Clase 6. Repasamos Unidad 7
1 / 40
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ik ken de dagen van de week in het Spaans.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)
Slide 3 - Poll
Ik ken de namen van de maanden in het Spaans.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)
Slide 4 - Poll
Ik kan de wederkerende werkwoorden van Unidad 7 vervoegen.
1 (NO0
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO0
Slide 5 - Poll
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)
Slide 6 - Poll
Ik kan enkele voorzetsel in het Spaans gebruiken.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)
Slide 7 - Poll
Ik ken alle woorden van unidad 7 en de frases claves.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10(SÍ, POR SUPUESTO
Slide 8 - Poll
Ben je klaar voor de s.o van unidad 7?
1 (No)
2
3
4
5(Sí, por supuesto)
Slide 9 - Poll
Contesta en español:
¿Cuándo es tu cumpleaños?
¿Cuándo es tu cumpleaños?
Slide 10 - Open vraag
Contesta en español:
¿A qué hora te acuestas?
¿A qué hora te acuestas?
Slide 11 - Open vraag
Contesta en español:
¿Cómo vas al instituto?
¿Cómo vas al instituto?
Slide 12 - Open vraag
Vertaal naar het Spaans:
"de lente"
"de lente"
Slide 13 - Open vraag
Vertaal naar het Spaans:
"de slang"
"de slang"
Slide 14 - Open vraag
Vertaal naar het Spaans:
"zich bewegen"
"zich bewegen"
Slide 15 - Open vraag
Vertaal naar het Spaans:
"zich amuseren"
"zich amuseren"
Slide 16 - Open vraag
Vertaal naar het NL:
"tranquilo-a"
"tranquilo-a"
Slide 17 - Open vraag
Vertaal naar het NL:
"el caballo"
"el caballo"
Slide 18 - Open vraag
Vertaal naar het NL:
"dormirse"
"dormirse"
Slide 19 - Open vraag
Vertaal de zin:
"Ik vertrek van huis om acht uur."
"Ik vertrek van huis om acht uur."
Slide 20 - Open vraag
Vertaal de zin:
"Wat doe je na de les?"
"Wat doe je na de les?"
Slide 21 - Open vraag
Vertaal de zin:
"Los fines de semana juego al fútbol"
"Los fines de semana juego al fútbol"
Slide 22 - Open vraag
Vertaal de zin:
"¿Tienes mascotas?"
"¿Tienes mascotas?"
Slide 23 - Open vraag
Maak een goede zin:
restaurante/a/nueve/las/abrir/El.
restaurante/a/nueve/las/abrir/El.
Slide 24 - Open vraag
Maak een goede zin:
de/Salir(yo)/ocho/las/casa/a.
de/Salir(yo)/ocho/las/casa/a.
Slide 25 - Open vraag
Maak een goede zin:
¿hora/abrir/qué/restaurante/el/A?
¿hora/abrir/qué/restaurante/el/A?
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
Ellas....(acostarse)
Slide 28 - Open vraag
Nosotros.....(irse)
Slide 29 - Open vraag
Yo.....(sentarse)
Slide 30 - Open vraag
Tú.....(volver)
Slide 31 - Open vraag
Vosotros....(salir)
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Tekstslide
Vuelvo......... casa...... las cinco de la tarde.
A
a/a
B
con/de
C
al/de
D
de/con
Slide 34 - Quizvraag
Salgo..........casa........las ocho y media.
A
de/con
B
con/de
C
al/con
D
de/a
Slide 35 - Quizvraag
Juego.........el parque..........mis amigos.
A
a/con
B
de/con
C
en/con
D
a/de
Slide 36 - Quizvraag
........la mañana voy al instituto.........bici.
A
a/con
B
de/con
C
por/en
D
a/de
Slide 37 - Quizvraag
Kies het juiste voorzetsels:
Estoy en la playa.........mis amigos.
Estoy en la playa.........mis amigos.
Slide 38 - Open vraag
Kies het juiste voorzetsels:
Son las ocho.......la mañana
Son las ocho.......la mañana
Slide 39 - Open vraag
0
