H4.4 B1HV Vermogen en energie (les 2)

Wat gaan we deze les doen?
  1. Herhaling: H4.4 vermogen berekenen
  2. Uitleg: H4.4 Capaciteit
  3. Uitleg: H4.1 LED-lamp
  4. Zelfstandig: Test jezelf H4.4 en Diagnostische toets
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
  1. Herhaling: H4.4 vermogen berekenen
  2. Uitleg: H4.4 Capaciteit
  3. Uitleg: H4.1 LED-lamp
  4. Zelfstandig: Test jezelf H4.4 en Diagnostische toets

Slide 1 - Tekstslide

Vermogen = Spanning x Stroomsterkte

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen H4.4
  1. Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
  2. Je kent de eenheid van vermogen.
  3. Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
  4. Je kunt uitleggen waarom een apparaat met een groter vermogen meer elektrische energie verbruikt.
  5. Je kunt de capaciteit van een oplaadbare batterij berekenen. (PLUS)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de eenheid voor stroomsterkte?
A
Volt
B
Ohm
C
Watt
D
Ampère

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de eenheid voor spanning?
A
Volt
B
Ohm
C
Watt
D
Ampère

Slide 6 - Quizvraag

Met welke letter geven we de stroomsterkte aan?
A
V
B
O
C
W
D
I

Slide 7 - Quizvraag

Grootheid
Symbool
(voor)
Eenheid
Symbool
(achter)
Stroomsterkte
Spanning
Vermogen
I
A
Ampère
U
Volt
V
P
Watt
W

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is de stroomsterkte in punt A?
A
1,2 A
B
3 A
C
4,2 A
D
1,8 A

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte in punt B?
A
1,2 A
B
3 A
C
4,2 A
D
1,8 A

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte in punt D?
A
1,2 A
B
3 A
C
4,2 A
D
1,8 A

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte in punt K?
A
100 mA
B
350 mA
C
500 mA
D
200 mA

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte in punt I?
A
100 mA
B
250 mA
C
550 mA
D
450 mA

Slide 13 - Quizvraag

Door welke lampjes in de schakeling is de stroomsterkte het grootst?
A
Lampje 1,2,3 en 4
B
Lampje 5,6 en 7
C
Lampje 2 en 3
D
Lampje 5 en 7

Slide 14 - Quizvraag

Door lampje 1, 2, 3 en 4 stroomt elk 150 mA. Wat is de totale stroomsterkte die de spanningsbron levert?
A
150 mA
B
300 mA
C
600 mA
D
1050 mA

Slide 15 - Quizvraag

De totale stroomsterkte die de spanningsbron levert is 900 mA. Wat is de stroomsterkte in lampje 5?
A
150 mA
B
300 mA
C
600 mA
D
1050 mA

Slide 16 - Quizvraag

Over lampje 1, 2, 3 en 4 staat elk een spanning van 5,0 V. Over lampje 5, 6 en 7 staat elk een spanning van 4,0 V. Wat is de totale spanning?
A
32 V
B
1,0 V
C
8,0 V
D
9,0 V

Slide 17 - Quizvraag

Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk.
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking

Slide 18 - Tekstslide

Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
Het vermogen berekenen
Vermogen = spanning x stroomsterkte
P = U x I
Bereken het vermogen van de ledlamp.
U = 12 V
I = 220 mA = 0,22 A
P = U x I
P = 12 x 0,22 = 2,64 W

Slide 21 - Tekstslide

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
Het vermogen berekenen
Vermogen = spanning x stroomsterkte
P = U x I
Bereken het vermogen van de ledlamp.

U = 12 V
I = 220 mA = 0,22 A
P = U x I
P = 12 x 0,22 = 2,64 W

Slide 22 - Tekstslide

Bereken het vermogen van het lampje
A
P = 6 A
B
P = 12,5 W
C
P = 6 W
D
P = 24 W

Slide 23 - Quizvraag

Bereken het vermogen van het lampje
A
P = 0.06 W
B
P = 0.6 W
C
P = 6 W
D
P = 0.006 W

Slide 24 - Quizvraag

Een beeldscherm werkt op een spanning van 12 V. Als het beeldscherm aan staat, is de stroomsterkte 2,0 A.
Bereken het vermogen.
A
P = 24 W
B
P = 6 W
C
P = 0.17 W
D
P = 0.024 W

Slide 25 - Quizvraag

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
Rekenen met formules
P = U x I
Bereken de spanning van de ledlamp.
P = U x I
2,64 = U x 220 mA

Slide 26 - Tekstslide

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
Rekenen met formules
P = U x I
Bereken de spanning van de ledlamp.
P = U x I
2,64 = U x 220 mA

U = P/I
I = 220 mA = 0,22 A
U = 2,64/0,22 = 12 V

Slide 27 - Tekstslide

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
Rekenen met formules
P = U x I
P = U x I
6 = 2 x 3

2 = 6 / 3     U = P / I
3 = 6 / 2       I = P / U

Slide 28 - Tekstslide

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
Rekenen met formules
P = U x I
Een lampje heeft een vermogen van 10 W en vraagt 5 A aan stroom. 
Wat is de spanning over het lampje?

Slide 29 - Tekstslide

Een laptop werkt op 12 V. De laptop heeft een vermogen van 6 W in de slaapstand. Wat is de stroomsterkte die er dan doorheen loopt?
A
I = 0,5 A
B
I = 72 A
C
I = 2 A
D
I = 5 A

Slide 30 - Quizvraag

Een laptop werkt op 12 V. De laptop heeft een vermogen van 6 W in de slaapstand. Wat is de stroomsterkte die er dan doorheen loopt?

Slide 31 - Tekstslide

Een telefoon heeft een vermogen van 2 W. Er loop een stroomsterkte doorheen van 0,4 A.
Hoeveel spanning staat er op de telefoon?
A
I = 5 A
B
U = 5,0 V
C
U = 2,0 A
D
U = 0,2 V

Slide 32 - Quizvraag

Een telefoon heeft een vermogen van 2 W. Er loop een stroomsterkte doorheen van 0,4 A.
Hoeveel spanning staat er op de telefoon?

Slide 33 - Tekstslide

De capaciteit van een oplaadbare batterij

Capaciteit (C) in Ah of mAh
Stroomsterkte (I) in A of mA
Tijd (t) in uren

Slide 34 - Tekstslide

Een batterij heeft een capaciteit van 200 Ah. 
Je meet een stroom van 0,20 A.
Bereken: hoeveel uur gaat de batterij mee?
C = 200 Ah
I = 0,20 A
t = ? 
t = C/I
t = 200/0,2 = 1000 uur
t = 1000 uur
STAP 1: gegevens/omrekenen
STAP 2: formule (omschrijven)
STAP 3: berekening
STAP 4: antwoord

Slide 35 - Tekstslide

De capaciteit van een oplaadbare batterij

Capaciteit (C) in Ah of mAh
Stroomsterkte (I) in A of mA
Tijd (t) in uren
Een batterij heeft een capaciteit van 200 Ah. 
Je meet een stroom van 0,20 A.
Bereken: hoeveel uur gaat de batterij mee?

Slide 36 - Tekstslide

Een batterij heeft een capaciteit van 200 Ah. 
Je meet een stroom van 0,20 A.
Bereken: hoeveel uur gaat de batterij mee?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

LED's
Bij welke schakeling gaat de LED branden?
A
B

Slide 39 - Tekstslide

LED's
Bij welke schakeling gaat de LED branden?
A
B
I
I
I
I
I
I
I
I

Slide 40 - Tekstslide

Welke leds branden?
A
Lampje 1 en 2
B
Lampje 1 en 4
C
Lampje 2 en 3
D
Lampje 2 en 4

Slide 41 - Quizvraag

In welke richting loopt de stroom?
A
Alleen van P naar Q
B
Alleen van Q van P
C
Zowel van P naar Q als Q naar P
D
Er loopt geen stroom tussen P en Q

Slide 42 - Quizvraag

Aflezen van meters

Slide 43 - Tekstslide

Voor volgende week
  1. Maken: Test jezelf H4.4
  2. Maken: Test jezelf H4.1 t/m H4.4
  3. Maken: Diagnostische toets
  4. Oefenen: Flitskaarten

Slide 44 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 45 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 46 - Open vraag