2324 1.1 Rivieren: kenmerken

1.1 Rivieren: kenmerken
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.1 Rivieren: kenmerken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat en menselijk ingrijpen de waterafvoer van de Rijn en de Maas beïnvloeden;
  3. Een verband leggen tussen overstromingsgevaar en de manier waarop het rivierengebied is ingericht;
  4. beschrijven hoe in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta overstromingen en wateroverlast kunnen ontstaan. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord?
Antwoord?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het gevolg voor het debiet van de Nederlandse rivieren?

Slide 12 - Open vraag

Debiet wordt groter.
Wat is het gevolg voor het regiem van de Nederlandse rivieren?

Slide 13 - Open vraag

Het regiem wordt onregelmatiger.

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij Lobith stroomt de Rijn ons land binnen op +14m NAP.

De Rijn mondt 175 km verder uit in de Noordzee.

Wat is het verval tussen Lobith en de monding?

Slide 15 - Open vraag

14 meter
Bij Lobith stroomt de Rijn ons land binnen op +14m NAP.

De Rijn mondt 175 km verder uit in de Noordzee.

Wat is het verhang?

Slide 16 - Open vraag

14 m : 175 km = 8 cm per km

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
- type rivier Maas:
- type rivier Rijn:
- benedenloop: verhang groot/ klein         erosie/ sedimentatie
- middenloop: verhang groot/ klein            erosie/ sedimentatie
- bovenloop: verhang groot/ klein               erosie/ sedimentatie
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat de waterafvoer van de Rijn en de Maas beïnvloeden;
- de zomers worden:
- de winters worden:
- het debiet wordt:
- het regiem wordt:

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Jullie kunnen aan het werk volgens de planner

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Rivieren: kenmerken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
- type rivier Maas: regenrivier
- type rivier Rijn: gemengde rivier
- bovenloop: verhang groot/ klein               erosie/ sedimentatie
- benedenloop: verhang middel                   erosie/ sedimentatie
- middenloop: verhang groot/ klein           erosie/ sedimentatie
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat de waterafvoer van de Rijn en Maas beïnvloeden;
- de zomers worden: warmer en droger met onregelmatig heftige buien
- de winters worden: warmer en natter
- het debiet wordt: hoger
- het regiem wordt: onregelmatiger

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat en menselijk ingrijpen de waterafvoer van de Rijn en de Maas beïnvloeden;
  3. Een verband leggen tussen overstromingsgevaar en de manier waarop het rivierengebied is ingericht;
  4. beschrijven hoe in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta overstromingen en wateroverlast kunnen ontstaan. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijking
Verstening: toename hoeveelheid oppervlakte straten en wegen

Vertragingstijd: hoeveelheid tijd die water nodig heeft om na een regenbui in de rivier te komen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verband tussen deze verstening en de vertragingstijd?

Slide 24 - Open vraag

Het water van een regenbui heeft steeds minder tijd nodig om in de rivier terecht te komen.

Maak de volgende zin af: Hoe groter de verstedelijking, ….

Slide 25 - Open vraag

hoe korter de vertragingstijd.

Binnendijks
Buitendijks

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat en menselijk ingrijpen de waterafvoer van de Rijn en de Maas beïnvloeden;
  3. Een verband leggen tussen overstromingsgevaar en de manier waarop het rivierengebied is ingericht;
  4. beschrijven hoe in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta overstromingen en wateroverlast kunnen ontstaan. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keuzes:
- samenvatting maken met woorden
- samenvatting maken met tekeningen en beperkt woorden
- invulsamenvatting uit boek maken
- verdiepende opdracht maken uit de planner

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken volgens planner:

Opdrachten 2, 3 en 6
Samenvatting (zie eerder keuze)

Herhaling: opdrachten 1, 4 en 5
Verdieping: box 1 Ingrepen in de rivier

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies