden
B
Het recht om te mogen stemmen
C
Geen gebruik maken van je kiesrecht
D
Blanco stemmen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Strijd om de kiezer
Op campagne!
Om te zorgen dat de kiezer op een partij stemt, doen partijen het volgende:
  • Partijen hebben een verkiezingsprogramma met daarin hun standpunten.
  • Vaak bedenken ze een verkiezingsslogan.
  • Er is een lijsttrekker die het gezicht van de partij is.
  • Er wordt een campagneteam samengesteld met spindoctors.

Slide 10 - Tekstslide

Als jij zo mogen stemmen in maart, hoe zou je dan bepalen op welke partij je stemt?

Slide 11 - Open vraag

Motieven om op een partij te stemmen
Samengevat zijn de voornaamste redenen om voor een partij te kiezen:
  1. De standpunten van de partij.
  2. De partij let goed op jouw belangen.
  3. Je stemt strategisch = je kijkt welke partij kans maakt om in de regering te komen.
  4. De lijsttrekker spreekt je aan.
  5. Wat niet in het boek staat: om een partij te belonen of af te straffen voor de afgelopen jaren in de regering.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Na de verkiezingen
(de zetelverdeling)
In Nederland worden verkiezingen gehouden volgens een stelsel van evenredige vertegenwoordiging.


Elke partij krijgt het aantal zetels dat in verhouding is met het totaal aantal uitgebrachte stemmen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat heb ik geleerd deze les?
  1. Je weet hoe je een goede stemkeuze kunt maken (aan de hand van de motieven om op een partij te stemmen).
  2. Je kan met behulp van het begrip evenredige vertegenwoordiging uitleggen wat er met jouw stem gebeurt in Nederland.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten van hoofdstuk Parlementaire Democratie onderdeel 4 'Verkiezingen'

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide