H2 Herhalen water

Welkom terug!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom terug!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoelen voorgaande lessen herhalen
Je kent het kookpunt en het smelpunt van water
Je kunt uitleggen hoe de tijd en de temperatuur zich verhouden op het kookpunt en smeltpunt

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling Onderwerpen
Les 1: Stof fasen
Vormen van neerslag van water
Deeltjesmodel en kristalstructuur
Les 2: Faseovergangen
Uitzetten en krimpen (uitzondering water)
Werking thermometer
Temperatuur schalen Kelvin en Celsius

Slide 4 - Tekstslide

Welke 3 fasen kan een stof hebben?

Slide 5 - Open vraag

Welke vormen van neerslag ken je nog?

Slide 6 - Open vraag

Hoe noemen we deze neerslag?
A
Dauw
B
Regen
C
Sneeuw
D
Rijp

Slide 7 - Quizvraag

Vorst

Slide 8 - Tekstslide

Deeltjesmodel:
Deeltjes bewegen in de gas fase harder dan in de vloeibare fase
A
Niet waar, want de gasdeeltjes zijn kouder
B
Niet waar, want de gasdeeltjes zijn warmer
C
Waar, want de gasdeeltjes zijn kouder
D
Waar, want de gasdeeltjes zijn warmer

Slide 9 - Quizvraag

Deeltjesmodel
Hoe hoger de temperatuur hoe sneller de deeltjes bewegen

Slide 10 - Tekstslide

Ken je de faseovergangen nog?
vast
vloeibaar
gas
verdampen
condenseren
stollen
smelten

Slide 11 - Sleepvraag

Hoe heet de overgang van waterdamp naar ijskristallen?
A
Sublimeren
B
Rijpen
C
Verdampen
D
Condenseren

Slide 12 - Quizvraag

model 1:

Slide 13 - Tekstslide

model 2:

Slide 14 - Tekstslide

Een staaf vast ijzer die opwarmt zal met de hogere temperatuur steeds een klein beetje verder ...... (KIES: uitzetten of krimpen)

Slide 15 - Open vraag

Brug koelen bij hoge temperatuur

Slide 16 - Tekstslide

Thermometer

Slide 17 - Tekstslide

Benoem de onderdelen van een thermometer

Slide 18 - Open vraag

Een thermometer maakt gebruik van het uitzetten van een stof bij hogere temperatuur.
A
Waar
B
Niet waar
C
ik heb niet opgelet
D
geen van bovenstaande

Slide 19 - Quizvraag

Water de uitzondering:
Waarom is het eens slecht idee om een volle fles water in de vriezer te doen?

Slide 20 - Open vraag

Het absolute nulpunt is 0 Kelvin
Kelvin = K; graden Celsius = C
Welke vergelijkingen zijn waar?
A
0 K = 273 C
B
0 K = -273 C
C
0 C = -273 K
D
0 C = 273 K

Slide 21 - Quizvraag

Kelvin
graden Celsius
graden Fahrenheit
Wordt vooral gebruikt in de wetenschap
wordt in Amerika gebruikt
wordt in de meeste landen gebruikt
gebruikt dezelfde stapgrootte als de Celsius schaal
gebruikt een totaal andere schaalverdeling dan de Celsiusschaal
is o.a. gebaseerd op de lichaamstemperatuur van een mens
is gebaseerd op het smeltpunt van ijs en kookpunt van water
is gebaseerd op het absolute nulpunt

Slide 22 - Sleepvraag

Grafiek tekenen
temperatuur
op de y as
tijd op de x as
verbind de stippen en trek conclusie

Slide 23 - Tekstslide