VEI 9.3 Ziekten bestrijden

9.3 Ziektes bestrijden (blz. 74)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

9.3 Ziektes bestrijden (blz. 74)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 9.3 
  • Je herkent vier verschillende vormen van immuniteit.
  • Je beschrijft de werking van antibiotica en het gevaar op resistentie.
  • Je beschrijft hoe allergie ontstaat.
  • Je beschrijft wat er gebeurt bij een auto-immuunziekte.


Slide 2 - Tekstslide

Immuun
Als alle ziekteverwekkers dood zijn, zijn ook de witte bloedcellen niet meer nodig.

De meeste witte bloedcellen gaan dood, er blijven een paar over, de geheugencellen

Word je nog een keer besmet met dezelfde ziekteverwekker, dan herkennen deze geheugencellen de antigenen. Ze gaan heel snel antistoffen maken en voordat je ziek kan worden, zijn de ziekteverwekkers als dood.

Slide 3 - Tekstslide

Immuniteit
  • Je bent  immuun als er geheugencellen (witte bloedcellen)in je bloed zijn die de ziekte al kennen.

  • immuniteit kan op verschillende manieren ontstaan:
  • actief: zelf antistoffen maken
  • passief: antistoffen binnenkrijgen

Slide 4 - Tekstslide

Actieve immuniteit: zelf antistoffen maken door:
  1. door besmetting met ziekteverwekker (gewoon ziek worden): je witte bloedcellen maken antistoffen, er worden geheugencellen achter gelaten. Op natuurlijke wijze besmet = natuurlijke actieve immuniteit
  2. door vaccinatie met antigenen: je krijgt verzwakte ziektemakers ingespoten. Je witte bloedcellen maken antistoffen, er worden geheugencellen achter gelaten. Antigenen worden ingebracht = kunstmatige actieve immuniteit


Slide 5 - Tekstslide

Passieve immuniteit: je krijgt antistoffen binnen
  1. Door een injectie met antistoffen: je krijgt een serum ingespoten. Bijvoorbeeld als je tetanusbacteriën in een wond hebt gekregen. Daarna ben je meteen immuun.
  2. Bij baby's: via de moeder komen antistoffen via de placenta en de moedermelk 

Slide 6 - Tekstslide

Samengevat

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

9.3 Hoe helpen medicijnen tegen ziekteverwekkers?
Antibiotica bestrijdt bacteriën door de celwanden aan te tasten.
Bacteriën kunnen resistent worden --> dan werkt de antibiotica niet meer.
Dit werkt niet voor virussen 
want die hebben geen celwand.
Er zijn wel virusremmers




Slide 9 - Tekstslide

Wat is een auto-immuunziekte?
  • Bij een auto-immuunziekte herkennen je eigen witte bloedcellen lichaamseigen cellen niet meer.
  • Je maakt antistoffen aan tegen eigen cellen en ruimt ze op.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Waardoor is iemand allergisch?
  • Bij een allergie reageert je lichaam extreem gevoelig op antigenen. Die veroorzaken dan een afweerreactie.

  • Bij mensen met een allergie geven sommige cellen in de slijmvliezen de stof histamine af waardoor een allergische reactie  ontstaat (bijv. jeukende ogen, niezen etc.)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

4 stappen auto-immuunziekte
  1. Witte bloedcellen herkennen de lichaamseigen eiwitten  van een weefsel als lichaamsvreemd.
  2. Als reactie hierop maken ze antistoffen.
  3. De antistoffen koppelen de cellen in het weefsel.
  4. De vreetcellen ruimen het weefsel van buiten naar binnen op. 
Bijvoorbeeld: diabetes --> cellen alvleesklier --> geen insuline meer maken

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk 
Maken: opdracht 3 tot en met 14 van 9.3 
Klaar? = 9.1 nakijken, zie Teams. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video