Dyslexie: handvatten voor docenten

disleksie, hantvaten voor dosenten
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 7 min

Onderdelen in deze les

disleksie, hantvaten voor dosenten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 WAT IS DYSLEXIE ? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intro filmpje

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat weet je over
dyslexie ?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie is een leerachterstand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie is een .....
A
Leerachterstand
B
gedragsprobleem
C
Probleem met het IQ
D
Leerstoornis

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie is...
timer
0:30
A
een hardnekkig probleem
B
kan genezen worden
C
is gemakkelijk mee om te gaan
D
is bij alle leerlingen hetzelfde

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie is...
timer
0:30
A
Bij 5% tot 10% gediagnosticeerd
B
Bij 3% tot 5% gediagnosticeerd
C
Bij 10% tot 12% gediagnosticeerd
D
Bij 13% tot 15% gediagnosticeerd

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie is erfelijk!
timer
0:30
A
Ja, volledig
B
Ja, deels
C
Nee, het ontwikkelt zich geleidelijk
D
Nee, je krijgt het door slecht onderwijs

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Bij dyslexie speelt ook erfelijkheid een rol, als een van de ouders dyslexie
heeft, heeft het kind 40 tot 50% kans op dyslexie.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als beide ouders dyslexie hebben, hoeveel procent kans in er dat hun kind geen dyslexie heeft?
A
20%
B
60%
C
40,50%
D
80%

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is comorbiditeit?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Comorbiditeit
Dyslexie kan onder andere samengaan met:
• andere leerstoornissen, zoals dyscalculie;
• motorische stoornissen, zoals dyspraxie;
• specifieke spraak-/taalstoornissen,
• zintuiglijke stoornissen
• gedragsstoornissen, zoals ADHD  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie jij als de 'kwaliteiten' van een leerling met dyslexie?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DYSLEXIE EN DE WET 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie & de wet op passend onderwijs
  • iedere school eigen dyslexiebeleid
  • screening op dyslexie
  • wettelijke regelingen t.a.v. dyslexie schoolexamen:
  • -> meer tijd
  • -> gesproken examens
  • -> gebruik van een laptop
  • -> gebruik van spellingscontrole

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over het
dyslexiebeleid-Atrium

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

DYSLEXIE EN DE VAKKEN

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee hebben dyslectische leerlingen het lastig in jouw vak? (vak+antwoord)

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerlingen met dyslexie hebben daar vooral last van bij de talen.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar hebben ze moeite mee bij moderne vreemde taal?
timer
0:30
A
onthouden van geleerde woorden
B
met spellen
C
aanleren nieuwe klanken
D
relatie tussen spelling, gram en betekenis

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dyslecten hebben geen problemen bij exacte vakken?
A
Alleen bij het lezen van de teksten.
B
Geen problemen bij exacte vakken.
C
Bij alle exacte vakken.
D
Alleen bij wiskunde.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is rekenen lastig voor dyslectische leerlingen ?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie en formules
Leerlingen met dyslexie hebben problemen met automatisering en werkgeheugen. Dit houdt in dat ze formules vaak moeilijk onthouden.
In niet examenklassen mogen de dyslectische leerlingen hulpkaarten met formules gebruiken.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een leerling met dyslexie mg hulpkaarten gebruiken op het examen.
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

extera tijd is meegerekend en rekenmachine en rekenkaart heeft iedereen bij zich
Uitdagingen bij de zaakvakken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Willekeurige associaties leren
Losse feiten zijn voor veel dyslectische leerlingen erg moeilijk te leren. Hun problemen  hiermee hebben niet met intelligentie te maken, maar met het beroep dat wordt gedaan op hun zwakke punt: het opslaan van de klank (en de spelling) van woorden.

Slide 28 - Tekstslide

Zowel bij de zaakvakken, de talen als de praktijkvakken wordt niet alleen een beroep gedaan op inzicht, maar ook op het uit het hoofd leren van relatief losse feiten. Dat kunnen woordbetekenissen zijn, jaartallen en namen van historische personen, etc.. Deze feiten berusten op willekeurige associaties. Zo is het in principe totaal willekeurig dat bij een bepaalde rode stip op een kaart de naam Moskou hoort. Dat is niet te begrijpen, dat moet uit het hoofd worden geleerd. 
Werkgeheugen
Als je dyslexie hebt moet informatie die je wilt onthouden, 2,5 tot 6x vaker worden herhaald dan bij personen zonder dyslexie.
Een leerling met dyslexie heeft dus aanzienlijk meer tijd nodig om de leerstof/informatie in het langetermijngeheugen te krijgen. Binnen het onderwijs krijgen leerlingen met dyslexie niet altijd genoeg tijd om de vele herhalingen ook uit te voeren.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betekenissen van woorden leren en achterhalen
 Dyslectische leerlingen hebben door hun geringe leeservaring een achterstand in woordenschat:
• alledaagse woorden waarvan zij niet alle betekenissen kennen (bijvoorbeeld: staan, hijstaat daarvoor in);
• schooltaalwoorden, die over het algemeen erg abstract zijn (bijvoorbeeld: bepalen, functie, samenvattend, conclusie, voortvloeiend uit) maar van groot belang voor verbanden tussen tekstdelen;
• vaktermen (bijvoorbeeld fluormethoxymethaan, substituent, exponentieel, observatorium,
breedtepositie, membraam, goniometrisch, binair).

Slide 30 - Tekstslide

Zowel bij de zaakvakken, de talen als de praktijkvakken wordt niet alleen een beroep gedaan op inzicht, maar ook op het uit het hoofd leren van relatief losse feiten. Dat kunnen woordbetekenissen zijn, jaartallen en namen van historische personen, etc.. Deze feiten berusten op willekeurige associaties. Zo is het in principe totaal willekeurig dat bij een bepaalde rode stip op een kaart de naam Moskou hoort. Dat is niet te begrijpen, dat moet uit het hoofd worden geleerd. 
Bij het vak muziek heeft een leerling met dyslexie geen problemen?
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het vak muziek kan het lezen van het notenschrift problemen opleveren. 
• het ‘decoderen’ van akkoorden;
• het ‘coderen’ van een melodie in notenschrift;
• de volgorde van noten;
• problemen met de combinatie van verticale akkoorden en een horizontale notenbalk;
• het tegelijkertijd lezen van melodie en tekst

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wil je meer weten over dyslexie binnen de vakken?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signalering door docenten!
Naast de screening in leerjaar 1 is er een belangrijke rol weggelegd voor alle docenten. 
• Neem kennis van de signalenlijst 
• Geef bevindingen door aan de mentor.
• Vul de vragenlijsten in die de mentor verspreidt.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DYSLEXIE HANDVATTEN VOOR DE DOCENT/MENTOR

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je als vakdocent doen voor een leerling met dyslexie?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Je hebt een mentorleerling met dyslexie.
Heeft slechte ervaringen van de basisschool. Voelt zich dom en het leren heeft daarom toch geen zin.
Dyslexie is vastgesteld.
Motivatie en werktempo is laag. Heeft weinig succeservaringen en daardoor geen plezier in school.

Opdracht
1. Hoe zou je deze leerling (kunnen) helpen?
 
- Bespreek dit in groepjes van max 4
ong. 5 min

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft een leerling met dyslexie vooral nodig tijdens de les?
meerder antwoorden mogelijk!
A
Meerdere taken
B
Extra tijd
C
Leerstof in kleine stukjes
D
Positieve feedback

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen maken tijdens de les is een effectieve werkwijze voor leerlingen met dyslexie?
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indien enigszins mogelijk moet het maken van aantekeningen worden vermeden.
Bij aantekeningen maken moet er tegelijkertijd geschreven en geluisterd worden. Het schrijven gaat ten koste van het luisteren of het luisteren ten koste van het schrijven.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je jouw presentatie dyslexieproof?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kies je een dyslexieproof methode?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

brief aan mijn leraar

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies