H1 Elektriciteit

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Waar of niet waar.
De eenheid van elektrische stroom is volt.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Als een lampje brandt, is de stroomkring gesloten.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Elektriciteit is een stroom van moleculen.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Door een goede geleider kan gemakkelijk een elektrische stroom lopen.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Metalen zijn goede geleiders.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Een spanningsmeter moet je parallel aansluiten.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Lucht is een goede geleider.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Een stroommeter meet de elektrische energie.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Energie is het vermogen dat een apparaat per seconde verbruikt.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Een parallelschakeling bestaat uit één stroomkring.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Een aardlekschakelaar moet uitschakelen bij een lekstroom van meer dan 30 mA.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Een boormachine van 550 W verbruikt 550 joule elektrische energie per seconde.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Een apparaat met een groot vermogen dat lang aan staat, verbruikt veel energie.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Een apparaat met een rendement van 50% neemt twee keer zoveel vermogen op als het afgeeft.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Een schakelaar staat altijd in serie geschakeld.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Als een stroommeter een waarde boven nul aangeeft, is de stroomkring gesloten.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.
Een analoge spanningsmeter toont de spanning op een display.

1. Waar
2. Niet waar

Welke zin over koolstof is waar?

1. Koolstof is een goede geleider.
2. Koolstof is een slechte geleider.
3. Koolstof is een goede isolator.
4. Koolstof is een slechte isolator.

Hoe groot is de spanning op een stopcontact?

1. 36V
2. 110V
3. 220V
4. 230V

In een schakeling brandt een lamp.
Welke zin over de stroomkring van de lamp is waar?

1. De stroomkring is gesloten, er loopt geen stroom.
2. De stroomkring is gesloten, er loopt stroom.
3. De stroomkring is onderbroken, er loopt geen stroom.
4. De stroomkring is onderbroken, er loopt stroom.

Welke stof is een goede geleider?

1. Hout
2. Kunststof
3. Kwik
4. Rubber

Wat gebeurt er als je een drukschakelaar loslaat?

1. Dan gaat er stroom lopen in de stroomkring van de schakelaar.
2. Dan maak je contact en wordt de stroomkring gesloten.
3. Dan schakel je de aardlekschakelaar in die stroomkring uit.
4. Dan veert het contact terug en wordt de stroomkring onderbroken.

Een onbekend materiaal wordt aangesloten op een spanning van 230 V. Door het materiaal gaat geen stroom lopen.
Welke zin over de vrije elektronen in het materiaal is waar?

1. Het materiaal heeft geen vrije elektronen.
2. Het materiaal heeft veel vrije elektronen.
3. Het materiaal heeft weinig vrije elektronen.

Hoe staan de lampen en de schakelaar in de figuur geschakeld?

1. De lampen en de schakelaar staan parallel met elkaar.
2. De lampen en de schakelaar staan allemaal in serie.
3. De lampen staan in serie met elkaar en parallel met de schakelaar.
4. De lampen staan parallel met elkaar en in serie met de schakelaar.

Op het typeplaatje van een heggenschaar staat: 10,8 V, 3 A.
Hoe groot is het vermogen van de heggenschaar?

1. 3,6 W
2. 13,8 W
3. 32,4 W
4. 36,2 W

Een elektrische zaag heeft een vermogen van 750 W.
Hoeveel elektrische energie gebruikt de zaag in 8 uur?

1. 6 kWh
2. 9,4 kWh
3. 93,75 kWh
4. 6000 kWh

Een zaagmachine neemt een vermogen op van 1,2 kW. Het afgegeven vermogen van de zaagmachine is 840 W.
Wat is het rendement van de zaagmachine?

1. 0,07 → dus 7%
2. 0,7 → dus 70%
3. 1,4 → dus 140%
4. 7 → dus 700%

Een strijkijzer en een diepvries zijn aangesloten op 230 V. Door het strijkijzer gaat een stroom van 8 A. De diepvries heeft een vermogen van 345 W. De groep waarin beide apparaten staan, heeft een zekering van 10 A.

Bereken de stroomsterkte van de diepvries. Schrijf eerst de formule op.

Een strijkijzer en een diepvries zijn aangesloten op 230 V. Door het strijkijzer gaat een stroom van 8 A en door de diepvries een stroom van 1,5A. De groep waarin beide apparaten staan, heeft een zekering van 10 A.

Beide apparaten staan tegelijk aan. Schakelt de zekering de stroom uit?

1. ja
2. nee

Een autoradio werkt op een spanning van 12 V. Door de radio loopt een stroom van 1,25 A.

Hoe groot is het vermogen van de autoradio? Schrijf eerst de formule op.

De eerste dag van de maand is de stand op de kWh-meter 24 573. Aan het einde van de maand is de stand op de meter 24 801. 1 kWh kost € 0,25.

Hoeveel energie is er in die maand verbruikt?

De eerste dag van de maand is de stand op de kWh-meter 24 573. Aan het einde van de maand is de stand op de meter 24 801. 1 kWh kost € 0,25.

Hoeveel energie is er in die maand verbruikt?
Hoeveel moeten we hiervoor betalen?

Een schakeling heeft de volgende kenmerken:
Twee lampen zijn in serie aangesloten op een batterij.
Een schakelaar kan de lampen aan en uit schakelen.

Teken op je antwoordenblad het schema van deze schakeling.