Verzekeringen + overige kosten, 13-10-2021

Planning voor de introductie
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
10 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg
5 minuten: pauze
30 minuten: Opdrachten maken
10 minuten: leerdoelen testen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
basis calculatiesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de introductie
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
10 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg
5 minuten: pauze
30 minuten: Opdrachten maken
10 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht verkoopkosten
Een groothandel maakt gebruik van een schoonmaakbedrijf en betaalt voor de diensten een bedrag van

€ 302,50 per maand, inclusief 21% BTW.
Ook wordt een boekhoudkantoor ingehuurd dat de loonadministratie en de BTW aangifte verzorgt. Hiervoor wordt € 484,- inclusief 21% BTW per kwartaal betaald.
Voor de bewaking van het pand is men aangesloten bij een securitybedrijf dat het alarmsysteem van de groothandel beheert. Dit kost € 127,05 per maand inclusief 21% BTW.
De groothandel gebruikt jaarlijks 1.250 europallets met een emballagewaarde van € 5,- per pallet. De onroerende zaakbelasting bedraagt 0,09 procent van de waarde van het pand.
De WOZ-waarde van het pand bedraagt € 300.000,-. Dit is inclusief de waarde van de grond.
Bereken de totale overige kosten van deze groothandel.


Slide 2 - Tekstslide

Bereken de totale overige kosten van deze groothandel.

Slide 3 - Open vraag

Uitwerking
Schoonmaker: € 302,50 /121 x 100 = € 250,- x 12 =   € 3.000,-
Boekhoudkosten: € 484,- /121 x 100 = € 400,- x 4 = 1.600,-
Beveiliging: € 127,05 / 121x 100 = € 105,- x 12  = 1.260,-
Emballage: 1.250 pallets x € 5,- = 6.250,-
WOZ € 300.000,- x 0,09 /100 = 270,-
Totale kosten per jaar € 12.380,-


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je kent de verschillende soorten verzekeringen.
2. Je kan met promillen rekenen.
3. Je kan de verzekeringskosten uitrekenen


HUISWERK: Opdracht 42 en 43

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een verzekering?

Bescherm jezelf tegen bijvoorbeeld:

  • brand
  • lekkage of waterschade
  • inbraak en diefstal van goederen
  • transportschade
  • ziekte of overlijden van de ondernemer
  • verlies van omzet door schade aan het pand of bedrijfsmiddelen





Slide 6 - Tekstslide

Welke verzekeringen hebben we?
  • Opstalverzekering
  • Uitgebreide gevarenverzekering
  • WA-verzekering
  •  Bedrijfsschadeverzekering
  • Transportverzekering

Slide 7 - Tekstslide

Opstalverzekering
Woonverzekering voor alle schade die kan ontstaan aan het huis zelf door bijvoorbeeld inbraak, brand etc.

De opstalverzekering wordt ook wel woonhuisverzekering genoemd.

Slide 8 - Tekstslide

Uitgebreide gevarenverzekering
Verzekering voor alle schade die kan ontstaan aan de spullen in een pand door bijvoorbeeld inbraak, brand etc.

Slide 9 - Tekstslide

Uitgebreide gevarenverzekering
Opstal

Slide 10 - Tekstslide

WA-verzekering:
  • Wettelijke Aansprakelijkheid voor motorvoertuigen
  • Voor schade die jij met je voertuig toebrengt aan een ander
  • Verplichte verzekering

4.3 Rij schadevrij!

Slide 11 - Tekstslide

Bedrijfsschadeverzekering

Verzekering tegen de schade ontstaan door tijdelijke stilstand van een bedrijf door brand, stormschade enzovoort
=> er moet een gedekte schade zijn op de gebouwen / inventarisverzekering voordat bedrijfsschadeverzekering kan worden aangesproken. Gaan we maandag mee aan de slag.

Slide 12 - Tekstslide

Bedrijfsschade
Stilligschade
Door productie die stilligt
Gevolg: geen omzet, maar kosten lopen door
Geen of minder winst

Slide 13 - Tekstslide

Transportverzekering
Bij schade, verlies of gemis van goederen ontstaan tijdens het transport, een vergoeding ontvangen van de verzekeringsmaatschappij.

Dit wordt ook wel schadeloosstelling genoemd. Wel premie betalen!!

Slide 14 - Tekstslide

Kosten van een verzekering
  • Poliskosten (eenmalig)
  • Premie (prijs van de verzekering in promille)
  • Administratiekosten
  • Assurantiebelasting (21%) 

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
Marijke begint een reclameadviesbureau. Zij huurt een kantoor in Rotterdam-Zuid. Bij een verzekeraar sluit zij de volgende verzekeringen af: Een uitgebreide gevarenverzekering die de schade aan de computerapparatuur en inventaris dekt. Deze hebben samen een waarde van € 17.500,-. De verzekeraar rekent een premie van 3,5 ‰ Een WA-verzekering voor de dekking van schade aan derden. De verzekeraar rekent een premie van € 1,50 per duizend euro omzet. Marijke gaat uit van een gemiddelde omzet van € 125.000,- per jaar. De poliskosten bedragen € 7,50 en de assurantiebelasting bedraagt 21%. De administratiekosten voor het verlengen van de verzekeringskosten (prolongeren) bedragen vanaf het tweede jaar € 5,- per jaar.

Bereken de verzekeringskosten.

Slide 16 - Tekstslide

Jaar 1

Slide 17 - Tekstslide

Jaar 2

Slide 18 - Tekstslide

5 minuten pauze
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maak opdracht 38 en 39  van kosten
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of met Basis calculaties
timer
35:00

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht
Bert is commercieel medewerker bij een grote verzekeraar.
Hij sluit voor een klant de volgende verzekeringen af:
  • Een opstalverzekering met een dekking van € 350.000,- met een jaarlijkse premie van
€ 2,50 per duizend euro verzekerde waarde.
  • Een UGV met een dekking van € 150.000,- met een premie van 3,15 ‰ per jaar.
  • Een bedrijfsschadeverzekering met een jaarlijkse premie van € 4,75 per duizend euro brutowinst.

De brutowinst bedraagt € 200.000,- per jaar.
De poliskosten bedragen € 7,50, de korting op de totale premie bedraagt 5%
en de assurantiebelasting bedraagt 21% per jaar.





Slide 21 - Tekstslide

Bereken de verzekeringskosten voor het eerste jaar.

Slide 22 - Open vraag

Uitwerking

Slide 23 - Tekstslide

HUISWERK
opdracht 38 en 39
Hoofdstuk 'kosten soorten'
Paragraaf 'Rentekosten'

Slide 24 - Tekstslide